SO HV2 Thema 1 verbranding en ademhaling basisstof 1 t/m 3
oefen SO Thema 1 verbranding en ademhaling basisstof 1 t/m 3
Als je klaar bent.
Maak bij iedere paragraaf een lastige toetsvraag voor je schoudermaatje
Pak alvast je laptop, boek en schrift + etui
Dit programma kan alleen perfecte antwoorden goed keuren, op een toets of SO kijk ik naar jouw antwoord, komt dat sterk overeen met het nakijkmodel dan krijg je het punt.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
oefen SO Thema 1 verbranding en ademhaling basisstof 1 t/m 3
Als je klaar bent.
Maak bij iedere paragraaf een lastige toetsvraag voor je schoudermaatje
Pak alvast je laptop, boek en schrift + etui
Dit programma kan alleen perfecte antwoorden goed keuren, op een toets of SO kijk ik naar jouw antwoord, komt dat sterk overeen met het nakijkmodel dan krijg je het punt.
Slide 1 - Tekstslide
Marit gaat in de winter een rondje hardlopen. Hoewel ze het in het begin koud heeft, krijgt ze het na een aantal minuten warm. Ook begint ze niet alleen door haar neus, maar ook door haar mond adem te halen. Hoe komt het dat Marit het na een aantal minuten warm krijgt als ze hardloopt?
Slide 2 - Open vraag
Marit gaat in de winter een rondje hardlopen. Hoewel ze het in het begin koud heeft, krijgt ze het na een aantal minuten warm. Ook begint ze niet alleen door haar neus, maar ook door haar mond adem te halen. Waarom gaat Marit ook door haar mond ademhalen?
Slide 3 - Open vraag
Marit gaat in de winter een rondje hardlopen. Hoewel ze het in het begin koud heeft, krijgt ze het na een aantal minuten warm. Ook begint ze niet alleen door haar neus, maar ook door haar mond adem te halen. Noteer een nadeel van ademhaling door de mond vergeleken met ademhaling door de neus.
Slide 4 - Open vraag
De longziekte ABPA wordt veroorzaakt door de schimmel Aspergillus. Sporen van deze schimmel zweven overal door de lucht. Met elke ademhaling komen enkele sporen in de luchtwegen terecht. Deze sporen worden normaal gesproken opgeruimd door het afweersysteem. Bij sommige mensen veroorzaken de sporen een allergische reactie in de longen. De slijmvliezen zwellen op en maken meer slijm aan dan normaal. De spieren rond de luchtwegen trekken samen, waardoor lucht in de longen vast komt te zitten. Mensen met ABPA moeten veel hoesten en hebben het vaak benauwd. Wat is de functie van het slijm dat de slijmvliezen maken?
Slide 5 - Open vraag
Planten maken door middel van fotosynthese hun eigen voedingstoffen aan in de vorm van glucose. Welke stoffen heeft een plant nodig om glucose te maken?
Slide 6 - Open vraag
Planten maken door middel van fotosynthese hun eigen voedingstoffen aan in de vorm van glucose. Waarvoor gebruiken planten glucose? Noteer één functie.
Slide 7 - Open vraag
Planten maken door middel van fotosynthese hun eigen voedingstoffen aan in de vorm van glucose. Een plant geeft niet alleen zuurstof af, maar heeft zelf ook zuurstof nodig. Leg uit waarom.
Slide 8 - Open vraag
Planten maken door middel van fotosynthese hun eigen voedingstoffen aan in de vorm van glucose. In Nederland bloeien veel planten in de zomer, omdat de zon dan langer schijnt. Beredeneer waarom langer zonlicht gunstig is voor de bloei van een plant.
Slide 9 - Open vraag
Als je tijdens het eten veel praat, kun je je verslikken. Leg uit waarom je meer kans hebt op een verslikking als je praat tijdens het eten dan wanneer je niet praat tijdens het eten.
Slide 10 - Open vraag
Ellen en Pim bereiden samen een spreekbeurt voor over de verbranding in een auto die op benzine rijdt en over de verbranding in een mens. Ze bedenken samen een aantal overeenkomsten en verschillen die ze willen behandelen tijdens hun spreekbeurt. Ellen zegt: ‘Bij een auto kan de verbranding stoppen, bijvoorbeeld als de motor uit is. Bij de mens gaat de verbranding ook door als hij slaapt.’ Pim zegt: ‘Bij een auto komt koolstofdioxide vrij en bij een mens ook.’ Wie heeft gelijk?
A
Alleen Pim heeft gelijk
B
Alleen Ellen heeft gelijk
C
PIm en Ellen hebben allebei gelijk
D
Pim en Ellen hebben allebei ongelijk
Slide 11 - Quizvraag
Ellen en Pim bereiden samen een spreekbeurt voor over de verbranding in een auto die op benzine rijdt en over de verbranding in een mens. Ze bedenken samen een aantal overeenkomsten en verschillen die ze willen behandelen tijdens hun spreekbeurt. Benzine wordt verbrand in een benzinemotor. Leg uit waarom mitochondriën ook wel de 'motor van de cel' worden genoemd.
Slide 12 - Open vraag
Eencellige organismen zoals amoeben hebben geen ademhalingsorganen. Sommige amoeben zijn actieve jagers. Andere eten voornamelijk dode resten van planten of dieren. Heeft een jagende amoebe meer of minder mitochondriën dan een amoebe die dode resten eet? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Open vraag
Een onderzoeker wil weten of de luchtkwaliteit in een woonwijk invloed heeft op de gezondheid van de bewoners. Hiervoor meet de onderzoeker op verschillende plekken in de woonwijk, het aantal roetdeeltjes in de lucht. Hoe hoger het aantal roetdeeltjes, hoe slechter de luchtkwaliteit. Daarnaast wordt aan alle bewoners gevraagd een vragenlijst over hun gezondheid in te vullen. De onderzoeker verwacht dat mensen vaker gezondheidsklachten hebben als ze dichtbij een plek wonen met een slechte luchtkwaliteit. Niet alle bewoners vullen de lijst in. Geeft twee redenen waarom de resultaten hierdoor minder betrouwbaar worden.
Slide 14 - Open vraag
Een onderzoeker wil weten of de luchtkwaliteit in een woonwijk invloed heeft op de gezondheid van de bewoners. Hiervoor meet de onderzoeker op verschillende plekken in de woonwijk, het aantal roetdeeltjes in de lucht. Hoe hoger het aantal roetdeeltjes, hoe slechter de luchtkwaliteit. Daarnaast wordt aan alle bewoners gevraagd een vragenlijst over hun gezondheid in te vullen. De onderzoeker verwacht dat mensen vaker gezondheidsklachten hebben als ze dichtbij een plek wonen met een slechte luchtkwaliteit. Ondanks dat de resultaten minder betrouwbaar zijn, zijn de resultaten toch belangrijk voor het onderzoek, leg uit waarom.
Slide 15 - Open vraag
Chiem blaast met een rietje luchtbellen in een bekerglas met kalkwater. Na 30 seconden blazen wordt het kalkwater troebel.
Waardoor wordt het kalkwater troebel?
Slide 16 - Open vraag
Chiem blaast met een rietje luchtbellen in een bekerglas met kalkwater. Na 30 seconden blazen wordt het kalkwater troebel.
Chiem springt 25 keer op en neer. Vervolgens blaast hij opnieuw luchtbellen in een nieuw bekerglas met kalkwater. Zal het kalkwater nu in meer of minder dan 30 seconden troebel worden? Leg je antwoord uit.