Einkaufen - les 2 - 28.05.24

Thema: Einkaufen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Thema: Einkaufen 

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Rückblick: gestern (Hausaufgaben)
  • Die Lernziele dieser Stunde
  • Instruktion
  • selbständig arbeiten (Wortschatz)
  • Die Lernziele checken
  • Abschluss der Stunde

Slide 2 - Tekstslide

Rückblick: gestern 
  • Hausaufgaben:

  • Kapitel 9 - Einkaufen
  • B Wortschatz: 3 t/m 10 (vanaf blz. 104 - ab Seite 104)
Hilfe? Lernliste B (Seite 132)


Slide 3 - Tekstslide

das Thema: Einkaufen


  • Lernziel des Kapitels:
  • Du kannst etwas kaufen in einem Laden/Geschäft.
  • Je kunt iets kopen in een winkel.

Slide 4 - Tekstslide

Die Lernziele dieser Stunde
B - Wortschatz
  • Ik ken nieuwe woorden rondom het thema "Einkaufen"';
  • Ik kan de woorden van de Lernliste N-D actief gebruiken (schrijven/spreken).

C - Hören
Ik kan een radioprogramma volgen en verstaan.

Slide 5 - Tekstslide


A
der Käse
B
die Käse
C
das Käse

Slide 6 - Quizvraag


A
die Milk
B
die Milch

Slide 7 - Quizvraag


A
der Kaffee
B
der Kuchen

Slide 8 - Quizvraag


A
der Worst
B
der Wurst
C
die Wurst

Slide 9 - Quizvraag

Welches Wort wird hier gemeint?
das Hackfleisch - Messer - Tiere - der Laden
A
die Bäckerei
B
der Kuchen
C
die Konditorei
D
die Metzgerei

Slide 10 - Quizvraag

Welches Wort wird hier gemeint?
Cent - Euro - kaufen - zahlen
A
bar
B
die Wurst
C
das Salz
D
helfen

Slide 11 - Quizvraag

de euro
de slagerij
nodig hebben
het gehakt
het blikje
duur
zonder
teuer
der Euro
das Hackfleisch
brauchen
die Dose
die Metzgerei
ohne

Slide 12 - Sleepvraag

richtig oder falsch?
de slagroom is in het Duits "die Sahne"
A
richtig
B
falsch

Slide 13 - Quizvraag

richtig oder falsch?
contant betekent in het Duits "bar".
A
richtig
B
falsch

Slide 14 - Quizvraag

Hörfertigkeit
Thema - Taschengeld

Ik kan geconcentreerd luisteren naar een filmpje van ongeveer 6 minuten;
Ik heb de woordenschat die nodig is om het filmpje te kunnen begrijpen.

Slide 15 - Tekstslide

Bekommst du Taschengeld?
ja
nein

Slide 16 - Poll

Wie viel Taschengeld pro Monat
bekommst du?
0-15 Euro
15-30 Euro
30-45 Euro
Mehr als 45 Euro

Slide 17 - Poll

Findest du es wichtig, das man Taschengeld bekommt?
Warum/warum nicht?

Slide 18 - Woordweb

Was machst du mit deinem Taschengeld?

Slide 19 - Open vraag

Aufgabe 11: Seite 108

Slide 20 - Tekstslide

Instruktion
Was?                  Aufgabe 12 (13)
Wie?                   selbständig/zu zweit
Hilfe?                 Seite 109, Lernliste C (132-133)
Zeit?                   5 Minuten
Fertig?              korrigieren: B Wortschatz + C Hören
Dann fertig?   Lernen Lernliste B

Slide 21 - Tekstslide

Die Lernziele checken
B - Wortschatz
  • Ik ken nieuwe woorden rondom het thema "Einkaufen"';
  • Ik kan de woorden van de Lernliste N-D actief gebruiken (schrijven/spreken).

C - Hören
Ik kan een radioprogramma volgen en verstaan.

Slide 22 - Tekstslide