Bewegend Stilstaan

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstKunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 4
45 min.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het thema van dit lesblok: ‘Bewegend Stilstaan’ en stel vragen. Waar zou dit lesblok over kunnen gaan?

Vertel in het kort wat de leerlingen kunnen verwachten van de voorbereidende les.

Slide 3 - Video

Zet het geluid aan en start de video.

Ga daarna zelf de Mannequin Challenge doen. Als een leerling beweegt, is hij of zij af.

Slide 4 - Tekstslide

Doe samen met de leerlingen de beweging ‘The Wave’.

Waar hebben ze The Wave vaker gezien?

Bewegen of stilstaan: wat is het verschil?

Slide 5 - Tekstslide

Stel de leerlingen de vraag: bewegen of stilstaan, wat is het verschil?
Wie kent dit kunstwerk?

Slide 6 - Tekstslide

Samen met de leerlingen ga je kijken naar twee kunstwerken uit Almere die, terwijl ze stilstaan, toch lijken te bewegen.

Bespreek eerst het kunstwerk ‘Fallen’ van Thom Puckey. Laat de foto’s op het digibord zien en stel vragen: Wie kent dit kunstwerk? Wie heeft het wel eens gezien? Weet je nog waar dat was? Waar lijkt het op?

Extra informatie over dit kunstwerk kun je vinden in de Achtergrondinformatie.

Is dit kunstwerk uit de lucht komen vallen?

Slide 7 - Tekstslide

Stel de leerlingen de vraag: Is dit kunstwerk uit de lucht komen vallen?
Wat heeft 
hier bewogen?

Slide 8 - Tekstslide

Stel de leerlingen vragen: Wat heeft hier bewogen? Waar zie je dat aan?

Slide 9 - Tekstslide

Bespreek het gebouw ‘The Wave’ van René van Zuuk. Extra informatie over dit kunstwerk kun je vinden in de Achtergrondinformatie. 

Voer een klassikaal gesprek over gebouwen of voorwerpen die lijken te bewegen terwijl ze stilstaan. Hoe komt het dat zoiets kan? Waar zie je dat aan bij deze twee voorbeelden? Kennen de leerlingen nog meer voorbeelden uit hun eigen omgeving?

Stel de leerlingen vragen: 
  • Wie heeft dit gebouw wel eens in het echt gezien?
  • Waar staat dit gebouw?

Slide 10 - Link

Open de kunstkaart door te klikken op: ''Open deze website in een nieuw tabblad''.

Zoek The Wave op, op de kunstkaart. Klik op het icoon. 

Adres: Koetsierbaan 10, 1315 SE Almere.

Nieuw woord:
Stop-motion

Slide 11 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of ze weten wat stop-motion betekent.

Leg uit dat stop-motion een filmtechniek is waarmee speciale effecten in films kunnen worden gecreëerd.

Nieuw woord: stop-motion. Bespreek dit woord. 

Slide 12 - Video

Zet het geluid aan en start de video.

Slide 13 - Video

Bekijk de video vanaf 1:04 tot 2:28.
Nieuw woord:
Special effect

Echt of niet echt?

Slide 14 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of ze ooit speciale effecten in een film hebben opgemerkt en bespreek dit vervolgens met elkaar. Welke film met speciale effecten hebben ze als laatste gezien?

Nieuw woord: special effect. Bespreek dit woord.

Nieuw woord:
Optische illusie

Slide 15 - Tekstslide

Kijk naar de optische illusie van kunstenaar Kitaoka. Leg uit dat dit een optische illusie is, omdat je de gele en blauwe cirkels ziet ronddraaien, terwijl ze eigenlijk stilstaan. Maar hoe kan dat? Dit komt doordat je hersenen bij het bekijken van de foto veel informatie moeten verwerken. Omdat er zoveel informatie is, maken je hersenen gebruik van 'trucjes'. Eén trucje is dat ze steeds kleiner wordende cirkels als beweging zien, zoals een draaiende spiraal. Daardoor lijkt het alsof de cirkels daadwerkelijk draaien.

Nieuw woord: optische illusie. Bespreek dit begrip.

Slide 16 - Video

Laat de leerlingen de video over het flipboekje bekijken. Leg het principe van een flipboekje uit: bij een flipboekje maak je een tekening op iedere bladzijde van een boekje. De tekening verandert steeds een beetje zodat het lijkt te bewegen. Zie achtergrondinformatie voor meer voorbeelden.

Flipboekje
Nieuw woord:

Slide 17 - Tekstslide

De leerlingen gaan nu zelf een flipboekje maken. Elke leerling maakt zijn eigen flipboekje in de hoek van een schrift. Iedereen pakt een eigen schrijft en gaat die opleuken. Ze beginnen met een stipje en als ze het principe begrijpen, breiden ze de tekening uit.

Nieuw woord: flipboekje. Bespreek dit woord.

Hoe doe je dat?

Slide 18 - Tekstslide

Leg het principe uit:
1. Teken een stipje op de hoek van je schrift.
2. Teken hetzelfde stipje op alle volgende blaadjes, maar dan net iets groter, of net op een andere plek.
3. Teken de tekening op minimaal 15 blaadjes om zo het bewegingseffect te kunnen zien. Als ze het principe door hebben kunnen ze de tekening uitbreiden.

Nieuw woord:
Voorwerp
Kunnen voorwerpen die stilstaan ook bewegen? 

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek wat de leerlingen getekend hebben en hoe er iets in hun flipboekje beweegt. Stel vragen over hoe ze het gemaakt hebben, hoe dat ging en wat ze van het resultaat vinden.

Leidt een kort filosofisch gesprek met als startvraag: Kunnen voorwerpen die stilstaan ook bewegen?

Door stop-motion kun je voorwerpen laten bewegen. Dit gaan de leerlingen samen met een kunstenaar doen tijdens de masterclass.

Nieuw woord: voorwerp. Bespreek dit woord.

Voorwerp
Flipboekje
Stop-motion

Special effect

Optische illusie

Slide 20 - Tekstslide

Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden: stop-motion, flipboekje, optische illusie, special effect en voorwerp. 

Blik vooruit op de masterclass: er komt een kunstenaar naar de klas waarmee de leerlingen dingen gaan laten bewegen die eigenlijk stilstaan.

Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:
- Introductie van de kunstenaar
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les
- Uitleg van de kunstenaar wat ze gaan doen
- Aan de slag met de kunstenaar
- Afsluiten masterclass

Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de masterclass aanwezig blijven
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent
- De docent zorgt dat materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt klaar liggen