Motorische ontwikkeling

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Thema 1Hoger onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is motorische ontwikkeling?
‘De motorische ontwikkeling bestaat uit de veranderingen in motorisch gedrag die de interactie van het rijpende organisme en zijn omgeving reflecteert.’
(V.G. Payne)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorische ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke rol in de ontwikkeling
  • bewegen om te kunnen ontdekken
  • dingen vastpakken en vasthouden om te kunnen onderzoeken
  • dingen betasten en verplaatsen om hun nieuwsgierigheid te prikkelen
Motorische vaardigheden zijn hier noodzakelijk!
Ook nodig voor:
  • de ontwikkeling van spraak
  • het uiten van emoties
Nauw verbonden met andere ontwikkelingsgebieden!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

!
problemen in de motorische ontwikkeling van een kind
=
grote invloed op de gehele ontwikkeling van een kind

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
Lessonup gebruiken we normaal klassikaal, maar in een college zelfstudie denk je zelf even na bij elke slide van de komende quiz. 
Wat denk jij dat het juiste antwoord is?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke elementen beïnvloeden de motorische ontwikkeling?
A
mate van activiteit doorheen de dag
B
aanleg van het kind
C
aangereikt speelgoed en oefenmateriaal
D
omgeving waarin het kind zich bevindt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Combinatie van elementen
  • Genetische aanleg
    (bv. bepaalde talenten)
  • Stimulatie door de omgeving
    - ouders, school, broers, zussen
    - mate van buitenspeelmogelijkheden
    - ...

Slide 10 - Tekstslide

Anneleen
Opdeling in twee groepen
grove of grote motoriek
versus
fijne of kleine motoriek

Slide 11 - Tekstslide

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'LOPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grove of fijne motoriek?

'SCHRIJVEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grove of fijne motoriek?

'VOORWERP OPRAPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grove of fijne motoriek?

'ZWEMMEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grove of fijne motoriek?

'VOETBALLEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grove en fijne motoriek
  • Nauw met elkaar verbonden
  • Grove motoriek >> fijne motoriek (basisvoorwaarden nodig!)
    bv. evenwicht nodig (grote) om te kunnen schrijven (fijne)

Slide 17 - Tekstslide

Anneleen
Theorieën omtrent mot. ontwikkeling
Verschillende bestaande theorieën proberen:
- om de ontwikkeling in een bepaalde volgorde te plaatsen;
- de ontwikkeling te verklaren.

Ontwikkelingsfasen en motorische mijlpalen geven inzicht in wat het kind kan, MAAR...
elk kind doorloopt de ontwikkeling op een eigen manier

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorische mijlpalen
  • 2 tot 13 jaar: ontwikkelen van de fundamentele- of elementaire motorische vaardigheden
    - evenwicht
    - coördinatie
    - oog-handcoördinatie
  • integraal en een cruciaal onderdeel van motorische spel- en sportvaardigheden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negen vaardigheidsgebieden
  • stilstaan
  • balanceren in beweging
  • springen-kracht
  • springen-coordinatie
  • klimmen
  • koprol
  • gooien en mikken
  • stuiten
  • vangen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerlingvolgsysteem ‘Bewegen en Spelen’
  • enorme vaardigheidsverschillen tussen kinderen
  • leerkracht met kennis = meer leerkansen voor kinderen
    (zone van naaste ontwikkeling)
  • LVS =  bewegings- en spelontwikkeling van kinderen van 2 t/m 16 jaar observeren en registreren
  • vier onderdelen: motorische vaardigheid, spelinzicht, gedrag in spelsituaties en klein-motorische vaardigheid

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerlingvolgsysteem 'Bewegen en spelen'

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerlingvolgsysteem 'Bewegen en spelen': wat geobserveerd kan worden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerlingvolgsysteem 'Bewegen en spelen' gelinkt aan zorgverbredende maatregelen
(Motorische remedial teaching)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
Lessonup gebruiken we normaal klassikaal, maar in een college zelfstudie denk je zelf even na bij elke slide van de komende quiz. 
Wat denk jij dat het juiste antwoord is?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"10 seconden op één been staan"
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
11 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"fietsen"
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
11 jaar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"meer dan 9 meter gooien met een klein voorwerp"
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
11 jaar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"dribbelen (stuiten en looppas) met grote bal"
A
7 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
13 jaar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"tennisballen met één hand vangen"
A
7 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
13 jaar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"10 seconden op één been staan met ogen dicht"
A
7 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
13 jaar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekenontwikkeling
“Ik heb er mijn hele leven over gedaan om weer te kunnen tekenen als een kind” – Picasso 

Slide 32 - Tekstslide

Bronvermelding: ‘Kindertekeningen’ van Karin Kloosterboer
Anneleen
De oerdrift
  • Kinderen moéten tekenen (van zichzelf)
  • Ouders zorgen voor aanmoediging
  • ‘Gekras’: bewust denken en tekenen
  • Harmonie tussen het bewegen, de kleuren, de magie van het tekenen, etc.
  • Schilderen met handen, penseel of ander hulpmiddel: leuk!
  • Toch zijn kinderen heel verschillend!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zeggen deskundigen?
  • Jarenlang onderzoek door psychologen, pedagogen, ..
    "Een tekening kan iets meer vertellen over het kind zelf."
  • Bewust/onbewust boodschappen en signalen geven
  • Eén opvallende conclusie:
    globaal gezien dezelfde tekenontwikkeling tijdens eerste tien jaar: wat ze tekenen en de manier waarop ze dat doen

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van tekenen
  • Kinderen beschouwen tekenen als:
    - iets leuks: het is plezierig en zeer ontspannend
    - communicatiemiddel: een manier om zich te uiten, om een verhaal te vertellen
    - een hulpmiddel: moeilijkheden, verdriet, problemen, afreageren door te tekenen
    - als vorm van spelen: spelenderwijs bewegen, nadenken, plannen, samenwerken, emoties uiten

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De invloed van de school
  • geprikkeld en gestimuleerd om nieuwe dingen te proberen
  • kennis maken met verschillende materialen en technieken
  • begeleiding krijgen in een poging tot steeds natuurgetrouwer te tekenen
  • excursies naar tentoonstellingen
  • sleutels/handvatten aanreiken

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van tekenen
  • Manier van kijken: alle zintuigen gebruiken om alles goed te zien
  • Ontwikkeling van de motoriek: kleine precieze bewegingen, vasthouden van potlood
  • Ontwikkeling van de creativiteit: onuitputtelijke fantasie
  • Tekenen = van nature (net zoals spelen): instinctief

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van onze hersenen
  • Linkerkant van de hersenen: lezen, schrijven, woorden herkennen en begrijpen, logisch denken  (rationeel denken)
  • Rechterkant van de hersenen: dingen kunnen voorstellen, ruimtelijk denken (creatief denken)

Nauwe samenwerking tussen beide helften!


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling in fasen
  • Tussen 1 en 4 jaar: krabbelfase 
  • Tussen 4 en 7 jaar: schematische fase
  • Tussen 7 en 12 jaar: naturalistische, realistische of zichtbare fase

  • Ieder kind ontwikkelt op zijn eigen manier, ook in tekeningen.
  • Tekenen staat soms even op pauze, later kan weer hoge activiteit.
  • Vrij heen-en-weer tussen verschillende fasen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motoriek
  • Speelt een grote rol in de manier waarop een kind tekent
  • Grotere lichaamsbeheersing: betere motoriek
  • Eerst grove motoriek: zwaaien met armen, ruime bewegingen
    > potlood vasthouden met hele handpalm (vuistgreep)
  • Nadien fijne motoriek: kleinere bewegingen
    > potlood vasthouden tussen duim en wijsvinger (pincetgreep)
  • Manier van vasthouden: dikte, trefzekerheid, kleine details, gerichtheid, preciesheid, druk
  • Moeite met pincetgreep: stetro-schrijfhulpjes

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijlen
  • Ieder kind heeft zijn eigen manieren om iets op papier te zetten
  • Kinderen op school: overnemen van stijlelementen van anderen
  • Invloed van juf of meester is groot!
  • Stijlen verschillen per werelddeel
    bv. twee cirkels (Westen) versus rechthoekig (Oosten)

Slide 43 - Tekstslide

Anneleen
Opdracht
Bekijk de kindertekeningen, analyseer ze en beschrijf wat je ziet.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stimuleren
  • Visie 1: ‘Laat kinderen zichzelf ontwikkelen en kom niet tussen.’
  • Visie 2: ‘Kinderen hebben aanmoediging, begeleiding of stimulans nodig.’
  • Meeste volwassenen: artistiek niveau van een 10-jarige
    Logisch, want tekenontwikkeling is daar gestopt (er is niet meer aan "gewerkt", er is geen begeleiding meer geweest)
  • Tekenen: geen ‘broodnodige vaardigheid’ in onze maatschappij
  • Voor sommige kinderen echter een uitlaatklep, een uiting van expressie en talent
  • LAAT EEN KIND, KIND ZIJN!

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling is ook… tekenen, kleuren, schilderen, …

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies