3.3 fossiele brandstoffen

H3: ORGANISCHE CHEMIE    par 4
FOSSIELE BRANDSTOFFEN
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3: ORGANISCHE CHEMIE    par 4
FOSSIELE BRANDSTOFFEN

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe fossiele brandstoffen worden gewonnen
  • Je kunt beschrijven hoe aardolie destillatie wordt toegepast en uitgevoerd en welk proces hieraan ten grondslag ligt
  • Je kunt begrippen bij het raffineren van aardolie herkennen, beschrijven en verbeteringen hiervoor bedenken

Slide 2 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Koolstofverbindingen die miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven. Ze bevatten de atoomsoorten C, H en soms ook S, N of O.

Voorbeelden:
aardolie, steenkool, aardgas, bruinkool


Slide 3 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Steenkool:
ontstaan door dikke lagen plantaardig materiaal dat wordt samengeperst door lagen klei en zand.
Door de druk neemt de temperatuur toe en treedt thermolyse (ontleding door warmte) op.
Dan ontstaat eerst veen of turf. Ook dit zijn brandstoffen. Deze lagen zitten dicht aan de oppervlk. Bij hogere druk ontstaat bruinkool (in Duitsland wordt nog 25 % van de energie hiermee opgewekt). Uit bruinkool kan steenkool ontstaan.  Steenkool is voornamelijk koolstof: C



a

Slide 4 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Aardgas :
ontstaat als bijproduct bij vorming van steenkool en aardolie.
Bestaat vooral uit methaan: CH4

Daarnaast bevat aardgas bijvoorbeeld ethaan, koolstofdioxide en stikstof.
Voordelen t.o.v. aardolie en steenkool is dat er minder schadelijke stoffen in zitten. Het is een schonere brandstof.
Omdat je bij steenkool alleen "C" verbrandt en bij methaan ook "H" komt er per geleverde hoeveelheid warmte (Joule) minder CO2 vrij.





Slide 5 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Aardgas :
Aardgas is vaak door de natuurlijke druk makkelijk te winnen.
Maar aardgas wordt ook gewonnen uit schalie. Dit is een harde kleisoort.
om het gesteente te breken wordt een injectievloeistof gebruikt. De klei breekt in kleine stukjes waardoor het gas vrij komt. Dit heet fracking.dit is een omstreden methode vanwege de verontreiniging en kan op bodemdaling en aardschokken.





Slide 6 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Synthesegas:
Uit aardgas wordt ook synthesegas gemaakt:
CH4 (g) + H2O (g) -> CO (g) + 3H2 (g)

Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt bij de productie van stoffen als kunstmest, methanol en bij de productie van kunststoffen.





Slide 7 - Tekstslide

Wat is geen fossiele brandstof?
(20 s)
A
aardolie
B
steenkool
C
bio-alcohol
D
aardgas

Slide 8 - Quizvraag

Welke voorstadia heeft steenkool?

(20 s)
A
eerst turf dan bruinkool
B
eerst aardgas dan turf
C
eerst bruinkool dan turf
D
eerst aardolie dan bruinkool

Slide 9 - Quizvraag

Welke atoomsoorten bevatten fossiele brandstoffen vooral?

(20 s)
A
C en H
B
C en O
C
N en H
D
H en O

Slide 10 - Quizvraag

Schaliegas bestaat uit:

(30 s)
A
waterdamp en koolstofdioxidegas
B
waterdamp en koolstofmono-oxidegas
C
waterstofgas en koolstofdioxidegas
D
waterstofgas en koolstofmono-oxidegas

Slide 11 - Quizvraag

Steenkool ontstaat door:

(20 s)
A
fotolyse
B
reactie met waterdamp
C
thermolyse
D
reactie met zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Fossiele brandstoffen:
Aardolie:
ontstaat door thermolyse van organisch materiaal onder hoge druk en temperatuur op de oceaanbodem. Door hoge druk vindt het eenweg naar boven.






Slide 13 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Aardolie:
Aardolie is een complex mengsel; duizenden verschillende stoffen.
Daarom geen "gewone destillatie" waarbij 2 fracties ontstaan maar gefractioneerde destillatie.







Slide 14 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Gefractioneerde destillatie:

Destillatie in meerdere destillaten:
Het complexe mengsel wordt verdeeld
in deelmengsels. Fractie = deel







Slide 15 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Bij gefractioneerde destillatie:
  •    Is de kolom verdeeld in schotels
  •     Zijn er meerdere destillaten: fracties
  •     Is het onderin de kolom heet (360 oC),
           bovenin koel (buitentemperatuur)
  •     Fracties onderin: hoog kooktraject
  •     Fracties bovenin: laag kooktraject
  •     Is er sprake van een continu proces

Slide 16 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen:
Kraken:
De nafta fractie bevat koolwaterstoffen met 5 tot 10 C-atomen .
Deze worden door een ontledingsreactie afgebroken tot kleinere
alkanen en alkenen.
Bijv. C8H18  ->  C4H10  +  C4H8
          octaan       butaan     buteen

Door reformeren (reactie met behulp van een katalysator) krijg je meer zijgroepen of aromatische verbindingen.







Slide 17 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met gefractioneerde destillatie? Tijdens de destillatie:

(30 s)
A
vinden verschillende stappen (=gefractioneerd) plaats.
B
worden de koolwaterstofketens in kleinere stukken gebroken en ontstaan er verschillende fracties.
C
wordt de aardolie gescheiden in verschillende deelmengsels.
D
wordt de aardolie gescheiden in verschillende stoffen met hetzelfde kookpunten.

Slide 18 - Quizvraag

In een destillatietoren wordt aardolie gescheiden in verschillende fracties.
Wat wordt bedoeld met een fractie?
(30 s)
A
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met hetzelfde smeltpunt.
B
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met een bepaald smelttraject.
C
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met hetzelfde kookpunt.
D
Een fractie bestaat uit koolwaterstoffen met een bepaald kooktraject.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is waar?

(20 s)
A
Hoe lager de schotel, hoe lager het kookpunt.
B
Hoe hoger de schotel, hoe hoger het kookpunt.
C
Hoe hoger de schotel, hoe hoger het kooktraject.
D
Hoe hoger de schotel, hoe lager het kooktraject.

Slide 20 - Quizvraag

Welke type (chemische) reactie vindt plaats bij kraken?

(20 s)
A
een ontledingsreactie
B
een vormingsreactie
C
een katalytische reactie
D
een verbrandingsreactie

Slide 21 - Quizvraag

Bij het kraken van een koolwaterstof ontstaan...

(30 s)
A
alleen verzadigde koolwaterstoffen
B
aromatische koolwaterstoffen
C
een mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen
D
alleen onverzadigde koolwaterstoffen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?

(30 s)
A
Lange koolwaterstoffen geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar deze koolwaterstoffen is groter.
C
Kortere koolwaterstoffen zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstoffen zijn moeilijk op te slaan.

Slide 23 - Quizvraag

waar
niet waar
bij kraken knip je een groot molecuul in stukjes
In een destillatietoren komt de fractie met het hoogste kookpunt boven in
Koolstofchemie gaat over stoffen waarvan de moleculen als basis C- en H- atomen hebben
Destilleren berust op verschil in smeltpunt 
Bij reformen krijg je meer zijtakken
 aan de koolwaterstof

Slide 24 - Sleepvraag

Huiswerk voor de volgende les
Lees 3.4 en maak de opdrachten 24 t/m 33
Ook donderdag in de les mag je hieraan werken.

Kijk eventueel de uitlegfilmpje op Kemia H3, nr. 12,13, 14

Slide 25 - Tekstslide