6E/6M indicatif présent_verbes irréguliers

Donnez la traduction de "voir".
A
kunnen
B
zien
C
mogen
D
weten
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Donnez la traduction de "voir".
A
kunnen
B
zien
C
mogen
D
weten

Slide 1 - Quizvraag

Donnez la traduction de "falloir".
A
kunnen
B
mogen
C
moeten
D
kennen

Slide 2 - Quizvraag

Donnez la traduction de "savoir".
A
weten/kunnen
B
weten/moeten
C
kennen/moeten
D
maken/kennen

Slide 3 - Quizvraag

Donnez la traduction de "pouvoir"
A
kunnen
B
moeten
C
willen
D
mogen

Slide 4 - Quizvraag

Donnez la traduction de "venir".
A
kunnen
B
komen
C
mogen
D
willen

Slide 5 - Quizvraag

Conjuguez "venir".

Slide 6 - Open vraag

Conjuguez "devoir".

Slide 7 - Open vraag

Conjuguez "dire".

Slide 8 - Open vraag

Conjuguez "aller".

Slide 9 - Open vraag

Conjuguez "falloir".

Slide 10 - Open vraag