leenwoorden, mensen-dieren - taaluniversalia

Taalverwerving les 4
- Korte check leenwoorden
- verschil dieren & mensentaal
- taaluniversalia
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalverwervingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalverwerving les 4
- Korte check leenwoorden
- verschil dieren & mensentaal
- taaluniversalia

Slide 1 - Tekstslide

Great Britain & British verwijzen naar het Franse woord ……
timer
0:30
A
Britania
B
Bretagne

Slide 2 - Quizvraag

Woorden met één lettergreep hebben vaak een ........ afkomst.
timer
0:30
A
Germaanse
B
Romaanse

Slide 3 - Quizvraag

Woorden met meerdere lettergrepen hebben vaak een ........ afkomst.
timer
0:30
A
Germaanse
B
Romaanse

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel procent van het Engelse vocabulaire is van Franse oorsprong?
timer
0:30
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%

Slide 5 - Quizvraag

Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
book
smell
pig
work
labour
odor
volume
pork

Slide 6 - Sleepvraag

Klopt de volgende stelling?
Het Engels heeft een enorme woordenrijkdom omdat er veel leenwoorden naast de originele woorden zijn blijven bestaan
timer
1:00
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat maakt het leren van Engels makkelijk?
timer
0:30
A
De grammatica
B
De spelling

Slide 8 - Quizvraag

Wat maakt het leren van Engels moeilijk?
timer
1:00
A
De grammatica
B
De spelling

Slide 9 - Quizvraag

Het Engels is geen Romaanse taal geworden, hoe komt dat?
timer
0:30
A
De grammatica is helemaal Germaans gebleven
B
De grammatica is helemaal Keltisch gebleven

Slide 10 - Quizvraag

Verschil tussen dieren en mensencommunicatie.
We kijken hier naar een stukje over hoe bijen communiceren. 
Probeer erachter te komen hoe bijen elkaar kunnen vertellen waar de beste nectar is!

Slide 11 - Tekstslide


timer
0:30
A
De bollen van de 8 geven afstand en richting aan.
B
Het zigzaggende stuk bijendans geeft de afstand en richting aan.

Slide 12 - Quizvraag

Knap van die bijen, maar niet zo efficiënt!
Waarom kunnen mensen beter communiceren? 
Check de video!

Slide 13 - Tekstslide

Mensen kunnen door ..... oneindig veel zinnen maken.
timer
0:30
A
spelling
B
intonatie
C
grammatica
D
vocabulaire

Slide 14 - Quizvraag

Mensen kunnen in tegenstelling tot dieren praten over zaken op een andere ...... & .....
timer
0:30
A
toekomst en toonhoogte
B
tijd en plaats

Slide 15 - Quizvraag

Taaluniversalia
We kijken zo een filmpje over taaluniversalia. 
Dat betekent: dingen die voor alle talen gelden zijn!
Bekijk het volgende plaatje 10 seconden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welke figuur heet Bouba en welke Kiki?
A
A = bouba B = kiki
B
A = kiki B = bouba

Slide 18 - Quizvraag

Bouba & Kiki video
Bekijk de video, behalve dat iedereen op de wereld dus dezelfde naam geeft en bouba en aan kiki zijn er nog meer overeenkomsten. Probeer ze te onthouden!

Slide 19 - Tekstslide

Woorden met gl.... hebben te maken met
timer
0:30
A
licht
B
donker

Slide 20 - Quizvraag

woorden met sn.... hebben te maken met...
timer
0:30
A
je ogen
B
je neus
C
je oren
D
je mond

Slide 21 - Quizvraag

woorden met sl... hebben te maken met
timer
0:30
A
een manier van eten
B
een manier van lopen
C
een manier van kijken
D
een manier van drinken

Slide 22 - Quizvraag