8.5 & 8.6 Geluid 3B

8.5 Gehoorschade & 8.6 Geluid opnemen en versterken
.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.5 Gehoorschade & 8.6 Geluid opnemen en versterken
.

Slide 1 - Tekstslide

8.5 Gehoorschade 
.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 8.5 Gehoorschade
  1. Je kunt benoemen wat gehoorschade is.
  2. Je kunt in een grafiek aflezen hoe lang iemand aan een geluidssterkte mag worden blootgesteld. 
  3. Je kunt benoemen hoe het gehoor beschermd kan worden. 
  4. Je kunt een audiogram aflezen.

Slide 3 - Tekstslide

Gehoorschade  
Hard geluid kan je gehoor beschadigen. In je oren gaat dan iets kapot. Daardoor kun je minder goed horen. Je hebt dan gehoorschade. Je oren worden nooit meer beter. 
Van geluid met een sterkte boven 140 dB krijg je meteen gehoorschade. Dit geluid doet pijn aan je oren. Geluid boven 80 dB kan je gehoor ook beschadigen. Dat gebeurt dan niet meteen, maar langzaam. Hoe langer je naar hard geluid luistert, hoe meer kans op gehoorschade.  
 

Slide 4 - Tekstslide

Gehoorschade
In de afbeelding zie je hoelang je naar verschillende geluidsterktes mag luisteren. Hoe harder het geluid, hoe korter je het mag horen. Hoor je het langer, dan krijg je gehoorschade. Daarom moet je op tijd bij het geluid weggaan. Kan dat niet, dan moet je gehoorbeschermers dragen.  

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 6  
Kijk naar punt A in de grafiek van de afbeelding. Punt A staat bij 80 dB en bij 8 uur. Naar geluid van 80 dB kun je dus 8 uur luisteren zonder kans op gehoorschade. Kijk naar punt B in de grafiek. Punt B staat bij 83 dB en bij 4 uur. Naar geluid van 83 dB kun je dus maar 4 uur luisteren zonder kans op gehoorschade.

Slide 6 - Tekstslide

Schadelijk geluid
Geluidssterkte rond pijngrens; 
onmiddelijk gevaar voor beschadiging.
80 dB (A)- 8 uur
2 x zo hard geluid, 
2 x zo kort blootstellen
83 dB (A) - 4 uur
86 dB (A) - 2 uur etc.

Slide 7 - Tekstslide

Gehoorschade voorkomen  
Om gehoorschade te voorkomen, kun je op tijd weggaan bij het geluid. Maar soms gaat dat niet. Bijvoorbeeld als je moet werken met machines die veel geluid maken. Dan kun je oorkappen gebruiken (zie afbeelding 1). 

Slide 8 - Tekstslide

Gehoorschade voorkomen  
Bij een concert staat het geluid vaak harder dan 100 dB. Veel mensen dragen daarom oordoppen bij een concert (zie afbeelding 2). Muzikanten en dj's hebben kans op gehoorschade, omdat ze vaak werken met hard geluid. 

Slide 9 - Tekstslide

Audiogram
Een grafiek waar 
je kunt zien hoe je 
gehoor functioneert. 


Slide 10 - Tekstslide

 audiogram van mensen van verschillende leeftijden
een gehoor-apparaat

Slide 11 - Tekstslide

Onthouden!  
Door hard geluid kun je gehoorschade krijgen.  
Gehoorschade kan nooit meer genezen.  
Gehoorschade kun je voorkomen met gehoor-bescherming.  
Een audioloog meet of je gehoorverlies hebt.  
Een audiogram is een grafiek van het gehoorverlies.  
Iemand met veel gehoorverlies heeft een gehoor-apparaat nodig.  
Oude mensen gaan steeds slechter horen.

Slide 12 - Tekstslide

8.6 Geluid opnemen en versterken
.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen 8.6 Geluid opnemen en versterken
  1. Je kunt de onderdelen van een microfoon benoemen. 
  2. Je kunt de werking van een microfoon beschrijven. 
  3. Je kunt de onderdelen van een luidspreker benoemen. 
  4. Je kunt de werking van een luidspreker beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

 De microfoon  
Zonder muziek is het leven een stuk saaier. Muziek hoor je live bij een concert. Of je luistert naar opgenomen muziek, bijvoorbeeld een mp3.  
Om geluid op te nemen gebruik je een microfoon (zie afbeelding 1). 

Slide 15 - Tekstslide

 De microfoon  
In afbeelding 2 zie je de belangrijke onderdelen van een microfoon:  
- het membraan, een dun plaatje dat kan trillen;  
- een spoel van gewikkeld koperdraad;  
- een permanente magneet. 

Slide 16 - Tekstslide

Geluid is trilling van de lucht. Als de trillingen bij de microfoon komen, gaat het membraan ook trillen. Het membraan zit vast aan de spoel. De spoel gaat dan ook trillen.  
 In de spoel zit een kern. Die kern is een pool van een permanente magneet. Als de spoel gaat bewegen, wordt een wisselspanning opgewekt. Daardoor gaat door de spoel een wisselstroom lopen. Dit heb je geleerd in hoofdstuk 7.  
 De wisselstroom gaat via een snoer naar een versterker. Een versterker maakt de wisselstroom sterker. De versterkte wisselstroom gaat naar een luidspreker. Je hoort de muziek en zang.  
 Je kunt muziek en zang ook opnemen. De wisselstroom gaat dan niet naar een luidspreker, maar naar een opname-apparaat. Daarin wordt het geluid opgeslagen. 

Slide 17 - Tekstslide

De luidspreker  
In afbeelding 3 zie je de belangrijke onderdelen van een luidspreker. De onderdelen lijken op die van een microfoon. Ook in een luidspreker zitten een permanente magneet en een spoel. Alleen de conus is anders. 
Een microfoon zet geluid om in wisselstroom. Een luidspreker zet wisselstroom om in geluid. De werking is dus omgekeerd. 

Slide 18 - Tekstslide

Zo werkt een luidspreker:  
- Vanaf de versterker gaat de wisselstroom naar de spoel.  
- De spoel wordt daardoor magnetisch. Het magnetisch veld wisselt steeds, omdat de stroom wisselt.  
- De spoel en de magneet trekken elkaar aan en stoten elkaar af. 
- Tussen de spoel en de magneet zit een stalen plaatje. Dat plaatje gaat trillen.  
- De conus zit vast aan het stalen plaatje. De conus gaat ook trillen.  
- De lucht rond de conus gaat trillen. Nu hoor je geluid. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: Lees en maak opgaven van H8
     Wanneer: Zorg dat dit voor volgende les af is.      
Hoe: uit je boek        
Klaar?: Als je klaar bent maak test jezelf op blz. 220 t/m 223 of kijk je je werk na.

Slide 20 - Tekstslide

Onthouden!  
Geluid opnemen doe je met een microfoon.  
Het geluid wordt omgezet in wisselstroom.  
Een versterker versterkt de wisselstroom.  
Een luidspreker zet de wisselstroom om in trillingen.  
In een opname-apparaat wordt geluid opgeslagen.

Slide 21 - Tekstslide