7.3 Verlichte ideeën in de praktijk

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

7.3 Verlichte ideeën in de praktijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 - 1800

Slide 1 - Tekstslide

welk hoofd zien we hier?  en wat verbergt zich achter de tekst?
Wat past bij Voltaire?
A
Volkssoevereiniteit
B
Verlicht absolutisme
C
Absolutisme

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheiding der machten
A
Voltaire
B
Rouesseau
C
Locke
D
Montesquieu

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten 

27 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.


28 Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.


Welk KA's  passen bij deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

1 Je kunt meerdere oorzaken van de Franse Revolutie beschrijven.

2 Je kunt het verloop van de Franse Revolutie beschrijven.
3 Je kunt verklaren hoe de Franse Revolutie uitmondde in de Terreur.
4 Je kunt het belang van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uitleggen.
5 Je kunt uitleggen dat de politieke situatie in de Republiek leidde tot de opkomst van revolutionaire ideeën.
6 Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie invloed had op de ontwikkelingen in de Republiek na 1795.
7 Je kunt beschrijven welke rol het bestuur van Napoleon speelde in Europa en hoe dit bestuur ten einde kwam.
8 Je kunt de doelen van het Congres van Wenen benoemen en toelichten.






Vertel maar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§7.3 Verlichte ideeën in de praktijk


1. Een oneerlijke verdeling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet                        absolutisme

  • Lodewijk XIV  Franse koning met absolute macht. 
  • Deze macht is door God gegeven: droit divin (goddelijk recht)
Wat gaat hieraan vooraf?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers' ofwel: geestelijkheid, adel en burgers.

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. 
  • De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Grote verschillen in rijkdom. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Bijvoorbeeld een advocaat

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
Gevolg             Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Dure oorlogen en misoogsten
1788


  • Franse koningen hadden dure oorlogen gevoerd. Frankrijk had veel schulden.
  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



  • Koning Lodewijk XVI wil meer belastinggeld hebben.
  • Geestelijken en adel rijk, koning wil dat zij meebetalen.
  • Standen beriepen zich op een afspraak uit de Middeleeuwen, voor meer belasting was er toestemming van de Staten-Generaal nodig.
  • Koning roept daarom (voor het eerst in 175 jaar!!!) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Staten-Generaal
  • 300 leden 1e stand, 300 leden 2e stand en 600 leden 3e stand
  • Derde stand wilde dat er per hoofd gestemd werd. Dan zouden zij zeshonderd stemmen hebben.
  • Eerste en Tweede stand wilden per stand stemmen. Dan was het 1e en 2 stand tegen de belastingen voor de 1e en 2e stand.
  • Derde stand kwaad, ze verlaten de Staten-Generaal en gaan apart vergaderen. Ze noemen zich de Nationale Vergadering.
De derde stand grijpt de macht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting of afschaffing van de privilieges. 
Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.

De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Eed op de kaatsbaan
1789



De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als 
er een nieuwe grondwet is.
Tekst

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe bereik je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!

  • Deze spotprenten werden meestal gemaakt door de bourgeoisie.
Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789



  • De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!
Oproer in Parijs

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


'Rien'

'Niets' in het Frans.
Dat was het enige dat Lodewijk XVI 's avonds opschreef in zijn dagboek.

Lodewijk had nog wel aan een adviseur gevraagd of het een 'opstand' was.
Deze gaf aan: "Het is geen opstand, het is een revolutie."
Lodewijk begreep er niets van: "Waarom?"

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video
Histoclips: De Franse Revolutie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van de mens (en de burger)
De Nationale Vergadering (3e stand) liet de koning de 'Verklaring van de rechten van de mens en de burger tekenen.' 

De Fransen waren voortaan voor de wet gelijk. Einde standenmaatschappij

Privileges van adel en geestelijkheid werden afgeschaft, het land van de geestelijkheid werd verkocht.

Die grond werd gekocht door rijke burgers en edelen, hierdoor nam het verschil tussen rijk en arm alleen maar toe.

De Kerk bleef erg machtig, omdat  het geloof diepgeworteld was op het platteland.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van opstand naar terreur
De nieuwe bestuurders waren het niet eens over de manier van besturen.

Girondijnen (gematigd): constitutionele monarchie, dus koning gebonden aan een grondwet.

Jacobijnen (radicalen): Niets daarvan! Weg met de koning! Frankrijk wordt een republiek!

1792: Lodewijk XVI wordt onthoofd.

Veel onrust binnen Frankrijk tussen de verschillende groeperingen, dit eindigt in 1799 met een staatsgreep Napoleon aan de macht komt en de orde herstelt in Frankrijk.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondertussen in Nederland...

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse invloeden in Nederland
Onvrede in de Republiek over stadhouder Willem V, hij gedraagt zich als een vorst. Stadhouder en regenten oligarchie. 

De patriotten leggen de schuld van zorgen om de economie en militair wanbeheer bij Willem V en de regenten. 

De patriotten proberen Willem V af te zetten. Dit mislukt en zij vluchten naar Frankrijk.

In 1795 komen zij samen met de Fransen terug en stichten de Bataafse Republiek, naar Frans model.





Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bataafse revolutie
  • Dit werd de Bataafse revolutie genoemd!
  • Regenten droegen de macht over aan revolutionaire burgers, Willem V vluchtte. 
  • Er werd een verklaring van de rechten van de mens afgekondigd en de Staten-Generaal werd opgeheven en er werd een Parlement gekozen via algemeen kiesrecht, de Nationale Vergadering.
  • Nederland eenheidsstaat.
  • Geen echte onafhankelijkheid: de Fransen controleerden het bestuur

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Franse generaal Napoleon pleegt een staatsgreep (1799) en wordt zo de sterke leider van Frankrijk. Hij laat zich in 1804 tot keizer kronen en wordt alleenheerser, maar:
- de grondwet bleef
- hij zorgde voor eenheid in de rechtspraak (code penal)
- modernisering van het bestuur

In de Bataafse republiek wordt zijn broer Lodewijk koning (1806-1810), daarna werd Nederland ingelijfd bij het Franse keizerrijk. In 1815 werd Napoleon verslagen bij Waterloo.
Na de revoluties

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen
1815
Bijeenkomst van een aantal Europese landen in Wenen, na de overwinning op Napoleon, waar gesproken werd over de toekomst van Europa.
  • Landen grenzend aan Frankrijk moesten sterker worden (Het Koninkrijk der Nederlanden, Willem I)
  • Restauratie: terugkeer van vorstenhuizen die vóór Napoleon aan de macht waren.
  • Vorsten beloofden elkaar te helpen om revoluties te bestrijden
Congres van Wenen - 1813

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen
1815
Bijeenkomst van een aantal Europese landen in Wenen, na de overwinning op Napoleon, waar gesproken werd over de toekomst van Europa.
  • Landen grenzend aan Frankrijk moesten sterker worden (Het Koninkrijk der Nederlanden, Willem I)
  • Restauratie: terugkeer van vorstenhuizen die vóór Napoleon aan de macht waren.
  • Vorsten beloofden elkaar te helpen om revoluties te bestrijden
Bijeenkomst van een aantal Europese landen in Wenen, na de overwinning op Napoleon, waar gesproken werd over de toekomst van Europa.
Landen grenzend aan Frankrijk moesten sterker worden (Het Koninkrijk der Nederlanden, Willem I)
Restauratie: terugkeer van vorstenhuizen die vóór Napoleon aan de macht waren.
Vorsten beloofden elkaar te helpen om revoluties te bestrijden
Congres van Wenen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies