Kapitel 1 - Les 4 - Wörter B

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ziele der Stunde


  • Wortschatz vergrössern und Aussprache
  • Text lesen & verstehen
  • Grammatik
  • Lesen

Slide 2 - Tekstslide

1. Übersetze:
der Geruch
A
de geur
B
de smaak
C
het geruft
D
het gehoor

Slide 3 - Quizvraag

2. Übersetze:
die Gesundheit
A
de gezonde zaak
B
de gezonde voeding
C
de gezondheid
D
het gezonde gezin

Slide 4 - Quizvraag

3. Übersetze:
entstehen
A
ontstaan
B
verstaan
C
slaan
D
staan tegenover

Slide 5 - Quizvraag

4. Übersetze:
rauchen
A
stoken
B
ruiken
C
branden
D
roken

Slide 6 - Quizvraag

5. Übersetze:
de reden
A
der Geruch
B
die Umfrage
C
der Grund
D
der Gründ

Slide 7 - Quizvraag

6. Übersetze:
walgelijk
A
ziemlich
B
kläglich
C
spürbar
D
ekelhaft

Slide 8 - Quizvraag

7. Übersetze:
de vriendenkring
A
der Freundeskreis
B
die Freundeskreis
C
das Freundeskreis
D
der Freundekreis

Slide 9 - Quizvraag

8. Übersetze:
afschrikken
A
empfehlen
B
entschrecken
C
abschrecken
D
anschrecken

Slide 10 - Quizvraag

Lesen Aufgabe 4 und korrigieren

Machen Aufgabe 6 Seite 15

Slide 11 - Tekstslide

Naamvallen - die Fälle - Seite 164/165

Voorzetsels 3e naamval

Naamvallen - zinsdeel
1.
2.
3.
4.

Kort oefenen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Was denkst du bei dem Wort "Lesen"?

Slide 16 - Woordweb

Ziel:

  • Längere Texte lesen
  • Eigene Fantasie
  • Nachdenken über Themen im Buch

Slide 17 - Tekstslide

Auftrag:

1. Kies een boek uit en lees een 30 minuten.

2. Schrijf de titel op het blad zodat je de volgende keer weet wat je gekozen.

3. Snap je een boek niet of vind je het niet leuk, ruil het dan om voor een ander boek. 
Dit mag 1x.

Slide 18 - Tekstslide

 Hausaufgaben aufschreiben Freitag:

Schrijf dit in je agenda

Machen Aufgabe 6 
Lesen Seite 164/ 165 - naamvallen begrijpen
Leren voorzetsels 3e naamval

Maak de 2 oefeningen met naamvallen in de Classroom als je meer wilt oefenen laat het weten

Slide 19 - Tekstslide

Grammatik:  der 3. Fall/ de 3e naamval

- Ich fahre mit dem Fahrrad in die Schule.

- Er kommt mit mir in die Schule.

Welke voorzetsels horen bij de 3e naamval?

Ook de persoonlijke voornaamwoorden hebben een aparte vorm. Kijk maar op blz. 170 onderaan



Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video