de/hetWe weten precies welk ding of welke persoon:
Ik ga wandelen met de hond (mijn hond).
Wat is het antwoord? (Er is maar 1 correct antwoord).
Istanboel is de grootste stad van Turkije (Er is maar 1 grootste stad van Turkije).
een We weten niet precies welk ding of welke persoon:
Daar loopt een hond (Er zijn veel honden, en ik zie er 1).
Iedereen geeft een ander antwoord (We weten niet wie welk antwoord geeft).
Istanboel is een grote stad (Er zijn veel grote steden).