Toets transport 5H/6V

TOETS Transport
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TOETS Transport

Slide 1 - Tekstslide

Transport van water bij planten: verdamping + capillaire werking + worteldruk

Slide 2 - Tekstslide

Via welke vaten wordt water getransporteerd? en heet dit de organische- of anorganische sapstroom?

Slide 3 - Open vraag

Leg in stappen uit hoe worteldruk ontstaat. Verklaar ook waarom worteldruk energie kost

Slide 4 - Open vraag

Een bloedtransfusie voor je hond
Dierenartsen gebruiken voor bloedtransfusies steeds vaker kunstbloed, met daarin oxyglobine als O2-drager. Oxyglobine wordt gemaakt door minimaal twee hemoglobinemoleculen aan elkaar te koppelen. Kunstbloed bestaat verder uit een fysiologische zoutoplossing met albumine en andere plasmaeiwitten van koeien. Daardoor heeft het kunstbloed ook de juiste colloïd-osmotische waarde.

Als kunstbloed met onvoldoende albumine wordt gebruikt, kan oedeem (zwelling van weefsels) ontstaan bij de hond die de transfusie heeft gekregen.

Slide 5 - Tekstslide

Max (hond) krijgt een bloedtransfusie via een rechtervoorpootader. Een mogelijk gevolg van een afweerreactie na een bloedtransfusie is klontering van rode bloedcellen. De ernst van het gezondheidsrisico hangt samen met de plaats waar zo’n stolsel ontstaat.

Slide 6 - Tekstslide

1 Welk gezondheidsrisico kan rechtstreeks het gevolg zijn van een stolsel dat ontstaat in de rechtervoorpootader?
A
een hartaanval
B
een herseninfarct
C
een longembolie
D
gedeeltelijke verlamming van de rechtervoorpoot

Slide 7 - Quizvraag

Bij de aanmaak van rode bloedcellen en de productie van EPO is er sprake van negatieve terugkoppeling. Welke factor zorgt voor de negatieve terugkoppeling in dit regelsysteem?
A
EPO gehalte in het bloed
B
zuurstofgehalte in het bloed
C
activiteit van het rode beenmerg
D
de hematocrietwaarde

Slide 8 - Quizvraag

Leg uit dat toediening van EPO bij iemand met bloedarmoede niet zal helpen. Gebruik in je antwoord het begrip 'beperkende factor'.

Slide 9 - Open vraag

Noem een nadeel van een te hoge hematocrietwaarde ten gevolge van toedienen van extra EPO

Slide 10 - Open vraag

Om te voorkomen dat je wordt betrapt als sporter op een te hoge hematocrietwaarde- spuiten sporters een vloeistof in de ader met een hoge zoutconcentratie. Waarom in een ader en niet een slagader?

Slide 11 - Open vraag

waarom wordt door de zoutoplossing de hematocrietwaarde verlaagd?

Slide 12 - Open vraag

Welke rol spelen lipoproteinen bij de transport van bepaalde stoffen?

Slide 13 - Open vraag

verklaar dat de bloeddruk toe kan nemen bij een te zoutrijk dieet

Slide 14 - Open vraag

Een ongeluk waarbij iemand veel bloed heeft verloren, of een allergische reactie: in extreme situaties kan een slachtoffer in shock raken. Hij of zij is dan in levensgevaar en heeft zo snel mogelijk deskundige hulp nodig.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een symptoom van shock?
A
rode lippen en wangen
B
braken
C
bleke koude huid
D
te hoge bloeddruk

Slide 16 - Quizvraag

Iemand die in shock verkeerd mag je nooit eten of drinken geven. Het slachtoffer kan stikken, maar er is nog een reden. Noem deze reden.

Slide 17 - Open vraag