Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
Ik kan het nieuws over politiek begrijpen
Ik ken en kan rekenen in het Nederlands
Ik kan spellen in het Nederlands
Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.
Ik kan het onderwerp van een tekst voorspellen
Ik ken en kan de stappen om een tekst te lezen
Ik kan de betekenis van een woord uitzoeken