L1: Nederlands, een vak
Wat is het langste trefwoord in de Dikke Van Dale?
A
hottentottententententoonstelling
B
meervoudigepersoonlijkheidsstoornis
C
vrachtwagenautobandventieltjespomp
1 / 22
Onderdelen in deze les
Wat is het langste trefwoord in de Dikke Van Dale?
A
hottentottententententoonstelling
B
meervoudigepersoonlijkheidsstoornis
C
vrachtwagenautobandventieltjespomp
Slide 1 - Quizvraag
Voor welk woord bestaat geen Nederlandstalig rijmwoord?
A
boei
B
fiets
C
twaalf
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel spraakklanken zijn er in het Nederlands?
A
26
B
ongeveer 40
C
ongeveer 70
Slide 3 - Quizvraag
De Dikke Van Dale neemt in elke uitgave enkele spookwoorden op. Wat is een spookwoord? Luister naar de leerkracht voor het antwoord
A
bestaat niet echt
B
bevat typefout
C
staat op de verkeerde plaats
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel mensen hebben Nederlands als moedertaal?
A
ongeveer 23 miljoen
B
ongeveer 100 miljoen
C
ongeveer 230 miljoen
Slide 5 - Quizvraag
Er zijn nogal wat woorden die naar een stad of een streek verwijzen (geoniem). Welke bewering is juist?
A
auto
B
bikini
C
kastanje
Slide 6 - Quizvraag
In welk land is het Nederlands de enige taal van de overheid?
A
Nederland
B
Suriname
C
Zuid-Afrika
Slide 7 - Quizvraag
In het Surinaams-Nederlands komen andere woorden voor. Wat is een okseltruitje?
A
een truitje met opvallende zweetvlekken
B
een topje
C
een mouwloos T-shirt
Slide 8 - Quizvraag
Op welke plaats staat het Nederlands in de rangorde van de meest gesproken talen in de EU?
A
op de 5de plaats
B
op de 8ste plaats
C
op de 15de plaats
Slide 9 - Quizvraag
Nederlands staat in de wereldranglijst van gesproken talen ...
A
in de top 50
B
in de top 100
C
in de top 200
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het meest gebruikte woord in het Nederlands?
Slide 11 - Open vraag
Een woord dat je achterstevoren kunt lezen, heet een palindroom (pap). Bedenk zelf een palindroom.
Slide 12 - Open vraag
In welke Vlaamse provincie is de spreeksnelheid het hoogst?
Slide 13 - Open vraag
Wat lees je het snelst: een tekst op je computerscherm of dezelfde tekst op papier?
A
op computerscherm
B
op papier
