1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren

Examenonderwerpen
Historische Contexten
  1. Het Britse Rijk (1585-1900)
  2. Duitsland in Europa (1918-1991)
  3. Nederland (1948-2008)
Tijdvak 5 t/m 10
Kenmerkende Aspecten 15 & 17-49
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examenonderwerpen
Historische Contexten
  1. Het Britse Rijk (1585-1900)
  2. Duitsland in Europa (1918-1991)
  3. Nederland (1948-2008)
Tijdvak 5 t/m 10
Kenmerkende Aspecten 15 & 17-49

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.

Slide 5 - Tekstslide

Archeologie
Een archeoloog zoekt overblijfselen van de menselijke samenleving, zoals gebruiksvoorwerpen. Oude voorwerpen kunnen je iets vertellen die over het leven van honderden dan wel duizenden jaren geleden.
Prehistorie
Prehistorie is voorgeschiedenis. Vroeger bestonden er geen letters en boeken. Om toch te weten hoe het leven er toen uitzag moeten we het opzoeken, Niet op het internet, maar in de grond! 
Wat je vindt...
...mag je houden? Nee, dat is eigendom van de degene van wie de grond is. Heel voorzichtig onderzoeken acheologen de grond, laagje voor laagje. Net als jij vroeger, in de zandbak...
Artefact
Een artefact is iets wat je vindt in de grond. Een bot, stukje gereedschap of een gebruiksvoorwerp. Zoals een kleibeker.

Slide 6 - Tekstslide

De koninklijke standaard van Ur

Slide 7 - Tekstslide

Vraag?
  • Waar ligt Ur?
  • Wat kun je uit de afbeelding afleiden over: - het bestuur van Ur? - de sociale verschillen in Ur? - de economie van Ur?
  • Bij welke van de drie kenmerkende aspecten past deze bron het best? 

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je al over dit tijdvak?

Slide 9 - Woordweb

videofragment uit game: Far cry primal

Vraag: Wat kun je uit dit fragment afleiden over de leefwijze van de jager-verzamelaars?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat kon jij over het leven van jager-verzamelaars afleiden?

Slide 12 - Open vraag

Ötzi als ijsmummie
Reconstructie van Ötzi

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video


De eerste mensen
  • Homo betekent mens
  • Homo habilis: 'handige mens' (2,1 - 1,5 miljoen jaar geleden)
  • Homo erectus: 'rechtopgaande mens' (1,9 miljoen - 140.000 jaar geleden)
  • Homo sapiens: 'wijze mens' (200.000 jaar geleden tot nu
  • Homo neanderthalensis: 'Neanderthaler' (275.000 - 20.000 jaar geleden)

Slide 15 - Tekstslide

leerdoelen:
Lees de tekst van par 1.1. 

Zoek de leerdoelen van 1.1  / 1.2 en 1.3 op (blz 27)

Maak van de leerdoelen een vraag en beantwoord deze.
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Australopithecus
Homo habilis
Homo erectus
Homo neanderthalensis
Homo sapiens

Slide 17 - Sleepvraag

Antwoorden leerdoelen 1.1 onderdelen 1 en 2

Slide 18 - Open vraag

Antwoorden leerdoelen 1.1 onderdelen 3 en 4

Slide 19 - Open vraag

Antwoorden leerdoelen 1.2 onderdeel 1

Slide 20 - Open vraag

Antwoorden leerdoelen 1.2 onderdeel 2

Slide 21 - Open vraag

Antwoorden leerdoelen 1.3 onderdelen 1 en 2

Slide 22 - Open vraag

Antwoorden leerdoelen 1.3 onderdeel 3

Slide 23 - Open vraag

Kenmerkende aspecten
1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.

Geef van elke bron aan bij welk kenmerkend aspect deze past.
En leg het uit.

Slide 24 - Tekstslide


De eerste mensen

  • Homo betekent mens
  • Homo habilis: 'handige mens' (2,1 - 1,5 miljoen jaar geleden)
  • Homo erectus: 'rechtopgaande mens' (1,9 miljoen - 140.000 jaar geleden)
  • Homo sapiens: 'wijze mens' (200.000 jaar geleden tot nu)

  • Homo neanderthalensis: 'Neanderthaler' (275.000 - 20.000 jaar geleden) 

Slide 25 - Tekstslide

Australopithecus
Homo habilis
Homo erectus
Homo neanderthalensis
Homo sapiens

Slide 26 - Sleepvraag

15.000 v. Chr.
  • Laatste stuk van de laatste IJstijd

  • Nederland was voor een groot deel toendra: gras, mos en lage struiken

  • Wilde dieren: mammoeten, wolven, paarden en rendieren

  • Er woonden ongeveer 1000 mensen in Nederland

Slide 27 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 28 - Tekstslide

oude steentijd
  • gereedschap van steen
  • niet mooi bewerkt
  • weinig verschil met gewone stenen

Slide 29 - Tekstslide

Landbouwrevolutie
  • Revolutie betekent verandering

  • Jager-verzamelaars worden boer

  • De landbouwrevolutie duurde meer dan 1000 jaar: niet iedereen werd tegelijk boer

  • Landbouw bestaat uit: akkerbouw en veeteelt

Slide 30 - Tekstslide

nieuwe steentijd
  • Mooier gereedschap
  • Gaatjes 
  • Gebruikten ook koper

Slide 31 - Tekstslide

1
2.
3
4
5
6
7
8
Jagers en verzamelaars trekken voor het eerst door het Midden-Oosten.
Het klimaat wordt kouder en droger
Dorpen ontstaan
Mensen kunnen sedentair gaan leven
In de natuur komen minder eetbare gewassen en dieren voor
Het klimaat in het Midden-Oosten wordt warmer.
De groepen jagers-verzamelaars worden groter.
Jager-verzamelaars worden gedwongen om te gaan experimenteren met landbouw.

Slide 32 - Sleepvraag

1.2 DORPEN EN STEDEN
Bij dorpen en stadstaten wordt gekeken naar Nederland en het Midden-Oosten

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Ziggurat

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide