Wat: 1A, 1B, 1C, 2, 3, 4A, 4B, 5
[] 6A, 6B, 6C, 8A, 8B
Hoe: Ga naar tijd voor geschiedenis, hoofdstuk 4: paragraaf 4.3. Goden en wetenschappers.
Hulp: Goed tekst lezen, vraag anders docent om hulp.
Tijd: Docent geeft de hoeveelheid tijd aan
Klaar: Geef dit dan even aan de docent!