Introduceer het thema van dit lesblok: Portretten en stel vragen. Waar zou dit lesblok over kunnen gaan?
Vertel in het kort wat de leerlingen kunnen verwachten van de voorbereidende les.
Heeft iemand ooit een portret van jou gemaakt?
Slide 3 - Tekstslide
Stel de leerlingen de vraag of iemand ooit een portret van ze gemaakt heeft.
Nieuw woord:
Portret
Wat is een portret?
Slide 4 - Tekstslide
Stel de leerlingen vragen:
Wanneer maken mensen foto’s van elkaar?
Wanneer wordt iemand geportretteerd?
Wat is een portret?
Nieuw woord: portret. Bespreek dit woord.
Portretten kom je overal tegen!
Slide 5 - Tekstslide
Laat de voorbeelden op het digibord zien en bespreek ze kort. Leerlingen worden zich bewust dat je in het dagelijks leven overal portretten tegen komt.
Stel de leerlingen vragen:
Welke gezichtsuitdrukkingen zien jullie op de portretten?
Waar komen jullie nog meer portretten tegen?
Wanneer zie je je eigen portret?
Slide 6 - Tekstslide
Je gaat samen met de leerlingen inzoomen op portretten uit hun eigen omgeving. Laat de foto’s op het digibord zien en bespreek ze kort. Het is de bedoeling dat de leerlingen geïnspireerd raken door de diversiteit aan portretten die je in Almere tegen kan komen. Herkennen de leerlingen sommige portetten?
Ook op straat in Almere kom je portretten tegen, bijvoorbeeld bij het Street Art Festival. Tijdens dit festival worden er portretten op de stoep geschilderd door kunstenaars.
Paul de Reus, Koester Diversiteit
Slide 7 - Tekstslide
In Almere-Haven staat dit kunstwerk van Paul de Reus.
Stel vragen:
Waar zien jullie hier portretten?
Welke gezichtsuitdrukkingen zien jullie?
Wie weet waar dit kunstwerk precies staat?
Wat zie je? Welke gezichtsuitdrukkingen zien jullie?
Slide 8 - Tekstslide
Een beeldhouwwerk kan ook een portret zijn.
Stel vragen:
Wat zie je?
Welke gezichtsuitdrukkingen zien jullie?
Waarom heeft deze persoon deze gezichtsuitdrukking?
Kunstwerk voor René Kempenaar
Slide 9 - Tekstslide
In Almere -Stad staat het kunstwerk voor René Kempenaar, een bijzondere Almeerder. Hij heeft veel gedaan voor jongeren in de stad en toen hij overleed werd er een kunstwerk gemaakt om hem te eren en herdenken. Het is een mozaïek kunstwerk en de jongeren hebben zelf geholpen bij het leggen van de steentjes.
Een mozaïek kan ook een portret zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Veel kunstenaars hebben zich laten inspireren en een portret van René Kempenaar gemaakt. Wat voor verschillende soorten portretten zie je hier?
Antwoord: Graffiti, beeldhouwkunst en fotografie.
Waarom maken mensen portretten?
Slide 11 - Tekstslide
Stel de leerlingen vragen:
Waarom maken mensen portretten?
Kunnen jullie nog redenen bedenken?
Voorbeelden:
- Om belangrijke momenten vast te leggen en te onthouden.
- Om bijzondere personen te eren en te herinneren.
- Om een verhaal te vertellen of een boodschap over te brengen.
Nieuw woord:
Fotograaf
Bekijk de foto's. Welke overeenkomsten en verschillen zie je?
Slide 12 - Tekstslide
Je gaat samen met de leerlingen naar verschillende portretten kijken die op elkaar lijken. Verdeel de klas in kleine groepjes. De leerlingen bekijken zorgvuldig de portretfoto's en bespreken in hun groepjes de overeenkomsten en verschillen tussen mensen die op het eerste gezicht sterk op elkaar lijken.
Nieuw woord: fotograaf. Bespreek dit woord.
Slide 13 - Tekstslide
Bespreek de resultaten gezamenlijk in de klas. Stel de leerlingen vragen zoals:
Welke verschillen vallen jullie op?
Wat is hetzelfde en wat is anders?
Hoe zie je dat, waar zie je dat aan?
Nodig de leerlingen in hun groepjes uit om aan de hand van de foto's een filosofisch gesprek te voeren over de vraag: 'Is iedereen uniek?'
Wie heeft wel eens een selfie gemaakt?
Nieuw woord:
Selfie
Slide 14 - Tekstslide
Zijn de leerlingen bekend met een ‘selfie’? Wie heeft er wel eens een selfie gemaakt?
Nieuw woord: selfie. Bespreek dit woord.
Slide 15 - Tekstslide
Ook zijn er voorbeelden van portretten van Almeerse burgemeesters die allemaal op een andere manier geportretteerd worden. Bespreek de verschillen en overeenkomsten met de leerlingen. Leerlingen leren zo om te kijken naar verschillende aspecten van fotografie.
Stel de leerlingen vragen:
Wat staat er op de voorgrond?
Wat staat er op de achtergrond?
Waar is de geportretteerde?
In welke omgeving staat de persoon?
Wat zegt dit over deze persoon?
Waarom zou de fotograaf hiervoor gekozen hebben?
Ik ben de huidige burgemeester van Almere.
Slide 16 - Tekstslide
Dit is de huidige burgemeester van Almere. Wat valt op aan zijn portret?
Kijk goed naar de foto's die volgen en bespreek de vragen met je groepje.
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht: In de volgende 6 slides gaan de leerlingen foto’s bekijken en daar vragen over beantwoorden.
Stimuleer leerlingen om open te staan voor ideeën van anderen, om argumenten te gebruiken, om goed te luisteren naar een ander en goed te kijken.
Leerlingen bespreken de beelden van het digibord in hun groepje. Ze bespreken aan de hand van de foto’s verschillende aspecten van portretten en fotografie:
Dieren portretten.
Fotobewerking, wat is echt, wat is niet echt?
Hoe is een foto gemaakt?
Gezichtsuitdrukkingen
Belichting
Heeft een dier een portret?
Slide 18 - Tekstslide
Heeft een dier een portret? Waarom wel of waarom niet?
Bespreek ook het verschil tussen staande en liggende foto’s.
Klopt dit wel?
Hoe zou deze foto gemaakt zijn?
Nieuw woord:
Poseren
Slide 19 - Tekstslide
Klopt dit wel? Hoe zou deze foto gemaakt zijn?
Nieuw woord: poseren. Bespreek dit woord.
Wat zien jullie?
Kan dat wel in het echt?
Hoe zou deze foto gemaakt zijn? Hoe zie je dat?
Heb je wel eens een foto bewerkt met photoshop?
Slide 20 - Tekstslide
Stel vragen:
Wat zien jullie?
Kan dit wel in het echt?
Hoe zou deze foto zijn gemaakt?
Hoe zie je dat?
Heb je wel eens met Photoshop gewerkt?
Slide 21 - Tekstslide
Welke gezichtsuitdrukkingen zien jullie hier? Hoe sta je zelf graag op de foto?
Nieuw woord:
Belichting
Waar is het licht in de foto en waar is de schaduw?
Slide 22 - Tekstslide
Stel vragen:
Waar is het licht in de foto en waar is de schaduw?
Waar komt het licht vandaan op deze foto’s?
Hoe zie je dat?
Nieuw woord: belichting. Bespreek dit woord.
Welk verhaal vertelt dit portret van Meneer Bis?
Bedenk een kort verhaal over deze meneer. Maak in het verhaal gebruik van dingen die je ziet op de foto! Geef in je verhaal antwoord op de volgende vragen:
Wie is deze man?
Waar is hij?
Wat is hij aan het doen?
Hoe voelt hij zich?
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht:
Bedenk een kort verhaal over deze meneer. Maak in het verhaal gebruik van dingen die je ziet op de foto! Geef in je verhaal antwoord op de volgende vragen: Wie is deze man? Waar is hij? Wat is hij aan het doen? Hoe voelt hij zich?
Waar ben jij trots op?
Slide 24 - Tekstslide
Stel de leerlingen de vraag: Waar ben jij trots op?
Deze vraag kun je zo breed mogelijk interpreteren. Het kan een herinnering zijn, iets wat de leerlingen hebben meegemaakt of gedaan, maar ook iets dat ze zelf gemaakt hebben.
Vertel dat er tijdens de masterclass een fotograaf in de klas komt. Leerlingen gaan zelf aan de slag met fotografie. Tijdens de masterclass werkt de fotograaf samen met de leerlingen rondom de vraag: ‘Waar ben jij trots op? ’.
Vraag de leerlingen om naar de masterclass iets mee te nemen waar ze trots op zijn. Met dit voorwerp gaan ze tijdens de masterclass aan de slag.
Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:
- Introductie van de kunstenaar
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les
- Uitleg van de kunstenaar wat ze gaan doen
- Aan de slag met de kunstenaar
- Afsluiten masterclass
Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de masterclass aanwezig blijven.
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent.
- De docent zorgt dat materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt klaar liggen.
Portret
Fotograaf
Selfie
Poseren
Belichting
Slide 25 - Tekstslide
Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden: fotograaf, selfie, poseren, portret en belichting.
Stel vragen:
Wat zijn jullie te weten gekomen over portretten?
Wat hebben jullie deze les al geleerd over fotografie?