Thema 5 Gaswisseling Basisstof 1

Thema 5 Gaswisseling & Uitscheiding

Basisstof 1 Gaswisseling
Basisstof 2 Longventilatie
Basisstof 3 De lever
Basisstof 4 De nieren
Basisstof 5 De huid

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Gaswisseling & Uitscheiding

Basisstof 1 Gaswisseling
Basisstof 2 Longventilatie
Basisstof 3 De lever
Basisstof 4 De nieren
Basisstof 5 De huid

Slide 1 - Tekstslide

Intro
Om ons interne milieu constant te houden (homeostase), neemt ons lichaam continu stoffen op en geeft stoffen af. 
Dit thema gaat over onze uitscheidings-organen, die je in de afbeelding links ziet.

Je hebt nodig: 
Boek 5B Thema 5
BINAS 83: ademhalingsstelsel, 85 nieren, 85 lever

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke woorden
- Gaswisseling
- Neusholte: neusslijmvlies, trilhaarepitheel, bijholten
- Keelholte: strotklepje, strottenhoofd, stembanden
- Luchtpijp, bronchien, kraakbeenringen, bronchiolen, longblaasjes
- O2/CO2-concentratie, diffusie
- Hemoglobine (Hb)
- Planten: Huidmondjes + sluitcellen

Slide 3 - Tekstslide

Basisstof 1 Gaswisseling
De opname en afgifte van gassen heet gaswisseling. Dit doe je met je ademhalingsstelsel: de longen en de luchtwegen. We starten met bekijken uit welke onderdelen die luchtwegen en longen uit bestaan, en wat daar de functie van is.

Slide 4 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
Waarom kun je het beste door je neus inademen? Je neusholte is ten eerste bekleed met neusslijmvlies. De buitenste laag hiervan bestaat uit trilhaarepitheel: slijmproducerende cellen en trilhaarcellen. Deze houden kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers tegen (blijven in het slijm plakken) de trilhaartjes bewegen het slijm richting keelholte (doorslikken). Ook bevochtigt het neusslijm-vlies de binnenstromende lucht en ten slotte wordt het gekeurd (vieze of gevaarlijke geuren)

Slide 5 - Tekstslide

Bijholten
De neusholte is verbonden met bijholten, welke ook slijm produceren, wat afgevoerd wordt door de neusholte. Bij verkoudheid zwelt het neus- en bijholteslijmvlies op, de uitgangen van de bijholten worden afgesloten en je hebt dat verstopte neus gevoel.
Andere functies van de bijholten kunnen zijn, o.a. resonantie bij het praten en de schedel lichter maken. 

Slide 6 - Tekstslide

Keelholte
Ademhalen kan ook via de mond, hierbij staan de huig en het strotklepje open: zie figuur rechts. Wanneer je iets doorslik, zullen deze dicht zijn zodat voedsel de slokdarm in gaat en niet de neusholte (huig) en luchtpijp (strotklepje). 
Tussen keelholte en luchtpijp zit het strottenhoofd, waarin de stembanden liggen die gaan trillen als er lucht langs komt (geluid maken).

Slide 7 - Tekstslide

Luchtpijp en verder
De luchtpijp bestaat uit kraakbeenringen, zie microscopisch preparaat hieronder (links dus de luchtpijp, rechts de slokdarm).
Vervolgens komt de lucht door twee bronchiën (ook kraakbeenringen), welke zich in bronchiolen vertakken (spierweefsel).
Aan de uiteinden van de fijnste bronchiolen zitten de longblaasjes.

Slide 8 - Tekstslide

Longblaasjes
De wand van de longblaasjes is maar één cellaag dik, daarom kan via diffusie zuurstof vanuit de lucht in de longblaasjes naar het vocht in de longblaasjes. Dan vindt er vanuit het vocht diffusie plaats naar het bloed van de longhaarvaten. Dit alles door verschil in zuurstofspanning en koolstofdioxidespanning: pO2 en pCO2.
Je lichaam wil de homeostase handhaven en daarom de O2-concentratie hoog en CO2 concentratie in de cellen laag houden.

Slide 9 - Tekstslide

Hemoglobine 1
Hb + O2          HbO2

Via deze evenwichts-reactie verloopt de binding van O2 aan hemoglobine

Slide 10 - Tekstslide

Hemoglobine 2
Een klein beetje zuurstof lost op in bloedplasma, het grootste deel wordt geboden aan hemoglobine (Hb) in de rode bloedcellen, bekijk ook afbeelding 8 en 9 in je boek. Een hogere zuurstofdruk in de longblaasjes (13,3 kPa) en lage zuurstofdruk in het weefsel: 5,3 kPa.

Slide 11 - Tekstslide

Transport CO2 en pH
Een klein deel van de door dissimilatie ontstane CO2 wordt vervoerd door het bloedplasma, een iets groter deel geboden aan hemoglobine en het grootste deel als HCO3-(waterstofcarbonaationen). 

Door opname van veel CO2 daalt de pH van het bloed in de haarvaten. CO2 en H2O vormen namelijk H2CO3, dat uiteenvalt in HCO3-  en H+. Er komen meer O2 moleculen vrij hierdoor, ook door een hogere temperatuur komt meer zuurstof vrij uit hemoglobine.

Slide 12 - Tekstslide

Gaswisseling Planten
Ten slotte de gaswisseling bij planten: zij hebben zuurstof nodig voor de dissimilatie en koolstof voor de koolstofassimilatie (fotosynthese).  Deze stoffen worden door diffusie uitgewisseld tussen de bladcellen en de lucht via luchtholten en huidmondjes
Ook ongebruikt water verdampt via de huidmondjes, daarom staan deze op warme dagen en 's nachts dicht. Dit kan via turgor (druk op de celwand) van de sluitcellen.

Slide 13 - Tekstslide

Gaswisseling bij de plant vs bij de mens, welke verschillen zijn er?

Slide 14 - Open vraag

Sleep de juiste woorden naar de juiste onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Luchtpijp
Longblaasje
Bronchie
Bronchiole
Long

Slide 15 - Sleepvraag

Afronding
In de afbeelding hiernaast zie je nog eenmaal het proces van diffusie, voor als je nog niet zeker was.

Mocht je ze gisteren nog niet bekeken: hierna de twee filmpjes die je gisteren in de les kon bekijken.
Ten slotte de leesstof en opdrachten die je maken gaat, succes!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Lezen / Maken:
Lezen: Basisstof 1 blz 60 t/m 68
Maak: Opdracht 1 t/m 11 

Bekijk BINAS 83A

Bekijk ook de samenvatting van basisstof 1 (leerdoel 1 , 2 en 3) op bladzijde 98 van je tekstboek.

Slide 19 - Tekstslide