Wat is een kenmerk van het dadaïsme? (twee juiste antwoorden)
A
Absurditeit en willekeur
B
Realistische beeldhouwkunst
C
Kunst zonder regels
D
Nostalgische schilderkunst
Slide 4 - Quizvraag
Lesdoelen
Ik kan de technieken van materiaal wegnemen en materiaal toevoegen van elkaar onderscheiden en van iedere techniek de eigenheid benoemen.
Ik leg het verschil tussen 'taille directe' en 'taille indirecte' uit.
Ik leg het verschillen tussen warm en koud modelleren uit.
Ik vergelijk het uiteindelijke kunstwerk en zijn voorstudies.
Slide 5 - Tekstslide
Categorieën PLASTIEK
Materiaal assembleren (samenstellen)
Materiaal wegnemen
Materiaal toevoegen
Slide 6 - Tekstslide
Materiaal wegnemen: steen en hout
per forza di levare (=in steen of hout snijden of kappen)
Steen
zandsteen, marmer, hardsteen of arduin en graniet: verschillende hardheden bepalen de keuze van de kunstenaar
van grof naar fijnere toestand (verschillende soorten beitels)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Non finito-staat (kunstwerk nog niet af)
Duid op vorige afbeelding pp 44 van de slaaf zowel de sporen van de beitels als de boorgaatjes aan.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Vergelijk het beeld van de Stervende Galliër met de Slaven van Michelangelo
Slide 11 - Tekstslide
Vergelijking
Wat is er bijzonder aan de oppervlakte van het beeld?
De huid (of het oppervlak) van de stervende Galliër glanst mooi en reflecteert het licht.
Hoe heeft de kunstenaar dat effect bekomen?
Door op het einde van het werkproces het beeld te schuren en te polijsten.
Hoe? slijpstenen, schuurlinnen en schuurpoeders.
Slide 12 - Tekstslide
Materiaal wegnemen: steen en hout
Hout
Verschil hout met steen?
Hout is minder hard dan steen om in te kappen/snijden
Hout is onderhevig aan temperatuur- en vochtigheidsschommelingen (uitzetten en krimpen)
Hout blijft niet rechtop staan zoals een stenen blok
Slide 13 - Tekstslide
Materiaal wegnemen: steen en hout
oorspronkelijk hout uit eigen regio bv. eik
later exotisch hout
houtsoort bepaalt elasticiteit of taaiheid
nervenstructuur bepaalt mee het effect
hout wordt meestal horizontaal gesneden
organisch materiaal en dus meer kans op schade (schimmel, vocht, houtworm
beeld meestal uitgehold om splijten van stam te voorkomen
Slide 14 - Tekstslide
Vergelijk de achterzijde van het beeld van Elisabeth van Hongarije met de voorzijde. Wat valt op?
Slide 15 - Tekstslide
Vergelijking
De voorzijde is mooi afgewerkt en gepolijst. Het oppervlak reflecteert het licht.
De achterzijde is ruw en onbewerkt.
Aan de achterzijde is de afgesloten uitsnijding zichtbaar waarlangs het beeld werd uitgehold.
De achterzijde is aangetast door houtworm.
Het beeld is samengesteld uit twee delen. Er loopt een lijn ter hoogte van de schouders
Slide 16 - Tekstslide
Materiaal wegnemen: steen en hout
Polychromie: beschildering van bouw- en beeldhouwwerken met veel kleuren
Houten beelden werden gepolychromeerd (meermaals over eeuwen heen)
beschermende laag
Afbeitsen = verf verwijderen, beelden werden gevoeliger
Slide 17 - Tekstslide
Taille directe en taille indirecte
Taille directe = kunstenaar houwt beeld direct levensgroot uit in steen
Taille indirecte = het nauwkeurig kopiëren van een tevoren geboetseerd model naar het steenblok met behulp van bijvoorbeeld een pantograaf of passers.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Materiaal toevoegen pp 47
Materiaal toevoegen door boetseertechnieken of giettechnieken
Voordeel = meer kans om correcties aan te brengen tijdens het proces
beeld vaak ondersteund door geraamte of armatuur
Slide 20 - Tekstslide
Materiaal toevoegen: boetseertechnieken
Warm boetseren of modelleren = verwerken van materiaal in warme toestand zoals met bijenwas, terracotta, keramiek of porselein
Koud modelleren: met stucco en papiermâché
Slide 21 - Tekstslide
Waar is de beeldhouwer in dit kasteel aan het werk geweest?
Slide 22 - Tekstslide
Materiaal toevoegen: boetseertechnieken
De kunstenaar heeft reliëfs aangebracht op het plafond
Stucco = vorm van ornamentele versiering in de architectuur (mengeling van kerksteen of gips met zand, marmerpoeder en water), versiering in vier of vijf lagen aangebracht met behulp van mallen of matrijzen
Afwerking door bijsnijden, schaven en beschilderen
Slide 23 - Tekstslide
Materiaal toevoegen: boetseertechnieken
papier-mâché = kneedbare massa van papiervezels, stro en lijm die geperst wordt in een mal of matrijs
terracotta = 'gebakken aarde' = klei die koud geboetseerd wordt en daarna gebakken in oven
Bijenwas = verwarmd is het gemakkelijk kneedbaar, kern van ijzerdraad
Veel beeldjes in gips, was en terracotta waren bedoeld als model of bozzetto voor grotere werken (snel vuil)