1TH/Vwo §2.4 Decimale getallen

§ 2.4 Decimal numbers
Enkele belangrijke dingen volgen nu.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§ 2.4 Decimal numbers
Enkele belangrijke dingen volgen nu.

Slide 1 - Tekstslide

Breuken  -  decimale getallen
Die hebben veel met elkaar te maken!
We kunnen een breuk schrijven als een decimaal getal:
                          = 0.8,   of 
                                                             = 0.75


54
43

Slide 2 - Tekstslide

Om een breuk als een decimaal getal te schrijven, moeten we de breuk eerst met een noemer als 10, 100 of zelfs 100 schrijven!
  
Bij voorbeeld:
5                =    5                 =  5.85                                 

             =               =                = 0.175   Probeer het nu zelf!
2017
407
10085
20035
1000175
10085

Slide 3 - Tekstslide

306
Taak 1: Schrijf als een decimaal getal:

Slide 4 - Woordweb

Taak 1  Verklaring:
Zó schrijf je een getal met 10, 100 of 1000 als noemer:

=                         =                   =   0.2        
306
51
102

Slide 5 - Tekstslide

2503
timer
0:30
Taak 2:
Schrijf als een decimaal getal:

Slide 6 - Woordweb

Taak 2  Uitleg:
Nu hebben we 1000 nodig als noemer:
=                         =       0.012               
2503
100012

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Afronden kan ons een beter overzicht geven: 
Bij voorbeeld:
Als je in de krant leest dat 
'298 785 schapen werd vervoerd',
dan is het zinvol om dit af te ronden:
'Ongeveer 300 duizend schapen werden vervoerd.'

Slide 9 - Tekstslide

Afronden... (1)
kijk naar de volgende slide hoe je dat doet!

Slide 10 - Tekstslide

Afronden ... (2)
Je cijfers worden aan het eind van het jaar afgerond:
+      7.79 voor Frans wordt een 7.8 op je rapport
+      5.73 voor Geschiedenis wordt een 5.7 op je rapport
Hoe werkt dit? Kijk maar eens!

Slide 11 - Tekstslide

Rond af op twee decimalen.
Denk hier eens goed over na!
4.7386
timer
0:20

Slide 12 - Tekstslide

Aanpak afronden:

Omdat je op twee decimalen afrondt, 
trek je een verticale lijn ACHTER de 2e decimaal (dat is de 3).
4.7386

Slide 13 - Tekstslide

4.73 86
De regel voor afronden:
Als het cijfer rechts van de 3 een 5 is, of hoger, dan wordt de 3 eentje hoger gemaakt. In plaats van 'een 5 of hoger' kunnen we ook zeggen: 'hoger dan 4'.
In dit geval: 8 is hoger dan 4 dus het afgeronde getal wordt:  4.74
Je ziet: de 3 verandert in een 4!

Slide 14 - Tekstslide

Samengevat:     4.7386    .......
4.7386                     wordt 4.74,
omdat de 8 achter de 3 hoger is dan 4

Slide 15 - Tekstslide

timer
0:20
Taak 3: Rond af op twee decimalen:
79.6754

Slide 16 - Woordweb

Oplossing:
79.6754                      79.68
Omdat 5 hoort bij '5 of meer', wordt de 7 eentje opgehoogd.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk tijd.
+  doe §2.4 Decimale getallen
+ check je werk met het Uitwerkingenboek
+ maak foto's van je huiswerk en
+ stuur deze in in GC         

Slide 19 - Tekstslide