Toetsvoorbereiding M3 de stad

TOETSVOORBEREIDING Beeldend PTA 3&4
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

TOETSVOORBEREIDING Beeldend PTA 3&4

Slide 1 - Tekstslide

Praktijktoets 3 en 4
-In kleine groepjes ingedeeld
-Praktijktoets 3: schetsen/ontwerp/idee voor lino wordt beoordeeld. Plus je schrijft een korte reflectie tijdens de toets.
-Praktijktoets 4: Je neemt jouw 4 kunstwerken mee en deze voegen we samen in een kleine tentoonstelling.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Noem een aspect van de voorstelling waardoor de portretten expressief zijn.

Slide 14 - Open vraag

Noem 1 aspect van de vormgeving waardoor het portret expressief is. Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Om de foto op afb 13 te maken moest de jongen de fotograaf vertrouwen.

> Geef twee redenen waarom de jongen de fotograaf moest kunnen vertrouwen.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het kunstwerk op afb 8 en 9 heet "Wolkenpoort"
>Verklaar het woord "wolken" en het woord "poort" uit de titel.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Bekijk afb 8 en 9. Het kunstwerk is geïnspireerd op kwik; een vloeibaar metaal.
>noem twee aspecten van de vormgeving waardoor het kunstwerk op kwik lijkt. Leg je antwoorden uit.

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

>Noem twee handelingen die tijdens de opbouw nodig waren zodat de constructie onzichtbaar zou zijn.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

>Noem drie contrasten tussen het kunstwerk en de gebouwen in de omgeving. Noem bij elk contrast zowel het kunstwerk als de gebouwen in de omgeving.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide