- Het verschil tussen een puinhelling of puinwaaier.
- Je kan de volgende gesteenten de ontstaanswijze uitleggen en indelen in groepen: basalt, graniet, zandsteen, kalksteen, marmer, leisteen
Je maakt:
De weektaak
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
programma deze les
Je leert:
- Het verschil tussen een puinhelling of puinwaaier.
- Je kan de volgende gesteenten de ontstaanswijze uitleggen en indelen in groepen: basalt, graniet, zandsteen, kalksteen, marmer, leisteen
Je maakt:
De weektaak
Slide 1 - Tekstslide
= een gebeurtenis waarbij door zwaartekracht een grote hoeveelheid grond plotseling in beweging komt en langs een helling omlaag beweegt.
Bijv. modderstroom / aardverschuiving
Massabeweging
Slide 2 - Tekstslide
Verwering + zwaartekracht =
massabeweging
puinhelling
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer een aardverschuiving?
Als de bodem van een helling verzadigd (vol) is met water.
De bodem wordt dan zwaar.
De zwaartekracht trekt de bodem met bovenliggende planten/bomen/huizen/wegen naar beneden.
Door het kappen van bos of als het harder gaat regenen kan een helling extra gevoelig worden voor aardverschuivingen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
sedimenten (=puin) door zwaartekracht langs helling neergelegd = puinhelling
Slide 6 - Tekstslide
Sedimenten als waaier neergelegd door rivier
=
puinwaaier
Slide 7 - Tekstslide
puinhelling of puinwaaier?
Slide 8 - Tekstslide
puinhelling
Slide 9 - Tekstslide
Je weet:
Het verschil tussen een puinhelling of puinwaaier.
Je gaat leren:
Je kan de volgende gesteenten de ontstaanswijze uitleggen en indelen in groepen: basalt, graniet, zandsteen, kalksteen, marmer, leisteen
Slide 10 - Tekstslide
De gesteentekringloop
Slide 11 - Tekstslide
De gesteentekringloop
3 hoofdtypen gesteente met hoe ze ontstaan.
Slide 12 - Tekstslide
stollingsgesteente
lava komt uit de aarde (mid-oceansiche rug), koelt af, stolt en wordt gesteente.
stollingsgesteente
magma stijgt op, koelt af, stolt en wordt gesteente.
sedimentgesteente
los sediment (bijv. zand) wordt als dikke laag neergelegd.
De onderste laag staat door het gewicht onder hoge druk.
Het sediment wordt samengeperst en komt aan elkaar vast te zitten.
Het vormt een vast sedimentgesteente.
metamorfgesteente
Bestaand gesteente staat onder hoge druk en hoge temperatuur (kan bij plooiingsgebergte, of door hitte bij magma in aardkorst).
Het bestaande gesteente verandert van uiterlijk door de hoge druk en hoge temperatuur.
Slide 13 - Tekstslide
Stollingsgesteenten
basalt
vulkanisch gesteente
graniet
dieptegesteente
Oceanische korst
Snelle stolling.
Grijs, effen, geen kristallen zichtbaar.
stolt in zuilvorm
continentale korst
langzame stolling
verschillende kleuren, kristallen zichtbaar met blote oog.
Slide 14 - Tekstslide
sedimentgesteente
zandsteen
kalksteen
Losse sedimenten (zandkorrels/schelpen/klei) worden samengedrukt waardoor ze aan elkaar vast komen te zitten en een vaste gesteentelaag worden.
Laagjes en fossielen zijn kenmerkend.
schalie
Slide 15 - Tekstslide
Metamorfgesteenten
marmer
leisteen
ontstaat uit kalksteen.
Kalksteen komt onder grote druk en hoge temperatuur waardoor het uiterlijk verandert.
ontstaat uit schalie.
Schalie komt onder grote druk en hoge temperatuur waardoor het uiterlijk verandert.
Slide 16 - Tekstslide
metamorf gesteente
metamorf gesteente
metamorf gesteente
sedimentgesteente
sedimentgesteente
sedimentgesteente
stollingsgesteente
stollingsgesteente
stollingsgesteente
stollen van magma/lava
druk door zware bovenliggende lagen sediment
hoge druk en hoge temperatuur
basalt
graniet
kalksteen
zandsteen
leisteen
marmer
Slide 17 - Sleepvraag
Wat is de naam van dit gesteente?
Slide 18 - Open vraag
Welk hoofdtype gesteente is dit?
Slide 19 - Open vraag
Er zijn 2 soorten stollings- gesteente. Welk type is dit?
Slide 20 - Open vraag
Wat is de naam van dit gesteente?
Slide 21 - Open vraag
Welk hoofdtype gesteente is dit?
Slide 22 - Open vraag
Leg uit hoe zandsteen ontstaat (2p)
Slide 23 - Open vraag
Wat is de naam van dit gesteente?
Slide 24 - Open vraag
Welk hoofdtype gesteente heeft dit gesteente?
Slide 25 - Open vraag
Welk type stollingsgesteente is dit?
Slide 26 - Open vraag
Neem 1 t/m 4 over uit de tekst en vul het juiste woord in.
Gletsjers in gebergten schuren een stuk steen af, dit afschuren wordt ....1..... genoemd. Wanneer deze afgebroken stukken steen grover zijn dan klei, maar kleiner zijn dan grind, dan moet je het .....2....... Dit zijn sedimenten die los kunnen worden neergelegd (gesedimenteerd). Als de laag dikker wordt neemt de druk op de losse sediment toe waardoor ze aan elkaar vast komen te zitten. Er ontstaat dan ......3..... . Het hoofdtype van dit gesteente is .....4.......
Slide 27 - Open vraag
In welk type gesteente kan je fossielen vinden?
A
stollingsgesteente
B
sedimentgesteente
C
metamorfgesteente
Slide 28 - Quizvraag
Leg uit waarom fossielen in de andere 2 gesteentelagen niet gevonden kunnen worden (2p).
Slide 29 - Open vraag
Vulkanische eilanden zijn ontstaan door vulkanen. Toch kunnen op vulkanische eilanden fossielen aangetroffen worden.
Leg uit hoe dat kan. (3p)
Slide 30 - Open vraag
Koraalriffen bestaan uit kalksteen en zijn opgebouwd uit de kalkskeletjes.
Tot welke hoofdgroep gesteenten behoort een koraalrif?
Slide 31 - Open vraag
Zandsteen is een sedimentgesteente. Volgens de gesteentekringloop kan sedimentgesteente op verschillende manieren worden omgezet in een het vulkanische gesteente basalt.
Zet de volgende stappen/gesteenten in de juiste volgorde om van zandsteen naar basalt te gaan. Gebruik alle stappen: basalt – erosie – eruptie – magma – subductie – zandsteen.