Klas 1 - Spelling - pvvt (zwak)

WELKOM

Bij Nederlands
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

10 min. 
lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG

  • Gedichten voordragen
  • Herhalen vorige les
  • Spelling: werkwoorden (blz. 252)
  • Maken opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Gedichten voordragen
Door drie leerlingen

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling PVTT (zie blz. 252)
Schrijf in de volgende zinnen de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (2 min.):

1. Marius .... (lunchen) graag buiten de deur.
2. Een verkeersongeluk ..... (leiden) dikwijls tot lange files.
3. Het team ..... (verliezen) alle wedstrijden.

Slide 5 - Tekstslide

Wat ga je leren vandaag?
  • Wat zwakke werkwoorden zijn
  • De spelling van de persoonsvorm van zwakke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm in de verleden tijd 
(van zwakke werkwoorden)

Zie blz. 254

Slide 7 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Bij zwakke werkwoorden verandert de persoonsvorm in de verleden tijd NIET 

ik klop -> ik klopte
ik wandel -> ik wandelde
ik bereid -> ........ ?
ik kap -> ...... ?
 
 



Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je de persoonsvorm (van zwakke werkwoorden) in de verleden tijd? 


Enkelvoud: ik-vorm + de/te 
Meervoud: ik-vorm + den/ten

Om te bepalen of er '-den' of '-ten' achter komt, gebruik je 't sexy-fokschaap

Slide 9 - Tekstslide

't sexy fokschaap


Haal '-en' af van het hele werkwoord en kijk of de laatste letter in 't sexy fokschaap zit!

Ja? --> T Nee? --> D
Opdracht 1
Wat is van de onderstaande werkwoorden de ik-vorm in de verleden tijd?

  1. bereiden -> 
  2. beseffen ->
  3. braden  ->
  4. breien -> 




Slide 10 - Tekstslide

Maken: spelling (blz. 254)
Opdracht 1, 2, 4, 7 



Dit kijken we de volgende les na!


Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?
  • Wat zwakke werkwoorden zijn
  • De spelling van de persoonsvorm bij zwakke werkwoorden


Volgende les: sterke werkwoorden

Slide 12 - Tekstslide