H3 onderzoek doen

Hfd 3: wetenschappelijk onderzoek
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hfd 3: wetenschappelijk onderzoek
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
 opstarten
Herhaling vorige paragrafen
Uitleg paragraaf 3.2 (meeschrijven)
 zelfstandig aan de slag 
afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • je controleert wat je nog weet van de vorige les middels een kleine voorkennis toets
  • je leert op welke verschillende manieren je gegevens kunt verzamelen en hoe je ze vastlegt.

Slide 3 - Tekstslide

Zelf onderzoek doen
  • 20 woorden leren
  • 4 pogingen 
  • Vergelijken
  • Wat heb je hiervan geleerd?

Slide 4 - Tekstslide

Na hoeveel pogingen kende je minimaal 50%?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag

Na hoeveel pogingen kende je meer dan 80%?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Zet de gegevens in een grafiek
Stel je maakt nu een staafdiagram waarin je je eigen gegevens verwerkt.
Wat zet je op de X-as en wat op de Y-as en waarom?

Slide 7 - Tekstslide

3.1 Experimenteel onderzoek
1. Controle - experiment
2. Een factor varieert 
3. De afhankelijke en de onafhankelijke variabelen zijn bekend. 

Slide 8 - Tekstslide

Experiment
Doel:
causaal verband vaststellen door te laten zien dat verandering in de onafhankelijke variabele direct verantwoordelijk is voor veranderingen in afhankelijke variabele
.
--> Groeien planten sneller met muziek? 




Slide 9 - Tekstslide

Welke groep planten is het het controle experiment?
A
De planten met muziek
B
De planten zonder muziek

Slide 10 - Quizvraag

groeisnelheid

muziek

onafhankelijke variabele
afhankelijke variabele

Slide 11 - Sleepvraag

Bedenk een variabele die constant gehouden is in beide groepen planten.

Slide 12 - Open vraag

Wat zet je op de X-as als je de gegevens zou uitzetten in een grafiek?
A
De groeisnelheid
B
Wel/geen muziek
C
De tijd
D
Maakt niet uit

Slide 13 - Quizvraag

Onthoud:



Wat je weet: x-as
Wat je meet: y-as

Wat je weet = onafhankelijke variabele

Wat je meet = afhankelijke variabele

Slide 14 - Tekstslide

3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen
  • Beschrijvend onderzoek <---> Experimenteel onderzoek
  • Kwantitatief onderzoek
  • Kwalitatief onderzoek
  • Vastleggen van gegevens

Slide 15 - Tekstslide

Experimenteel onderzoek
  • Er wordt een hypothese getest door een experiment.
  • Één variabele wordt veranderd en het effect daarvan wordt gemeten.
  • Conclusie wordt getrokken uit waarnemingen (resultaten)
 Beschrijvend onderzoek
  • Registreren van waarnemingen, zonder te variëren met een onafhankelijke variabele.
  • Hieruit probeer je een algemene regel te vinden

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kwalitatief onderzoek:

  • Het resultaat hiervan is alleen een uitspraak.
  • Bijv. vloeibaar water kan verdampen of bevriezen.
Kwantitatief onderzoek:

  • Resultaten worden in getallen uitgedrukt.
  • Bijv. Kokend water verdampt 108x zo snel als water van 20 graden.

Slide 18 - Tekstslide

Verwerken 3.2
Maak van 3.2
  • opgave 1-2 evt.
  • opgave 3-5 + 7 
Klaar?
  • Vat basisstof 3 samen (met je notities) 
  • vul de DOT evaluatie in van deze online les 

timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Gemiddeld scoren leerlingen uit 2e klas tijdens een proefwerk 0,3 punten hoger dan 1e klas leerlingen.
A
Kwalitatief
B
Kwantitatief

Slide 20 - Quizvraag

Bevat een aardappel de voedingsstof zetmeel?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 21 - Quizvraag

Welke planten komen voor in het natuurgebied 'de Veldkamp' langs de Regge?

A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het effect van temperatuur op het % ontkieming van tuinkerszaden?


A
kwantitatief en experimenteel
B
kwantitatief en beschrijvend
C
kwalitatief en experimenteel
D
kwalitatief en beschrijvend

Slide 23 - Quizvraag

3.3 gegevens presenteren
Diagrammen

Slide 24 - Tekstslide

Soorten grafieken
  • lijndiagram
  • staafdiagram
  • histogram
  • cirkeldiagram
  • strooidiagram 
  • stapeldiagram

Slide 25 - Tekstslide

Wat hoort bij elkaar?
verband tussen een afhankelijke en onafhankelijke variabele als beide variabelen een coninue reeks getallen zijn.
Bij geen continue reeks van de onafhankelijke variabele gebruik je deze grafiek. 
Deze gebruik je om de aantallen of percentages van de onafhankelijke variabele per groep weer te geven.
Als je twee metingen aan 1 object doet, waarbij geen sprake is van een afhankelijke en onafhankelijke variabele.
Staafdiagram
histogram
Strooidiagram
Lijndiagram

Slide 26 - Sleepvraag

Veel metingen zijn ongeveer gelijk aan het gemiddelde en steeds minder metingen zitten verder van het midden af.


Dit histogram heeft de normale verdeling en de "breedte" daarvan blijkt makkelijk te beschrijven met de standaarddeviatie.
De standaardafwijking wordt veel gebruikt bij normale verdelingen:

Slide 27 - Tekstslide

Gemiddelde/ Mediaan /Modus
‘Een centrummaat zegt iets over het centrum/midden van een aantal gegevens’






Spreidingsbreedte / Standaarddeviatie / Variatiecoëfficiënt
‘Een spreidingsmaat zegt iets over de opbouw van gegevens rond het centrum’  




Slide 28 - Tekstslide

Spreidingsstreepjes
Kunnen verschillende dinge aangeven:
- standaarddeviatie
- minimale en maximale waarde
- meetonnauwkeurigheid 

Slide 29 - Tekstslide

Maken: 3.3, Lezen 3.4
  • opgave 1 optioneel
  • opgave 2-4 + 6
  • heb je het af, lees dan 3.4 door en noteer de begrippen die je wilt bespreken even onder elkaar in je schrift. 

Slide 30 - Tekstslide

3.4 wetenschappelijk onderzoek
Betrouwbaar: 
- herhaalbaarheid (dus een goede methodebeschrijving)
- volgt de stappen van natuurwetenschappelijk onderzoek
- collegiale toetsing (controle door vakgenoten)

Slide 31 - Tekstslide

Fraude

Slide 32 - Woordweb

Wat is de juiste volgorde van wetenschappelijk onderzoek doen?
A
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
B
hypothese - onderzoeksvraag - materialen en methode - resultaten - conclusie - discussie
C
onderzoeksvraag - hypothese - materialen en methode - resultaten discussie - conclusie

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer is een onderzoek valide?
A
Als het onderzoek betrouwbaar is.
B
Als het onderzoek bij herhaling hetzelfde resultaat oplevert.
C
Als de onderzoeksmethode geschikt is geweest om antwoord te krijgen op je vraag.
D
Als de resultaten overeenkomen met de hypothese

Slide 34 - Quizvraag

Verwerken 3.4
- Lees en maak 3.4
- Opgave 1-3 optioneel
- Opgave 4, 6, 7, 8, 
- Keuze uit 10, 11 of 12 (goede oefeningen als voorbereiding op de toets)

Slide 35 - Tekstslide