CYA les 4

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
1. On répète le temps
2. On corrige les exercices
3. On répète l'histoire
4. On fait quelques exercices

Slide 2 - Tekstslide

Il fait beau - Het is mooi weer
Il fait mauvais - Het is slecht weer
Quelle température fait-il?-  Hoeveel graden is het? 
Il fait 24 degrés - Het is 24 graden

Slide 3 - Tekstslide

Quel temps fait-il?
A
Il y a du soleil
B
Il fait mauvais
C
Il neige
D
Il y a du vent

Slide 4 - Quizvraag

Quel temps fait-il?

Slide 5 - Open vraag

Welk antwoord is goed? Quel temps fait-il?
A
il fait pleut
B
il pleut
C
il fait du pleut

Slide 6 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
Quel temps fait-il?
A
Il vent
B
Il y a du vent
C
Il fait du vent
D
Il fait vent

Slide 7 - Quizvraag

Zeg dat het heel warm is

Slide 8 - Open vraag

On corrige
1. Il fait froid
2. Il fait de l'orage
3. il y a des nuages
4. il pleut
5. il fait chaud
6. il neige

Slide 9 - Tekstslide

exercice 29
1, père
2. mère
3. frère
4. soeur
5. tante
6. oncle
7. cousin , cousine
8. grand-parents

Slide 10 - Tekstslide

l'exercice 30

Slide 11 - Tekstslide

Woorden met een Q

  • Qui
  • Que
  • Quel



Slide 12 - Tekstslide

Es / est

  •  Tu es
  • Il/elle est



Slide 13 - Tekstslide

Cheveux 

  • Cheveux
  • Chanson
  • Champion



Slide 14 - Tekstslide

Fille

  • Fille
  • Travailler
  • Vanille



Slide 15 - Tekstslide

Un / une

  • Un garçon
  • Une fille



Slide 16 - Tekstslide

Homme

  • Homme
  • Hôtel
  • Hôpital



Slide 17 - Tekstslide

-S- aan het eind van het woord

  • Les tables
  • Les livres
  • Rouges



Slide 18 - Tekstslide

Andere medeklinkers aan het eind van het woord

  • Trop
  • Beaucoup
  • Cheveux



Slide 19 - Tekstslide

Oefenzinnen
1. La fille a des cheveux longs.

2. Pour devenir champion, tu dois travailler dur!

3. Les livres sont sur les tables.



Slide 20 - Tekstslide

Uitspraakregels samengevat
1. Un/une - ahn/uun
2. Q spreek je uit als een K
3. CH spreek je uit als SJ
4. LL spreek je uit als J
5. Een H spreek je niet uit
6. De meeste letters aan het einde van een woord spreek je niet uit

Slide 21 - Tekstslide

On lit l'histoire
1. Lees het verhaal in groepjes van 3, corrigeer elkaar op de uitspraak. Let op de eerder genoemde dingen.

Slide 22 - Tekstslide

On fait quelques exercices
Maak: ex. 24
Leer: section A en B1 nog een keer (volgende week donderdag SO)

Slide 23 - Tekstslide

1D
Lees het verhaal in tweetallen. Geef elkaar feedback op de uitspraak. Let op de punten die zojuist genoemd zijn. Schrijf 2 dingen op die de ander goed doet en twee verbeterpunten. 

Slide 24 - Tekstslide