Les 1 VTH AF introductie

Mens als werkend geheel (1)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mens als werkend geheel (1)

Slide 1 - Tekstslide

Module VTH AF
7 losse modules die ieder 10 weken duren. De 7 modules zijn:

  • Mens als werkend geheel 1
  • Mens als werkend geheel 2
  • Circulatiestelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Urinestelsel
  • Spijsverteringsstelsel
  • Hormoonstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw module
  • Startpagina: op deze pagina staat kort wat er aangeboden wordt in de module en wat je kunt verwachten.
  • Inleiding: hier vind je een introductie over de module waar je mee aan de slag gaat.
  • Doelstellingen: de doelstellingen van de module.
  • Afronding: informatie over hoe je de module kan afronden. (eindopdracht)
  • Onderwerpen: voorbereiding, verdieping, checking. (VTH, AF
  • Theorie in Learnbeat.
 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Algemene doelen
  • Je legt in eigen woorden uit wat hygiëne is en waarom het van belang is
  • Je kunt oplossingen en verdunningen berekenen
  • Je voert bed-verzorging uit
  • Je benoemt de opbouw en functies van het menselijk lichaam, cel, orgaanstelsel en de huid
  • Je herkent verschillende wonden en kunt deze monitoren en past de juiste wondzorg toe
  • Je weet hoe wondclassificatiesystemen werken en kunt wondbehandelplannen gebruiken, waarbij technologische hulpmiddelen ingezet (kunnen) worden voor een effectieve wondgenezing
  • Je benoemt verschillende verbanden, weet de kennis hierover te verantwoorden en past de juiste techniek toe in het aanbrengen van verbanden (zwachtelen)
  • Je trekt steunkousen aan en uit

Slide 5 - Tekstslide

Even opfrissen
Inleiding anatomie, fysiologie en pathologie

Slide 6 - Tekstslide

Wat is anatomie?
A
De studie van het ontstaan en het verloop van ziekten.
B
De studie van de opbouw van planten en bloemen.
C
De biologische wetenschap die de levensverrichtingen van organismen bestudeert.
D
Bestudeert organen en orgaansystemen van het menselijk lichaam.

Slide 7 - Quizvraag

Anatomie-Topografie
  • Waar ligt het orgaan.
  • Hoe liggen organen ten opzichte van elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

Anatomie-Histologie
  • De structuur, opbouw binnen in het orgaan, weefsel.
  • Welk instrument is nodig voor de histologie?

Slide 9 - Tekstslide

Fysiologie
  • Functie/ functioneren van een orgaan, weefsel of een cel.

Slide 10 - Tekstslide

Pathologie
Het woord 'pathologie' is een samenstelling van het Griekse pathos (= ziekte) en logos (= leer), en betekent dus: ziekteleer. Pathologie als medisch specialisme houdt zich bezig met het ontstaan en verloop van ziekten.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een orgaanstelsel/ orgaansysteem?

Slide 12 - Open vraag

Definitie
Een orgaansysteem of orgaanstelsel is een geheel van organen die samen een functioneel geheel vormen. Een orgaansysteem wordt meestal in zijn geheel bestudeerd of onderzocht.

Slide 13 - Tekstslide

WAT NOEMEN WE EEN ORGAANSYSTEEM?

Slide 14 - Open vraag

ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSYSTEEM
WEEFSEL
CEL

Slide 15 - Sleepvraag

Van groot naar klein.

Slide 16 - Tekstslide

Bevoegd en bekwaam

Slide 17 - Tekstslide

Casus wetgeving
Mevrouw Hilverda is op de longafdeling van het Zwaagziekenhuis opgenomen. Mevrouw heeft last van blaasretentie. 
De behandelend arts geeft de opdracht om bij mevrouw Hilverda drie keer per dag intermitterende blaaskatheterisatie toe te passen. Estelle heeft tijdens haar opleiding uitgebreid theorie over blaaskatheterisatie gehad. In haar eindstage heeft ze vaak kunnen oefenen met het inbrengen van een katheter. Nadat ze een aantal keren onder begeleiding een katheter heeft geplaatst, geeft haar stagebegeleider aan dat ze dit voortaan zelfstandig mag doen. Na haar diplomering is Estelle op de longafdeling gaan werken. Hier werkt ze nu een jaar. Blaaskatheterisatie komt zelden voor op de longafdeling. 
Is Estelle bevoegd om deze handeling uit te voeren?

Slide 18 - Tekstslide

Bekwaam maakt wel bevoegd, maar bevoegd maakt niet altijd bekwaam.
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quizvraag

Weet je niet of je je bekwaam voelt voor een handeling? Stel jezelf dan de volgende vragen:
  • Weet je wat jouw verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn bij deze handeling?
  • Weet je wat de risico’s zijn bij deze handeling?
  • Wat doe je om de risico’s zo klein mogelijk te houden?
  • Wat doe je als het toch misgaat?

Slide 20 - Tekstslide

Als je het over bevoegd- en bekwaamheid hebt, met welke Wet heb je dan te maken?
A
WGBO
B
AVG
C
Wet BIG
D
Wet zorg en dwang

Slide 21 - Quizvraag

WET BIG bevoegd/bekwaam
Hebben alles te maken met patiënt veiligheid.
Signaleren van fouten en misstanden in de zorg noodzakelijk om alert te blijven op de patiëntveiligheid.

Slide 22 - Tekstslide

Bevoegd & bekwaam
Bevoegd = in een specifieke handeling geschoold zijn waardoor de kennis die hoort bij de handeling aanwezig is. 

Bekwaam = geoefend zijn in een specifieke handeling waardoor je jezelf bekwaam voelt deze uit te voeren

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk
  • Beginsituatie bepalen: vul de rubric in en bewaar deze goed voor jezelf! (bewijsstuk)
  • Opdracht met je subgroep; volgende dia.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht met je sugroep

  • Subgroepje
  • Teken het menselijk lichaam op 2 flapovers, plak deze aan elkaar.
  • Teken de organen in het lichaam en beschrijf welk orgaan het is en hun functie. 
  • Presenteer je tekening aan elkaar.
  • Welke tekening is het mooist?

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk week 
Zie studieplanner in learnbeat.
Bestudeer de literatuur uit de voorbereiding voor volgende week:
Wet en regelgeving in de zorg. 
2.3 Wetten die eisen stellen aan de kwaliteit van zorg.
A t/m F (zie studieplanner in learnbeat)  

Slide 26 - Tekstslide