Werkwoordspelling (oefenen met het stappenplan)

Startvraag
Wat staat hier?

Wat bedoelt de schrijver? 
Verbeter de zinnen.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startvraag
Wat staat hier?

Wat bedoelt de schrijver? 
Verbeter de zinnen.

Slide 1 - Tekstslide

Volgende les:
Formatieve toets werkwoordspelling (dinsdag 27 september)
Volgende week:
Starten met je schrijfopdracht voor Quest en een hoofdstuk in Kern.

Slide 2 - Tekstslide

Hoewel ik werkwoordspelling al sinds de basisschool lastig 
[1. vinden], heb ik dankzij gerichte oefeningen en stapsgewijs oefenen toch een voldoende [2. behalen].


Toen ik het cijfer in SOM zag, [3. juichen] ik van blijdschap!

Samen met mijn vriend heb ik de opdrachten [4. inplannen], zodat ik niet verrast [5. worden] door leertijd die ik toch niet blijk te hebben.

Het [6. gebeuren] te vaak dat ik de dag voor een lesdag [7. Herinneren] [8. Worden] aan opdrachten waar ik nog helemaal niet naar heb gekeken.

Mijn [9. vergroten] kennis van de werkwoordspelling [10. Vinden] je vast terug in mijn schrijfproducten, want ik ben ervan [11. overtuigen] dat taalverzorging relevant is voor mij en de ander.




Spel de 11 werkwoorden die hiernaast staan op de juiste manier.

Noteer bij het werkwoord de juiste vorm: 
persoonsvorm tt
persoonsvorm vt
voltooid deelwoord
infinitief
tegenwoordig deelwoord
bijvoeglijk gebruikt werkwoord
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Hoewel ik werkwoordspelling al sinds de basisschool lastig 
[1. vinden], heb ik dankzij gerichte oefeningen en stapsgewijs oefenen toch een voldoende [2. behalen].


Toen ik het cijfer in SOM zag, [3. juichen] ik van blijdschap!

Samen met mijn vriend heb ik de opdrachten [4. inplannen], zodat ik niet verrast [5. worden] door leertijd die ik toch niet blijk te hebben.

Het [6. gebeuren] te vaak dat ik de dag voor een lesdag [7. Herinneren] [8. Worden] aan opdrachten waar ik nog helemaal niet naar heb gekeken.

Mijn [9. vergroten] kennis van de werkwoordspelling [10. Vinden] je vast terug in mijn schrijfproducten, want ik ben ervan [11. overtuigen] dat taalverzorging relevant is voor mij en de ander.




1. Vind (persoonsvorm tt, ik-vorm)
2. behaald (voltooid deelwoord)
3. juichte (persoonsvorm vt)
4. ingepland (voltooid deelwoord)
5. word (persoonsvorm tt, ik-vorm)
6. gebeurt (persoonsvorm tt, ik-vorm)
7. herinnerd (voltooid deelwoord)
8. word (persoonsvorm tt, ik-vorm)
9. vergrote (bijvoeglijk gebruikt)
10. vind (pers.vorm tt, ik-vorm)
11. overtuigd (voltooid deelwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig en in stilte:
Werkwoordspelling:
Maak de opdracht spellingoefening 1


Hulp nodig?
Neem eerst theorie door op Cambiumned.nl.
Gebruik altijd het stappenplan.
timer
12:00

Slide 6 - Tekstslide

timer
12:00

Slide 7 - Tekstslide

Gewapend met de steun van tienduizenden mensen toog Arjen Lubach als Farao Arjen Hendrik I naar de Tweede Kamer om zijn burgerinitiatief in te dienen. De bejubelde programmamaker overhandigde de handtekeningen op een gouden usb-stick aan VVD-Kamerlid Helma Nepperus. Het moment werd live uitgezonden op Periscope. Lubach  wil  als Farao der Nederlanden als tweede nationale mascotte naast koning Willem-Alexander staan.
Persoonsvorm
Verander tijd of getal van de zin. De persoonsvorm verandert mee.

Voltooid deelwoord
Geeft aan dat iets is afgerond. 

Onvoltooid deelwoord
Geeft aan hoe iets of iemand iets doet. Is op dat moment nog bezig.

Infinitief
Een heel werkwoord, maar niet de persoonsvorm. Dit werkwoord verandert niet mee als je tijd of getal verandert.

Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Een werkwoord dat als een bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt.
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief
onvoltooid/
tegenwoordig
deelwoord
bijvoeglijk
gebruikt
werkwoord
bejubelde
Gewapend
toog
overhandigde
werd
wil
staan
uitgezonden
dienen

Slide 8 - Sleepvraag

  • Pak je stappenplan
  • Pak je oefenzinnen + je antwoorden
  • Plaats de letters van de zinnen op de juiste plek in het stappenplan.
  • Pas de spellingsregel toe op het werkwoord.

Voorbeeld:
A Ik zie wat er [gebeuren] in de Jumbo.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

  • Vergelijk je antwoorden met de persoon naast je.
  • Vul aan en verbeter.

Slide 10 - Tekstslide

Klaar? Dan ga je 4 dingen doen:

1) Bedenk bij iedere stap in het schema een zin.
2) Laat je antwoorden controleren door je docent.
3) Reflecteer: welke stap vind jij nog moeilijk?
4) Oefen gericht op Cambiumned

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een voltooid deelwoord en een onvoltooid deelwoord (ook wel: tegenwoordig deelwoord)?
Verklaar wat de juiste schrijfwijze is.

Krabde of krabte
Lunchde of lunchte
Juichde of juichte
Netflixde of netflixte
Spel de werkwoorden op de juiste manier:

[huilen] kwam de jongen zijn rapport aanbieden. '[worden] je op school niet [vertellen] dat je aantekeningen moet maken voordat het [gebeuren] dat je onvoldoendes spaart?'
timer
8:00
Verklaar de vervoeging van het werkwoord worden in onderstaande situaties:

Wordt je moeder volgende week 40?
Wordt je dat wel vaker verteld?
Word je morgen teruggebeld door de arts?

W

Slide 12 - Woordweb