Meet de breedte van de rechthoek.
Teken met rood een loodlijn op AB.
Deze lijn moet door punt C gaan.
Het snijpunt met zijde AB noem je S.
Lijnstuk CS is de hoogte van △ABC.
Meet die hoogte.
Zijn de hoogte van de driehoek en de breedte van de rechthoek even lang?