H8 samenvatting

Welkom Science les
Neem plaats
Maak aantekeningen
Ik zal op verzoek onderdelen nog kort bespreken
Zodat je precies weet wat je moet weten en kennen voor het proefwerk 

Morgen oefenen met vragen uit test jezelf
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom Science les
Neem plaats
Maak aantekeningen
Ik zal op verzoek onderdelen nog kort bespreken
Zodat je precies weet wat je moet weten en kennen voor het proefwerk 

Morgen oefenen met vragen uit test jezelf

Slide 1 - Tekstslide

Samenvatting
8.1 Puberteit en groei
8.2 Man en vrouw
8.3 Zwanger worden
8.4 Zwangerschap
8.5 Je lijkt op...

Slide 2 - Tekstslide

5. Groeien
Hormoonklier: hypofyse: maakt groeihormoon
via bloed bij lichaamscellen
Cellen in botten beginnen te delen -> botten worden langer (groei aan uiteinden; groeischijven)
Extra veel groeihormoon tijdens puberteit - groeispurt
Groei stopt als groeischijven verkalken (kraakbeen -> been)
Verschillende: brede schouders (man) bredere heupen (vrouw)

Slide 3 - Tekstslide

2.Hoe verander je in de puberteit?
verschil jongen en meisje = geslachtskenmerken.

primair = penis of schaamlippen
secundair = mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen.

meisje ongesteld, jongen zaadlozing = vruchtbaar

Slide 4 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van de man

Slide 5 - Tekstslide

Voortplantingsorganen vrouw
Eicellen - puberteit
Ovulatie
Vagina en urinebuis verschillende openingen)

Slide 6 - Tekstslide

15 Ovulatie
Eileider
Baarmoeder

Slide 7 - Tekstslide

 vrouw
Menstruatiecyclus

Slide 8 - Tekstslide

Ondertussen in eierstok, rijpt een eicel dat in een blaasje ligt, na 14 dagen is eicel rijp, blaasje of follikel barst open: ovulatie of eisprong: rijpe eicel komt vrij uit eierstok
blijft 12-24 uur in eileider leven

Slide 9 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

  • Eierstokken: hierin zijn de eicellen opgeslagen en rijpen ze.
  • Eileider: Vervoert de rijpe eicel. Bevruchting vindt hier plaats.
  • Baarmoeder: Hierin groeit het ongeboren kind

Slide 10 - Tekstslide

8.3 Zwanger worden
Bevruchting en innesteling

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
Bij bevruchting versmelt de kern van de zaadcel met de kern van de eicel.

Slide 12 - Tekstslide

bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen
reis duurt 4-5 dagen, dan innesteling

Slide 13 - Tekstslide

                       Sterilisatie

Morning after pil (snel < 72 h)
 
                            
                                                                          Abortus
                       5 dagen bedenktijd en < 24 week

Slide 14 - Tekstslide

Anticonceptie 
Goed wanneer
1. voorkomen zwangerschap
2. gemakkelijk in gebruik
3. niet schadelijk voor gezondheid
Voor vrouwen 8 betrouwbare
Voor mannen maar 2!

Slide 15 - Tekstslide

8.4 Zwangerschap
Veranderingen tijdens zwangerschap                  na ca 20 weken buik zichtbaar
Embryo: eerst 12 weken daarna FOETUS      organen komen in de verdrukking

Slide 16 - Tekstslide

8.4 Zwangerschap
Veranderingen tijdens zwangerschap                  na ca 20 weken buik zichtbaar
Embryo: eerst 12 weken daarna FOETUS      organen komen in de verdrukking

Slide 17 - Tekstslide

Navelstreng
De navelstreng brengt het bloed met afvalstoffen van het kind naar de placenta.
En bloed met voedingstoffen en zuurstof van de placenta naar het kind. 

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leeft (groeien en ademen) de foetus in de baarmoeder ?

Slide 19 - Tekstslide

8.4 bevalling
Weeën, spieren in baarmoederwand trekken samen
Hierdoor gaat de baarmoedermond open: ontsluiting

Slide 20 - Tekstslide

8.4 Zwangerschap
De bevalling

Slide 21 - Tekstslide

8.5 Je lijkt op...
Chromosomen bevat bouwtekening

Slide 22 - Tekstslide

Eigenschappen erfelijk??
Erfelijke eigenschappen:  bepaald door je DNA (bouwbeschrijving) 
      bv: Tongrollen, oogkleur, haarkleur, vorm van je neus
Met deze eigenschappen word je geboren 

Soms is alleen een aanleg voor een eigenschap erfelijk bv hardlopen, om heel goed te worden moet er getraind worden

Eigenschappen die je zelf kunt veranderen zijn niet erfelijk 

Slide 23 - Tekstslide

Op je ouders lijken??
De helft van de vader en de moeder
Eicel en zaadcel: beide 23 chromosomen
bevruchte eicel: 46 chromosomen

Bij elke zwangerschap worden andere chromosomen doorgegeven.
(broers en zussen lijken op elkaar, maar er zijn ook verschillen)

Down syndroom: één chromosoom te veel

Slide 24 - Tekstslide

Aangeboren afwijking
• Fout in de chromosomen 
• Erfelijke ziekte: erf je een ziekte van je ouders 
Ongevaarlijk: kleurenblindheid 
Gevaarlijke: ziekte van Duchenne: spieren worden afgebroken, hartspier wordt steeds zwakker(vaak niet ouder dan 30)

Testen met vruchtwaterpunctie of vlokkentest (moederkoek)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide