Pedagogiek 8.6

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Pedagogiek

Hoofdstuk 5

 SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN

Debat

Kinderen met een faalangst hebben recht op extra tijd met de cito toets.

Kinderen met een gediagnostiseerde stoornis horen niet thuis op regulier onderwijs

Kinderen die iets traumatisch hebben meegemaakt moeten dit delen in de klas

Hoe vonden we dit?

Periode 8

Week 1	Signaleren en observeren van gedrag
Week 2	Gedrag en concentratie (ADHD & ADD)
Week 3	Gedrag en concentratie (ASS)
Week 4	Gedrag en emotie (hechting)
Week 5	Gedrag en emotie (angst en stemming)
Week 6	Gedrag agressie en pesten (agressie)
Week 7	Gedrag agressie en pesten (pesten)
Week 8/9	Herhaling, presentaties, kennistoets

Lesweek 8.6

Lesdoelen:

• De student kent de definitie van agressie

• De student benoemt twee vormen van agressie.

• De student heeft kennis van het verloop tot de uiting van agressie.

• De student kent de risicofactoren en signalen die samenhangen met agressie.

• De student weet wat hij/zij kan doen bij kinderen met agressie.

Agressie

Wat zien jullie in het filmpje gebeuren? ​

Wat vinden jullie van het gedrag van beide partijen? ​

Gaan er dingen goed en welke dingen gaan minder?

Definitie agressie: ‘’Agressie is gedrag wat iemand inzet om - bewust of onbewust - iets kapot te maken, een ander schade te berokkenen, en/of duidelijk te maken wat hij wel of niet wil. Het gedrag overschrijdt de grenzen van wat algemeen acceptabel is in dit soort situaties en roept gevoelens van angst, pijn, verdriet en/of boosheid bij de ander op.’ (P Spelbos, 2008). 

'Korte lontjes'

Korte lontjes = reactief agressief

- Reageren op anderen

- Gevoel dat anderen het slecht met ze voor hebben

- Scannen omgeving op bedreiging

Het helpt om met ze mee te kijken naar wat zij zien. 

'Coole gasten'

Coole gasten = pro-actief agressief

- Doelgericht en berekend

- Agressie wordt ingezet als machtsmiddel

- Vorm van uitlokken, eerder spraken van pestgedrag 

- Verwachting door pro-actieve agressie te tonen, eerder hun doel te bereiken

Belangrijk om kind onder vier ogen duidelijk en zakelijk aan te spreken op gedrag. 

Vaak hebben ze het nodig om sociale vaardigheden aangeleerd te krijgen

Stoornissen

ODD

Oppositional Defiant Disorder

Stoornis waarbij een kind ernstig negatief gedrag laat zien. Deze kinderen laten erg opstandig gedrag zien, luisteren slecht en maken veel ruzie. Ze zijn niet per se gewelddadig. 

- Weinig probleem besef

- Schuld ligt bij de ander

Tip: Bouw relatie op met het kind. Richt je op het positieve (het negatieve krijgt vaak al veel aandacht).

CD

Conduct Disorder

Stoornis waarbij agressief gedrag gericht is op mensen, maar wat zich ook op dieren kan richten. Vaak zie je wanneer kinderen met CD ouder worden, ook dingen gaan doen die strafbaar zijn. Voorbeelden kunnen zijn winkeldiefstal, seksueel misbruik, brandstichting. 

Als ze in een groep zijn, vinden zij ook vaak dat voor hen andere regels gelden. 

Tip: Ga na welke aanpak tot nu toe is gebruikt en wat helpt, ook wat een behandelaar bijvoorbeeld aangeeft. Je wilt graag frisse start, maar als iets werkt....

Oefening

De klas wordt verdeeld in drietallen. Waarbij ieder een rol krijgt:​

- Leerkracht/OA​

- Kind die agressie uit​

- Observator​

​

Bespreek met je groepje een praktijkvoorbeeld waarmee je te maken kreeg met agressie. Speel dit na. De observator kijkt naar het gedrag van de leerkracht/OA. Na afloop geeft de observator tips. Dit om het handelen te verbeteren. Het praktijkvoorbeeld kan dan nog een keer nagespeeld worden, om het verschil in handelen te ervaren. Wissel de praktijkvoorbeelden en rollen af.

Eindopdracht

De student beschrijft aan de hand van het Vijf G-model een situatie uit zijn/haar persoonlijke leven waarin hij/zij zelf agressie ervaarde. Bij de situatiebeschrijving wordt gebruikt gemaakt van de volgende punten;

o Gebeurtenis

o Gedachten

o Gevoelens

o Gedrag

o Gevolg

Inhoudelijke criteria:

• De opdracht bestaat uit maximaal 2 A4

• Er wordt gebruik gemaakt van lettertype Arial 11.

• De student is bewust van zijn eigen handelingen, vaardigheden en gevoelens en dit komt in het verslag terug.