In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Debat
Slide 1 - Tekstslide
In deze les
Opdracht debat, maar dan anders
Debatteren, hoe gaat dat?
Hoe houd je een goed debat?
Wat zijn goede argumenten?
Standaardgeschilpuntenmodel
Oefening argumenteren
Opdracht voor volgende les
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht debat, maar dan anders
In 2 gpl houden we dit jaar een debat over politieke partijen.
In een team schrijf je een volledig debat uit met argumenten voor en argumenten tegen en voeren wij het debat online of klassikaal.
Voordat je dat gaan doen, gaan we eerst even de basis doornemen.
Slide 3 - Tekstslide
Debatteren, hoe gaat dat?
Een debat is een gesprek over een afgebakend onderwerp waarover de deelnemers het oneens zijn. Bij een debat draait het om winnen.
Tijdens een debat wordt het eigen standpunt verdedigd en dat van de ander verzwakt met als doel een derde partij te overtuigen.
Slide 4 - Tekstslide
Debatteren, hoe gaat dat?
Debatteren kan je ook kennen uit de Tweede Kamer of uit het Lagerhuis in Engeland. Hier wordt vooral gedebatteerd over beleidskwesties.
In deze debatten in het belangrijk om de andere partij en het publiek (burgers) te overtuigen.
Voorbeelden van beleidskwesties: ‘De hoogte van verkeersboetes moet afhankelijk worden van iemands inkomen’ of 'Er moeten nieuwe maatregelen komen om het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen.'
2.Presentatie:Bij presentatie gaat het om hoe jij je debatbeurt formuleert.
Schrijf je vloeiend en duidelijk?
Maak je goed gebruik van je taal?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe houd je een goed debat?
Bij debatteren zijn drie dingen belangrijk:
3. Interactie:bij interactie gaat het om hoe jij je afstemt op je lezerspubliek.
Sluit je verhaal aan bij wat de lezers al weten?
Gebruik je de goede taal en toon?
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn goede argumenten?
Bij Nederlands heb je geleerd dat er twee soorten argumenten zijn:
Objectieve argumenten - deze argumenten zijn gebaseerd op feiten en kan je controleren.
Subjectieve argumenten - deze argumenten komen voort uit ervaringen, vermoedens, vergelijkingen of emoties en moet je dus goed kunnen onderbouwen.
Slide 10 - Tekstslide
Standaardgeschilpuntenmodel
Het standaardgeschilpuntenmodel is een redelijk eenvoudig model om goede argumenten te bedenken bij een stelling over beleidskwesties.
Dit model kan je gebruiken om goede argumentatie op te bouwen en om de zwakke plekken in de argumentatie van de tegenstander te ontdekken.
Voorbeelden van beleidskwesties: ‘De hoogte van verkeersboetes moet afhankelijk worden van iemands inkomen’ of 'Er moeten nieuwe maatregelen komen om het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen.'
Voorstander: als je voorstander bent van een maatregel en je wilt je argumentatie sterk maken, dan moet je zorgen dat je alle vragen weet te beantwoorden.
Tegenstander: als je tegenstander bent van een maatregel, dan moet je elke vraag in twijfel trekken.
Bij het standaardgeschilpuntenmodel is het belangrijk om de volgorde van 1 naar 4 aan te houden.
Slide 12 - Tekstslide
Standaardgeschilpuntenmodel
Slide 13 - Tekstslide
Standaardgeschilpuntenmodel
Slide 14 - Tekstslide
Oefening argumenteren
We gaan een oefening doen met argumenteren. Je krijgt straks een stelling en je moet daarbij een argument bedenken.
Schrijf de stelling over en geef daarachter jouw argument.
Je mag voor of tegen de stelling zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Online lessen zijn veel leerzamer dan klassikale lessen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.