Uitleg werkwoorden in de verleden tijd

WELKOM

Bij Nederlands
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren vandaag?
  • Wat zwakke en sterke werkwoorden zijn
  • De spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd (bij zwakke en sterke werkwoorden)

Slide 2 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Bij zwakke werkwoorden verandert de persoonsvorm in de verleden tijd NIET 

ik klop -> ik klopte
ik wandel -> ik wandelde
ik bereid -> ........ ?
ik kap -> ...... ?
 
 



Slide 3 - Tekstslide

Hoe schrijf je de persoonsvorm (van zwakke werkwoorden) in de verleden tijd? 


Enkelvoud: ik-vorm + de/te 
Meervoud: ik-vorm + den/ten

Om te bepalen of er '-den' of '-ten' achter komt, gebruik je 't sexy-fokschaap

Slide 4 - Tekstslide

't sexy fokschaap


Haal '-en' af van het hele werkwoord en kijk of de laatste letter in 't sexy fokschaap zit!

Ja? --> T Nee? --> D
Opdracht 1
Wat is van de onderstaande werkwoorden de ik-vorm in de verleden tijd?

  1. bereiden -> 
  2. beseffen ->
  3. braden  ->
  4. breien -> 




Slide 5 - Tekstslide

Sterke werkwoorden (blz. 256)
Bij sterke werkwoorden verandert de persoonsvorm in de verleden tijd WEL

ik loop > ik liep 
ik rijd > ik reed 
ik bied > ik ....... ?
ik fluit > ik ......? 
 
 



Slide 6 - Tekstslide

Hoe schrijf je de persoonsvorm (van sterke werkwoorden) in de verleden tijd? 


1. Zo kort  en eenvoudig mogelijk! 

rijden > reed  
liggen > lag 



Slide 7 - Tekstslide

Hoe schrijf je de persoonsvorm (van sterke werkwoorden) in de verleden tijd? 


2. Luister naar het meervoud om erachter te komen of  het enkelvoud op een d of t eindigt.
bieden > boden (ik bood)
fluiten > floten (ik floot)

Let op: een pvvt eindigt nooit op dt!






Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je de persoonsvorm (van sterke werkwoorden) in de verleden tijd? 


3. Gebruik alleen twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar als dat voor de uitspraak nodig is. 

schrikken > schrokken
zitten > zaten 






Slide 9 - Tekstslide

Oefening 
Hoeveel persoonsvormen zie je in het tekstje? Schrijf ze op! (2 min.) 

Jeugdagent Kim werkt bij de politie in Amsterdam en zit op TikTok. En daar is ze hartstikke populair: ze heeft bijna 250.000 volgers. Kim plaatst grappige filmpjes. Daarnaast beantwoordt ze ook serieuze vragen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?
  • Wat zwakke en sterke werkwoorden zijn
  • De spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd (bij zwakke en sterke werkwoorden)

Slide 11 - Tekstslide