Triumphus tekst

Les 8: Triumphus
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 8: Triumphus

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 8: herhalen
Tekst leren:
nuttig omdat je de grammatica én woorden tegelijk leert.

Slide 2 - Tekstslide

 Mater sedet 
cum filio et filia
 sub columnis templi  Castoris et Pollucis. 

OW + PV
mater = moeder, nominativus, onderwerp
sedet = (hij/zij/het) zit, 3e ev indicativus, persoonsvorm
BWB
cum + abl: met
filio: zoon => dat.ev. of abl. ev. 
et: en => verbindt twee gelijke delen 
filia: dochter => nom.ev. of abl.ev.

Punt van overeenkomst = abl.ev.
et verbindt twee gelijke delen en cum wil een ablativus hebben

BWB van manier: hoe zit ze daar?
BWB
sub + abl.: onder
columnis: dat/abl.mv. van columna
templi: gen.ev., zegt iets over columna
Castoris et Pollucis: gen.ev., zegt iets over templi

BWB plaats: onder de zuilen van de tempel van Castor en Pollux

Let op dat je namen altijd weer in hun normale vorm terugzet.

Slide 3 - Tekstslide

Waar zit moeder?
A
Castoris et Pollucis
B
sub columnis templi
C
sub columnis templi Castoris et Pollucis
D
cum filio et filia

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de nom. ev. van filio?
BWB
sub + abl.: onder
columnis: dat/abl.mv. van columna
templi: gen.ev., zegt iets over columna
Castoris et Pollucis: gen.ev., zegt iets over templi

BWB plaats: onder de zuilen van de tempel van Castor en Pollux

Let op dat je namen altijd weer in hun normale vorm terugzet.

Slide 5 - Open vraag

Filius est Aulus, 
filia est Marcia.
 Initium triumphi exspectant. 
Optimos locos habent. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een ND in het vorige stukje?
A
initium triumphi
B
Aulus
C
optimos
D
optimos locos

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de twee is een genitivus?
A
initium
B
triumphi

Slide 8 - Quizvraag

Geef de vertaling van initium triumphi

Slide 9 - Open vraag

voco
vocas
vocat
vocamus
vocatis
vocant
ik roep
jij roept
hij/zij/het roept
wij roepen
jullie roepen
zij roepen

Slide 10 - Sleepvraag

Vandaag
Verder met les 8

Slide 11 - Tekstslide

Les 8 
Mater sedet cum filio et filia sub columnis templi
 Castoris et Pollucis. Filius est Aulus, filia est Marcia.
 Initium triumphi exspectant. Optimos locos
habent. Ibi diu sedent. Puero et puellae mora
 difficilis est. Aulus discedere temptat. Mater rogat:

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is Aulus ongeduldig?

Slide 13 - Woordweb

Schrijf alle vormen op van de 1e pers ev +mv
‘Cur
 discedis?’ Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere  
 cupio.’ Mater eum discedere vetat: ‘Prope me
 manere debes. Tu quoque, Marcia. Si disceditis,
10. fortasse erratis. Ingens est in via turba spectatorum.’
 Filia lacrimat. Rogat mater: ‘Cur lacrimas?’ Puella
 dicit: ‘Et ego sitio. Ambo sitimus. Siti perimus.
 Num tu, mater, aquam tecum habes? Filiam et
 filium haud bene curas!’

timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Schrijf alle vormen op van de 1e pers ev + mv

Slide 15 - Woordweb

Alle 1e personen: 
enkelvoud:
sitio, cupio, sitio

meervoud: 
sitimus, perimus

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf alle vormen op van de 2e pers 
‘Cur
 discedis?’ Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere  
 cupio.’ Mater eum discedere vetat: ‘Prope me
 manere debes. Tu quoque, Marcia. Si disceditis,
10. fortasse erratis. Ingens est in via turba spectatorum.’
 Filia lacrimat. Rogat mater: ‘Cur lacrimas?’ Puella
 dicit: ‘Et ego sitio. Ambo sitimus. Siti perimus.
 Num tu, mater, aquam tecum habes? Filiam et
 filium haud bene curas!’

timer
4:00

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf alle vormen op van de 2e pers

Slide 18 - Woordweb

Alle 2e personen: 
enkelvoud:
discedis, debes, lacrimas, habes, curas

meervoud: 
disceditis, erratis

Slide 19 - Tekstslide

De vertaling
‘Cur
 discedis?’ Respondet Aulus: ‘Sitio. Aquam bibere  
 cupio.’ Mater eum discedere vetat: ‘Prope me
 manere debes. Tu quoque, Marcia. Si disceditis,
10. fortasse erratis. Ingens est in via turba spectatorum.’
 Filia lacrimat. Rogat mater: ‘Cur lacrimas?’ Puella
 dicit: ‘Et ego sitio. Ambo sitimus. Siti perimus.
 Num tu, mater, aquam tecum habes? Filiam et
 filium haud bene curas!’

Slide 20 - Tekstslide

voco
vocas
vocat
vocamus
vocatis
vocant
ik roep
jij roept
hij/zij/het roept
wij roepen
jullie roepen
zij roepen

Slide 21 - Sleepvraag

r. 14 t/m 17 
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus
 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.
 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod
 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Hoeveel 3e pers ev tel je? 

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel 3e pers ev tel je?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 23 - Quizvraag

r. 14 t/m 17 
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus
 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.
 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod
 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Hoeveel 1e pers tel je? 

timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel 1e pers tel je?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 25 - Quizvraag

r. 14 t/m 17 
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus
 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.
 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod
 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Hoeveel infinitivi tel je?

timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Aantal infinitivi in r. 14-17
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 27 - Quizvraag

r. 14 t/m 17: zoek de niet onderstreepte PV
Mater tacet. Subito servum accedere videt. Servus

 aquam situlo portat. Aquam spectatoribus vendit.

 Mater servum vocat: ‘Rogo te ad me venire, quod

 emere aquam cupimus.’ Servo pecuniam tradit.

Slide 28 - Tekstslide

Noteer hier in het Latijn de PV die niet onderstreept was

Slide 29 - Open vraag

(r. 17) Servo pecuniam tradit.
A
Ze overhandigt de slaaf geld
B
De slaaf overhangt geld

Slide 30 - Quizvraag

Waarom overhandigt ze de slaaf geld? Wat is er ook alweer aan de hand?

Slide 31 - Open vraag

Servus feminae poculum aqua complet.
A
De vrouwen vullen de beker van de slaaf met water
B
De slaaf doet water in de beker van de vrouw
C
De slaaf vult de beker van de vrouw met water
D
De slaaf vult voor de vrouw haar waterbeker.

Slide 32 - Quizvraag

Statim Aulus clamat:

A
Meteen roept Aulus:
B
Meteen roept hij naar Aulus:

Slide 33 - Quizvraag

‘Primum ego bibo
A
Hij drinkt eerst
B
Ik drink eerst
C
Jij drinkt eerst
D
Ik wil eerst drinken

Slide 34 - Quizvraag

Marcia exspectare debet.’ Mater recusat:
‘Immo, tu debes exspectare.

A
Marcia moet wachten." Moeder weigert: "Nee, jij moet wachten."
B
Marcia moet afwachten. Moeder zwijgt. Integendeel, jij moet wachten.
C
Marcia moet wachten. Moeder stemt toe. Precies zij moet wachten.

Slide 35 - Quizvraag

Welk woord komt eruit?

(je moet de letters ook nog husselen)


- de eerste letter van het woord voor "vrouw".
- De laatste letter van de PV in r. 18.
- De laatste letter van een PV in de ik-vorm.
- De medeklinker in de uitgang die hoort bij de infinitivus.
- De eerste letter van het woord dat je in dit stukje als "nee" mag vertalen.
- de eerste letter van het woord dat "spoedig" betekent.







r. 18-26
Servus feminae poculum aqua complet. Statim Aulus clamat: ‘Primum ego bibo. Marcia exspectare debet.’ Mater recusat: ‘Immo, tu debes exspectare. Et tacere. Aut nihil bibis. Sorori poculum praebeo.’  Marcia bibit. Aulus tacet, sed haud diu. Mox murmurare incipit: ‘Quamdiu exspectamus! Quando Imperatorem videmus?’ Addit soror:  ‘Cur hic ante initium triumphi iam sedemus?’ Mater non respondet.

timer
6:00

Slide 36 - Tekstslide

Welk woord komt eruit?

Slide 37 - Open vraag