22 april - wederkeren vnd en werkwoordspelling

lesinhoud
  • bespreken toets werkwoordspelling
  • uitleg wederkerend voornaamwoord
  • oefenen wederkerend voornaamwoord
  • nakijken opdracht 2 + 4 (huiswerk week 16)
  • extra uitleg werkwoordspelling
  • herkansing werkwoordspelling 23 april 
  • huiswerk week 17

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

lesinhoud
  • bespreken toets werkwoordspelling
  • uitleg wederkerend voornaamwoord
  • oefenen wederkerend voornaamwoord
  • nakijken opdracht 2 + 4 (huiswerk week 16)
  • extra uitleg werkwoordspelling
  • herkansing werkwoordspelling 23 april 
  • huiswerk week 17

Slide 1 - Tekstslide

toets werkwoordspelling
bespreken doen we na de meivakantie. 
Gemiddelde is 13 goed (dus 7 fout) - norm = 1 fout/1 punt
resultaten komen in de meivakantie in de classroom te staan
inhalen 23 april van 9:20 tot 10:10: 
  • Katerina 
  • Mohamed 
  • Kalai Nasser

Slide 2 - Tekstslide

uitleg wederkerend voornaamwoord
er is één wederkerig voornaamwoord: elkaar
bijvoorbeeld: zij vertellen elkaar een geheim.
er zijn meerdere wederkende (terugkerende) vnw'en:
me, je, zich, ons, jullie, mezelf, jezelf, zichzelf, onszelf
Bijvoorbeeld: ik verveel me, jij verveelt je, hij verveelt zich, etc.
vergelijk: ik schaam me - ik schaam mezelf
Pietje wast zich - Pietje wast zichzelf = wel goed

Slide 3 - Tekstslide

uitleg wederkerend voornaamwoord
de wederkerend vnw'en me, je en ons kunnen ook persoonlijke voornaamwoorden zijn; de pers. vnw. je, haar, ons, jullie, hun 
kunnen ook bez. vnw zijn. Verwarrend!
Hoe weet je tot welke woordsoort het woord behoort?
vervang het door hij, hem, zijn of zich
hij/hem -> persoonlijk vnw
zijn -> bezittelijk vnw
zich -> werderkend vnw

Slide 4 - Tekstslide

oefenen wederkerend voornaamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Kun je haar vertellen waarvoor je je bij je vriendin verontschuldigt?
je (eerste x)
A
persoonlijke voornaamwoord (hij/hem)
B
bezittelijk voornaamwoord (zijn)
C
wederkerend voornaamwoord (zich)

Slide 6 - Quizvraag

Kun je haar vertellen waarvoor je je bij je vriendin verontschuldigt?
haar
A
persoonlijke voornaamwoord (hij/hem)
B
bezittelijk voornaamwoord (zijn)
C
wederkerend voornaamwoord (zich)

Slide 7 - Quizvraag

Kun je haar vertellen waarvoor je je bij je vriendin verontschuldigt?
je (tweede x)
A
persoonlijke voornaamwoord (hij/hem)
B
bezittelijk voornaamwoord (zijn)
C
wederkerend voornaamwoord (zich)

Slide 8 - Quizvraag

Kun je haar vertellen waarvoor je je bij je vriendin verontschuldigt?
je (derde x)
A
persoonlijke voornaamwoord (hij/hem)
B
bezittelijk voornaamwoord (zijn)
C
wederkerend voornaamwoord (zich)

Slide 9 - Quizvraag

Kun je haar vertellen waarvoor je je bij je vriendin verontschuldigt?
je (vierde x)
A
persoonlijke voornaamwoord (hij/hem)
B
bezittelijk voornaamwoord (zijn)
C
wederkerend voornaamwoord (zich)

Slide 10 - Quizvraag

nakijken opdracht 4 (huiswerk wk 16)
4) 1 welke - vr.vnw 
die - aanw.vnw
jullie - pers.vnw
iets - onbep. vnw
2 iemand - onbep.vnw
me - pers.vnw
wat - onbep.vnw
Ik - pers.vnw
alles - onbep.vnw             deze - aanw.vnw 

Slide 11 - Tekstslide

nakijken opdracht 4 (huiswerk wk 16)
3 Dat - aanw.vnw
niets - onbep.vnw
mijn - bez.vnw
zo’n - aanw.vnw
je - pers.vnw
4 Wat - vr.vnw
je - onbep.vnw
je - bez.vnw
het - onbep.vnw

Slide 12 - Tekstslide

nakijken opdracht 4 (huiswerk wk 16)
5 Het - pers.vnw
iedereen - onbep.vnw
zijn - bez.vnw
onze - bez.vnw

Slide 13 - Tekstslide

extra uitleg werkwoordspelling
In de classroom vind je een powerpoint met extra informatie en extra oefenzinnen. Bekijk deze powerpoint!
In de classroom vind je ook een schema dat je goed kunt gebruiken om te oefenen met werkwoordspelling!

Slide 14 - Tekstslide

extra uitleg werkwoordspelling

Slide 15 - Tekstslide

extra uitleg werkwoordspelling
  1. is het werkwoord klankveranderend?
  2. is het een pv/vd/infinitief (hele werkwoord)/onv. deelwoord?
  3. staat het in de tegenwoordige of verleden tijd? (alleen bij pv)
  4. is het ow enkelvoud of meervoud? (alleen bij pv)
  5. is de laatste letter van de stam xtkfschp? (alleen vt/volt. dw)
  6. nu weet je waar je in het schema moet kijken.
    Pas vervolgens de juiste regel toe.

Slide 16 - Tekstslide

extra uitleg werkwoordspelling

Slide 17 - Tekstslide

Vanmiddag .... (landen) het vliegtuig om 15:00 uur.
  1. is het werkwoord klankveranderend? nee
  2. is het een pv/vd/infinitief/onv. deelwoord? pv
  3. staat het in de tegenwoordige of verleden tijd? tt
  4. is het enkelvoud of meervoud? ev
  5. is de laatste letter van de stam xtkfschp? 
  6. nu weet je waar je in het schema moet kijken.
    Pas vervolgens de juiste regel toe.

Slide 18 - Tekstslide

Vanmiddag .... (landen) het vliegtuig om 15:00 uur.
pv
tt
ev
hij/zij/het
ik vorm + t
landt

Slide 19 - Tekstslide

Ik meende dat jullie je gisteravond toch echt .... (vervelen).
  1. is het werkwoord klankveranderend? nee
  2. is het een pv/vd/infinitief/onv. deelwoord? pv
  3. staat het in de tegenwoordige of verleden tijd? vt
  4. is het enkelvoud of meervoud? mv
  5. is de laatste letter van de stam xtkfschp?
    nee
  6. nu weet je waar je in het schema moet kijken.

    Pas vervolgens de juiste regel toe.

Slide 20 - Tekstslide

Ik meende dat jullie je gisteravond toch echt .... (vervelen).

Slide 21 - Tekstslide

Ik meende dat jullie je gisteravond toch echt .... (vervelen).
stam op t/k/f/s/ch/p/x? nee

ev of mv? mv

ik vorm + den

Slide 22 - Tekstslide

Je weet niet hoeveel je al die jaren voor me .... (betekenen) hebt.
  1. is het werkwoord klankveranderend? nee
  2. is het een pv/vd/infinitief/onv. deelwoord? vd
  3. staat het in de tegenwoordige of verleden tijd? (alleen bij pv)
  4. is het ow enkelvoud of meervoud? (alleen bij pv)
  5. is de laatste letter van de stam xtkfschp? nee
  6. nu weet je waar je in het schema moet kijken. Pas de juiste regel toe.

Slide 23 - Tekstslide

Je weet niet hoeveel je al die jaren voor me .... (betekenen) hebt.
stam op t/k/f/s/ch/p/x? nee

ev of mv? ev

ik vorm + d

Slide 24 - Tekstslide

herkansing werkwoordspelling 23 april 

Slide 25 - Tekstslide

extra oefenen: speel de volgende kahoot
https://create.kahoot.it/details/werkwoordspelling/ab42b5de-b8f9-4e70-9a58-c4b14c1dddb4


Slide 26 - Tekstslide

huiswerk week 17
inleveren: opdracht 3 + 5 (blz 240/241)
maken: Test Woordsoorten H6 (NN online)

Slide 27 - Tekstslide