1.2: Kiezen is verliezen, deel 1

Huiswerk controle
Op tafel:
boek en schrift
OF
laptop
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Huiswerk controle
Op tafel:
boek en schrift
OF
laptop

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken 
  • uitleg 1.2 deel 1
  • aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk vragen
  • 5
  • 7
  • 10
  • 13
  • 15 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 5
Bijvoorbeeld: 
Een goed: eten op je bord
Een dienst: het brengen van het bord

BELANGRIJK! beide benoemen !

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 7
  • De windmolen wekt elektriciteit op, waarmee je de droger aan kan zetten. Dit is een voorbeeld van je was drogen met een schaars goed. Maar de was kan ook drogen door harde wind, dit is een vrij goed.
  • BELANGRIJK! Zowel schaars goed en vrij goed benoemen.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 10 
Om schaarse goederen te produceren zijn productiefactoren nodig. Schaarse goederen kosten dus altijd geld. Jouw middelen zijn beperkt, je kunt niet alles kopen waar je zin in hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Vraag 13
  • a: De staven geven het procentuele verschil t.o.v. een jaar eerder. In januari 2018 is de staaf hoger dan 0 (1,7%). In januari 2018 was de consumptie dus 1,7% hoger dan in 2017.
  • b: Nee, de staaf is wel lager t.o.v. de vorige maand, maar de staven geven van (procentuele) verschil t.o.v. dezelfde maand een jaar eerder. Zolang de staven groter zijn dan 0, is er dus toch groei (t.o.v. een jaar eerder). 

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 15
  • Nee
  • Drinkwater wordt geen schaars goed, maar moet geproduceerd worden en is dus ALTIJD een schaars goed, ook als het probleemloos in ruime mate aanwezig zou zijn.  

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt werken met een budgetlijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Multi-inzetbaar
  • Alternatieve aanwendbaarheid  je kan 1 product op verschillende manieren gebruiken. Bijv.: maïs als biobrandstof of popcorn
  • Budgetlijn --> op deze lijn kan je alle mogelijkheden zien voor je budget

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Oefenopdracht
  • Je hebt een budget van €10,-
  • Een hamburger kost €2,-
  • Een flesje water €1,-
  • Teken de budgetlijn. (Zet de hamburgers op de verticale as) 
  • GEBRUIK HET STAPPENPLAN

Slide 12 - Tekstslide

Bron 4
  1. Wat is er veranderd?
  2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
  3. Wat is dus de oorzaak?

Slide 13 - Tekstslide

Bron 4
  1. Wat is er veranderd?
  2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
  3. Wat is dus de oorzaak?

Slide 14 - Tekstslide

Bron 4
  1. Wat is er veranderd?
  2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
  3. Wat is dus de oorzaak?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat? 1.2 --> 1 tm 6 
  • hoe? Eerste 5 minuten in stilte, daarna FLUISTEREN 

Slide 16 - Tekstslide

Waarom hoort een budgetlijn typisch bij het vak economie thuis?

Slide 17 - Open vraag

Lesdoel
Je kunt werken met een budgetlijn. 

Slide 18 - Tekstslide