Les 3 - V4 - alinea el viaje y el indefinido

Clase de español - V4
viernes, 1 de abril de 2022

Escribe el segundo párrafo (el viaje de ida)
Practicar con el indefinido
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Clase de español - V4
viernes, 1 de abril de 2022

Escribe el segundo párrafo (el viaje de ida)
Practicar con el indefinido

Slide 1 - Tekstslide

La clase anterior
¿Qué país latinoamericano vistaste el verano pasado?
¿Puedes describir este país? (capital, lugar, habitantes, moneda, bandera, lenguas, clima etc.)
¿Conoces todas las formas del indefinido?
¿Y del imperfecto?

Slide 2 - Tekstslide

Klik op het tekstje links om in te zoomen.
Vul de juiste vorm
van de werkwoorden in.

Slide 3 - Open vraag

Feedback a vuestras cartas
  1. Te escribo esta carta, porque .... is een mooi begin van je brief
  2. naar = a 
  3. ir / llegar / entrar gaan met ''a''
  4. estar + ''en''
  5. de natuur = la naturaleza / het landschap = el paisaje
  6. Persoonlijke voornaamwoorden, zoals ''yo'' gebruik je alleen om nadruk te geven.
timer
0:10

Slide 4 - Tekstslide

Feedback a vuestras cartas
ten noorden van = al norte de
in het noorden = en el norte
América del Sur, Latinoamérica, Sudamércia
Behalve bueno, zet je de meeste bijvoeglijke naamwoorden, achter het zelfstandig naamwoord
Begin de zin met een hoofdletter
Aan het einde van de zin komt een punt
Geografische namen met een hoofdletter
Surfen = hacer surf of surfear

Slide 5 - Tekstslide

Feedback a vuestras cartas
ten noorden van = al norte de
in het noorden = en el norte
América del Sur, Latinoamérica, Sudamércia
Behalve bueno, zet je de meeste bijvoeglijke naamwoorden, achter het zelfstandig naamwoord
Begin de zin met een hoofdletter
Aan het einde van de zin komt een punt
Geografische namen met een hoofdletter
Surfen = hacer surf of surfear

Slide 6 - Tekstslide

Feedback a vuestras cartas 
een brief = una carta
een reis maken = hacer un viaje / viajar por ...
In elke zin moet een vervoegd werkwoord staan.
met de trein, het vliegtuig, de auto = en tren, en avión, en coche
Ik vind het een interessant land = Creo que ... es un país muy interesante 
een mooi land = un país hermoso
een warm land = un país con un clima tropical
50 miljoen inwoners = 50 millones de habitantes
Een typisch Cubaans gerecht = un plato típico cubano

Slide 7 - Tekstslide

Feedback a vuestras cartas 
datum in de rechterkantlijn
Het is warm in Chili = Hace calor en Chili.
de vakantie = las vacaciones
mijn vakantie = mis vacaciones
Geef voldoende informatie over het land in je eerste alinea (hoofdstad, klimaat, munteenheid, talen, vlag, aantal inwoners, groot klein, veel verschillende landschappen etc). 
Als je zegt hoe lang je ergens was, welke verleden tijd moet je dan gebruiken?

Slide 8 - Tekstslide

Los deberes para hoy

Slide 9 - Tekstslide

El indefinido - la forma

Slide 10 - Tekstslide

Escribe:
5 verbos del yo del indefinido irregular
Welke werkwoorden vind je moeilijk te onthouden?
timer
2:00

Slide 11 - Open vraag

Tienes que escribir los verbos
en el indefinido y enviar a lessonup.
(puedes ampliar la imagen)
timer
4:00

Slide 12 - Open vraag

Una canción con el indefinido
Escribe los verbos en el indefinido y después escucha la canción de Bad Bunny y Rosalía 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

La diferencia entre el indefinido y el imperfecto (en holandés)

Slide 15 - Open vraag

La diferencia entre el indefinido y el imperfecto en tu carta

Slide 16 - Tekstslide

El imperfecto
El indefinido
ayer
anoche
hace 2 semanas
anteayer
la semana pasada
en 2019
antes
generalmente
todos los días
Cuando ... pequeño
..., porque ...

Slide 17 - Sleepvraag

De imperfecto gebruik je om te vertellen van wanneer tot wanneer je in Zuid Amerika was.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

De indefinido gebruik je om te vertellen dat je op maandagochtend om 8.00 uur met het vliegtuig vertrok naar Santiago de Chile.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

De indefinido gebruik je om te vertellen dat de stewardess aardig, maar vooral heel knap was.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De imperfecto gebruik je om te zeggen dat het bij aankomst keihard regende.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

¿Difícil?
Zet een signaalwoord in de zin en gebruik de daarbij behorende verleden tijd.
Je hoeft een signaalwoord niet altijd erbij te schrijven, maar je kan hem er misschien ook bij denken.

Slide 22 - Tekstslide

Klik op de opdracht hiernaast om in te zoomen.
Vertaal de zinnen naar het Spaans.
Maak geen gebruik van een vertaal tool.

Slide 23 - Open vraag

Klik links. Vertaal 1 t/m 10 in de juiste tijd.
Bedenk: wat is een handeling op een bepaald moment of onderdeel van een opsomming.
En wat is extra (beschrijvende) informatie?

Slide 24 - Open vraag

Schrijf een alinea over de heenreis in het Nederlands.
timer
3:00

Slide 25 - Open vraag

Klik links. Vertaal 1 t/m 10 in de juiste tijd.
Bedenk: wat is een handeling op een bepaald moment of onderdeel van een opsomming.
En wat is extra (beschrijvende) informatie?

Slide 26 - Open vraag

Escribir sobre el viaja de ida a tu país
timer
10:00
Vertel over de heenreis in 100 woorden. Verwerk daarin het volgende (indefinido/imperfecto):
Wanneer vertrokken jullie en waarvandaan.
Beschrijf hoe de reis verliep (bezigheden, tegenslag, stewardessen, eten etc.)
Hoe lang duurde de reis?
Wanneer/hoe laat kwamen jullie aan en waar?
Gebruik vocabulaire uit de reader, ook bijvoeglijke nw-en

Slide 27 - Tekstslide

Ik heb het huiswerk voor vandaag serieus gedaan en daardoor kon ik goed mee doen met de les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik weet alle onregelmatige indefinidos
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik weet wat hoe ik de indefinido en de imperfecto in mijn brief moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Mijn tweede alinea is klaar
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Los deberes
Leren
De vormen van de indefinido en de imperfecto
Het verschil in gebruik tussen indefinido en imperfecto
vocabulaire ciudad, pueblo y campo (N-S) reader p. 22-26)
Bestuderen
de grammatica van ser, estar en hay (zie videolink)
Maak aantekeningen

Slide 32 - Tekstslide