Inleiding: je schrijft een 'lekkere' inleiding, een appetizer, om ervoor te zorgen dat je lezer zin heeft om verder te lezen. Gebruik bijvoorbeeld een verhaaltje, een persoonlijke ervaring of een vergelijking. In de inleiding zet je ook je centrale vraag. Koppel je onderwerp aan een interessante, verrassende invalshoek.
Kern: kies een structuur die past bij je onderwerp, je hoofdvraag en je invalshoek. Natuurlijk kun je deze structuren ook combineren. Belangrijk is wel dat je gedachtegang niet alleen voor jou logisch is, maar zeker voor je lezer.
Slot: je sluit je beschouwing af met jouw antwoord. Maar misschien vind je zelf wel dat het nog niet zo eenvoudig is om een antwoord te formuleren; je herhaalt dan de vraag voor je lezer zodat dee er zelf nog eens op kan kauwen. Het is mooi als je slot een opvallende relatie heeft met de appetizer.