HAVO - Britse rijk - Week 1 - les 1 - HW - Quiz tijdvak 5 en 6

Herhaling tijdvak 5 en 6
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling tijdvak 5 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst

Slide 2 - Quizvraag

Humanisme betekent:
A
Leven waarin god centraal staat
B
Leven waarbij de mens centraal staat
C
Godsdienst waarbij de natuur belangrijkst is
D
Een ander woord voor reformatie

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor verspreidde de reformatie snel over Europa?


A
handel
B
nieuwe wegen
C
ontdekkingsreizigers
D
boekdrukkunst

Slide 4 - Quizvraag

Tijdvak 6 is de periode .....
A
1600-1700
B
1500-1600
C
1650-1750
D
1700-1800

Slide 5 - Quizvraag

In de Republiek was de macht in handen van ....
A
Regering
B
Adel
C
Regenten
D
Koning

Slide 6 - Quizvraag

De driehoekshandel voer van...
A
Europa > Afrika > Azië
B
Europa > Azië > Amerika
C
Europa > Amerika > Azië
D
Europa > Afrika > Amerika

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort NIET bij de wetenschappelijke Revolutie
A
experimenteren
B
blind vertrouwen op oude Griekse teksten
C
observeren
D
toepassing van wiskunde en logica.

Slide 8 - Quizvraag

Tijdvak 5 is de periode .....
A
1600-1700
B
1500-1600
C
1650-1750
D
1700-1800

Slide 9 - Quizvraag

Aan wie legt Lodewijk XIV verantwoording af?
A
aan het leger
B
aan god
C
aan het volk
D
aan de adel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN motief voor de Europese expansie?
A
Winst maken door te handelen
B
Volkeren bekeren tot het christendom
C
Vorsten wilden macht uitbreiden
D
Verspreiden wetenschap en techniek

Slide 11 - Quizvraag

Wat waren de twee overeenkomsten tussen de VOC en de WIC?
A
Ze werkten samen in een compagnie.
B
Ze voeren met grote handelsschepen op Indië.
C
Ze brachten allebei hun handelswaar naar Amerika.
D
Ze hadden allebei een monopolie op de handel.

Slide 12 - Quizvraag


Wat was de aanleiding voor de Amerikaanse Revolutie?
A
Belastingen
B
Slavernij
C
Geen connectie meer met Engeland
D
De Onafhankelijkheids-verklaring

Slide 13 - Quizvraag

De Franse Revolutie is geinspireerd door
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
De Wetenschappelijke revolutie

Slide 14 - Quizvraag

Met welke twee uitspraken is Luther het eens?
A
Iedereen moet de bijbel lezen
B
Een plek in de hemel is te koop
C
Er moesten meer priesters komen
D
De paus bepaalt niet wie er in de hemel komt

Slide 15 - Quizvraag

Welke twee zinnen zijn juist?
A
Erasmus' kritiek was vergelijkbaar met Luther
B
Luther vertaalde de bijbel in het Nederlands
C
Een ander woord voor hervorming is Renaissance
D
Zonder boekdrukkunst had Luther veel minder aanhangers gehad

Slide 16 - Quizvraag


In welke twee grote groepen raakte het christendom door de Reformatie verdeeld?

A
katholieken en luthersen
B
protestanten en gereformeerden
C
protestanten en katholieken
D
calvinisten en katholieken

Slide 17 - Quizvraag

Veel van de buitenlandse geleerden als Descartes kwamen naar Nederland, waardoor de cultuur tot bloei komt. Waarom kwamen ze juist naar de republiek?
A
Hier was gewetensvrijheid
B
Hier spreken mensen veel talen
C
Hier was iedereen gelijk
D
Hier was het klimaat beter

Slide 18 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect past niet bij tijdvak 5 ?

A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
C
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
D
Het begin van de Europese overzeese-expansie

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel kende je nog heel goed?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Welk onderdeel moet je nog even herhalen?

Slide 22 - Open vraag