3H 3.2 Lezen

3.2 Lezen
Betoog
Kritisch lezen van argumenten
Relaties tussen tekstdelen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Lezen
Betoog
Kritisch lezen van argumenten
Relaties tussen tekstdelen

Slide 1 - Tekstslide

Betoog
- Tekstdoel: overtuigen
- Vaak een driedeling

Inleiding: mening
Kern: argumenten
Slot: conclusie

Slide 2 - Tekstslide

Betoog
Tekstvorm: beoordeling

- Heeft vaak een tweedeling:
1. beschrijving van film, product, boek, etc. 
2. beoordeling van kwaliteit


Slide 3 - Tekstslide

Leg uit dat in een filmbespreking altijd sprake is van twee tekstdoelen.

Slide 4 - Open vraag

Welk tekstdoel hoort bij beschrijving en welk tekstdoel bij beoordeling?
overtuigen
Informeren
Beoordeling
Beschrijving

Slide 5 - Sleepvraag

Kritisch lezen van argumenten
Objectieve argumenten: 
feiten/ gegevens uit onderzoek
Subjectieve argumenten: 
meningen, persoonlijke indrukken/ ervaringen, voorspellingen, vermoedens

Slide 6 - Tekstslide

Wat is objectieve informatie?
A
Met feiten die je kunt controleren
B
Met goeie argumenten
C
Met meningen die je niet kunt controleren
D
Met slechte argumenten

Slide 7 - Quizvraag

Subjectieve informatie

Slide 8 - Woordweb

Subjectieve informatie is per definitie onbetrouwbaar
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

subjectieve informatie is per definitie onbetrouwbaar

Niet waar, Ook subjectieve informatie kan betrouwbaar
zijn. Een mening of een interpretatie kan heel
overtuigend zijn, als hij aansluit op wat jezelf weet over
het onderwerp. Of als de informatie afkomstig is van
iemand van wie je weet dat hij heel deskundig is op een
bepaald gebied. 

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende politieke partijen willen kolencentrales zo spoedig mogelijk sluiten. Hun argument: De centrales hebben, vergeleken met andere engergieopwekkers, een hoge uitstoot aan CO2 en fijnstof. Objectief of subjectief?

Slide 11 - Open vraag

Stel, je leest een artikel dat de schrijver niet gelooft dat de aarde verder opwarmt. Zijn argument: Ik heb het het hele voorjaar koud gehad. Objectief of subjectief?

Slide 12 - Open vraag

Kan in een betoog objectieve informatie staan? Leg uit.

Slide 13 - Open vraag

Relaties tussen tekstdelen
Functies van inleiding en slot heb je al gehad. 
Alinea's in de kern hebben ook een functie. 
Functiewoorden: geven aan wat functie is tov voorafgaand/ volgend tekstdeel. 
Signaalwoorden helpen je bij het herkennen van de functies. 

havo: blz. 102

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke functies kun je tegenkomen in de inleiding?
A
argument, constatering, probleem
B
toelichting, aanleiding, stelling
C
aanleiding, probleem, vraag
D
weerlegging, constatering, probleemstelling,

Slide 16 - Quizvraag

Welke functies kun je tegenkomen in het slot? (blz. 102)

Slide 17 - Open vraag

Noem drie functies die je vooral aantreft in een betoog.

Slide 18 - Open vraag

Extra oefenen met functiewoorden:

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/functiewoorden/


Slide 19 - Tekstslide