zakelijk corresponderen

zakelijk corresponderen
zie ook: Nu Nederlands - schrijven HST 3
Nederlands
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

zakelijk corresponderen
zie ook: Nu Nederlands - schrijven HST 3
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet welke regels er zijn bij het zakelijk corresponderen.
  • Je kan een zakelijke brief of e-mail schrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Zakelijk corresponderen
  • een e-mail 
  • een brief op papier of als bijlage bij een e-mail 

Geen verschil wat betreft de inhoud, maar bij een papieren brief of een bijlage moet je denken aan de briefconventies

Slide 3 - Tekstslide

Formeel taalgebruik
zakelijk - De tekst bevat geen persoonlijk gekleurde opmerkingen.
duidelijk - De tekst is goed te begrijpen.
efficiënt - De tekst is kort en bondig.
gericht - De tekst bevat geen overbodige informatie.
beleefd - De tekst toont respect voor de lezer, vooral door de woordkeus.
correct - De tekst bevat geen fouten in spelling, interpunctie of grammatica.





Slide 4 - Tekstslide

Graag zou ik je bij dezen iets vertellen betreffende onnodig moeilijk taalgebruik dat geregeld wordt gebezigd. Alhoewel de meeste mensen weten dat ze gerust eenvoudiger mogen schrijven, gebruiken ze desalniettemin een tamelijk ouderwets taalgebruik.

Men gebruikt plotsklaps woorden die wellicht vervangen kunnen worden door alternatieven die menigeen meer aanspreken. Ouderwetse, deftige of stoffige woorden werken in beginsel vooral vertragend voor de lezer. Hetgeen ervoor zorgt dat de lezer afhaakt, c.q. er geen snars van begrijpt.


In deze tekst wil ik je laten zien dat er vaak onnodig moeilijke woorden worden gebruikt. De meeste mensen weten wel dat je eenvoudiger mag schrijven. Toch gebruiken ze ouderwetse woorden als ze schrijven.

Ineens gebruiken ze woorden die misschien kunnen worden vervangen door een duidelijker woord dat de meeste mensen begrijpen. Ouderwetse, deftige of stoffige woorden werken eigenlijk vooral vertragend voor de lezer. Dat zorgt ervoor dat de lezer afhaakt, of er geen bal van begrijpt.

(Deze tekst heeft de voorkeur!)


Slide 5 - Tekstslide

Briefconventies
Everine Visser                                                                                                                    [eigen naam + adres]
Kruseman van Eltenweg 4
1817 BC Alkmaar

Alkmaar, 9 maart 2022                                                                                                   [plaats + datum]

Horizon College                                                                                                                [geadresseerde]
T.a.v. mevr. G. Benali
Postbus 30
1800 AA Alkmaar

Betreft: wijziging contract                                                                                           [onderwerp]

                                                                                                                                                  

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw brief of e-mail

  • Aanhef
  • Inleiding - maak de reden of aanleiding van jouw brief duidelijk
  • Middenstuk - hier komen alle details
  • Slot - wat wil je dat lezer doet met jouw brief?
  • Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide

Met welk woord begin je de aanhef van een zakelijke brief ? Meerdere mogelijkheden?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Goedemorgen

Slide 8 - Quizvraag

Welke aanhef is goed? Zijn er meerdere goed?
A
Geachte mevrouw De Vries,
B
Geachte mevrouw de Vries,
C
Geachte mevrouw Anne de Vries,
D
Geachte mevrouw A. de Vries,

Slide 9 - Quizvraag

Is deze aanhef correct?

Geachte dhr. Van de Berg,
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Is deze aanhef correct?

Geachte Mediamarkt,
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Aanhef
  • Geen afkortingen (dhr., mevr., v/d, etc.)
  • Geen voornamen of voorletters
  • Geen bedrijfsnaam
  • Denk aan de hoofdletters (Geachte mevrouw Van der Sluis,)

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding
  • In de inleiding vertel je waarom je de e-mail schrijft.
  • Begin je eerste zin liever niet met "ik".
  • Stel jezelf alleen voor als dat noodzakelijk is. (Dus niet standaard doen!)

Slide 13 - Tekstslide

Middenstuk/Kern
  • In het middenstuk noem je de details.
  • Wat wil je eigenlijk allemaal zeggen? Cluster zaken die bij elkaar horen en scheid de alinea's van elkaar met witregels. 

Slide 14 - Tekstslide

Slot
  • In het slot schrijf je wat je van de lezer verwacht. Wat moet hij/zij doen met je brief?
  • Formuleer het SMART.

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Gebruik:
  • Met vriendelijke groet,
  • Met vriendelijke groeten,
  • Hartelijke groet,
  • Hoogachtend, (beetje ouderwets en afstandelijk)

Dan een witregel!!

Sluit af met je voornaam en achternaam.
Noem eventueel je functie.

Slide 16 - Tekstslide

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 17 - Quizvraag

Welke opbouw van een zakelijke e-mail is juist?
A
kern - onderwerp - aanhef - inleiding - slot - afsluiting
B
inleiding - aanhef - kern - afsluiting - slot
C
aanhef - inleiding - kern - onderwerp - slot - afsluiting
D
onderwerp - aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting

Slide 18 - Quizvraag

In de kern van een zakelijke e-mail zet je...
A
het onderwerp, heel kort
B
waarom je de e-mail schrijft
C
wat je wilt weten of informatie die je wilt geven
D
jouw naam en adres

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Welke uitspraak past het beste bij jou?
Saai! Dit wist ik allemaal al.
Veel wist ik al, maar ik heb ook nieuwe dingen gehoord.
Stof was weggezakt. Goed dat alles weer even is opgefrist.
Dit was nieuw voor me.

Slide 22 - Poll