V5be Organisatie les 4 Leiderschapsstijlen

Begintaak
Maak de woordzoeker
(5 minuten)
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
Maak de woordzoeker
(5 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen

Slide 2 - Tekstslide

Programma
Huiswerk bespreken
Terugblik
Uitleg nieuwe lesstof
Aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Horizontale taakverdeling
A
is tussen een medewerker en zijn baas
B
is tussen medewerkers van hetzelfde niveau
C
je deelt het werk op in stukjes en verdeelt het
D
is een andere naam voor een staforganisatie

Slide 7 - Quizvraag

Als een stafdienst ook bevelen kan geven in een organisatie, dan spreken we van een
A
lijnorganisatie
B
functionele organisatie
C
staforganisatie
D
lijn- en staforganisatie

Slide 8 - Quizvraag

Hoe ...(1) opgeleid het personeel en hoe ...(2) de manager kan delegeren, hoe groter het omspanningsvermogen
A
1 hoger 2 beter
B
1 hoger 2 slechter
C
1 lager 2 beter
D
1 lager 2 slechter

Slide 9 - Quizvraag

Autocratisch leiderschap
Democratisch leiderschap
Laissez-Faire
Flexibel leiderschap
De mens staat centraal
Stijl hangt af van situatie
Laat gaan joh
Ik ben de baas!

Slide 10 - Sleepvraag

Leiderschapsstijlen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke theorie past beter bij jou?
A
Theorie X
B
Theorie Y

Slide 13 - Quizvraag

Ezelsbruggetje voor het uit elkaar houden van X en Y

Slide 14 - Tekstslide

1

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Eigen voorbeelden van random acts of kindness?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

00:43
Is hij aanhanger van theorie X of theorie Y
A
Theorie X
B
Theorie Y

Slide 25 - Quizvraag

Welke beschrijving past het beste bij de term 'situationeel leiderschap'?
A
Je kiest de beste leider voor de situatie
B
Je past jouw manier van leidinggeven aan de situatie aan
C
De medewerkers passen zich aan de leiderschapsstijl aan
D
Je past de situatie aan de leiderschapsstijl aan

Slide 26 - Quizvraag

(2.5) Binnen situationeel leiderschap worden bereidheid en bekwaamheid besproken. Als er sprake is van een hoge bereidheid maar een lage bekwaamheid welke stijl moet er dan worden gekozen door de leider?
A
delegeren
B
ondersteunen
C
coachen
D
leiden

Slide 27 - Quizvraag

(2.5) Binnen situationeel leiderschap S4 delegeren wordt het volgende van de werknemers verwacht?
A
dat zij opdrachten onder begeleiding doen
B
dat zij zelfstandig aan de slag kunnen
C
dat zij sturing nodig hebben
D
dat zij een lage bereidheid hebben

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Kenmerken van een typische CEO


'Een narcistische psychopaat'

(Manfred Kets de Vries, hoogleraar INSEAD)

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag
4.16 Situationeel leiderschap
4.17 Organisatietheorieën

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video