Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Bijvoeglijke naamwoorden
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
het . . . huis
Beschrijf het afgebeelde huis
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Basisschool
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
het . . . huis
Beschrijf het afgebeelde huis
Slide 1 - Tekstslide
WELKE WOORDSOORT?
Het houten huis staat tussen de hoge bomen.
lidwoord
2
bijvoeglijk naamwoord
4
zelfstandig naamwoord
3
werkwoord
1
voorzetsel
8
lidw.
5
bijv. n.w.
7
zelfst. n.w.
6
Slide 2 - Tekstslide
- vertellen iets over een
zelfstandig naamwoord
;
ze geven
extra informatie
.
- kan
voor en achter
een zelfstandig naamwoord staan
(bijvoorbeeld: De blauwe trui is kapot.)
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zeggen van
welk
materiaal
iets is gemaakt (bijvoorbeeld: de zilveren ring)
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
theorie
Slide 3 - Tekstslide
Sleep de woorden naar de juiste plek.
bijvoeglijke
naamwoorden
andere woorden
lief
kast
aardig
oud
blijven
de
ijzeren
vervelende
boek
gekookte
want
langste
Slide 4 - Sleepvraag
Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een . . .
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
De leerling pakt een rode pen.
A
leerling
B
pakt
C
rode
D
pen
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
De sportieve leerling fietst naar school.
A
sportieve
B
leerling
C
fietst
D
school
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
Eiman is de rijkste jongen van de klas.
A
Eiman
B
rijkste
C
jongen
D
klas
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
De lieve jongen kreeg een lekker snoepje
A
lieve
B
jongen
C
lekker
D
snoepje
Slide 9 - Quizvraag
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
vertellen van welke stof
iets gemaakt is.
Slide 10 - Tekstslide
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en,
bijvoorbeeld: de hout
en
tafel,
de ijzer
en
ring,
de papier
en
tas,
de woll
en
sok,
de gouden ring
STOFFELIJKE
BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de correcte vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
(zijde) Dat meisje draagt een . . . . . sjaal.
A
zijde
B
zijden
Slide 12 - Quizvraag
Vul een bijvoeglijk naamwoord in.
Het . . . . . meisje zat achter in de klas.
Slide 13 - Open vraag
Bedenk bijvoeglijke naamwoorden
bij deze afbeelding.
Slide 14 - Open vraag
Vul een bijvoeglijk naamwoord in.
Deze taalles is erg . . . . ..
Slide 15 - Open vraag
Welk bijvoeglijk naamwoord past bij jou?
Slide 16 - Open vraag
Ik begrijp wat bijv. n.w. zijn.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Poll
Meer lessen zoals deze
bijvoeglijk n.w. april 23
Maart 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Basisschool
bijvoeglijk n.w. april 23
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Basisschool
Bijvoeglijke naamwoorden
Maart 2022
- Les met
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Les 1.7 groep 7: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
September 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
27. Thema 5, week 1 Les 2 stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
April 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
TA6 8.1.4 (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord
April 2022
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Grammatica § 5 Bijvoeglijke naamwoorden
April 2023
- Les met
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Bijvoeglijke naamwoorden
November 2021
- Les met
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 6