P6 Mix opdrachten
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden.
😒🙁😐🙂😃
Slide 7 - Poll
Ik kan de zin verdelen in zinsdelen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 8 - Poll
Ik kan het onderwerp vinden in een zin.
😒🙁😐🙂😃
Slide 9 - Poll
Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin.
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Mijn vader
leest
de krant.
Onderwerp
Persoonsvorm
Lijdend Voorwerp
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp. Stel jezelf de goede vraag!
De kinderen geven oma bloemen.
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp?
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.
Slide 17 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 18 - Sleepvraag
Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je aan je ouders geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Slide 19 - Sleepvraag
lijdend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.
Slide 20 - Sleepvraag
Een lijdend voorwerp ...
A
... kan met een voorzetsel beginnen.
B
... begint nooit met een voorzetsel.
Slide 21 - Quizvraag
Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren
D
wij
Slide 22 - Quizvraag
gegeven?
dat
Waarom
heb
je
hem
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Slide 23 - Sleepvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
altijd
Het lijdend voorwerp
Waar
zet
jij
jouw racefiets
neer?
Slide 24 - Sleepvraag
Ik snap het lijdend voorwerp!
😒🙁😐🙂😃
