a) Bereken de oppervlakte van de bovenste rechthoek.
Schrijf je berekening en antwoord in je schrift.
Knip de bovenste rechthoek uit. Knip de gele driehoeken ervanaf.
Leg de gele driehoeken op de groene driehoek.
b) Hoe kun je zien dat de gele driehoeken samen dezelfde oppervlakte
hebben als de groene driehoek?
c) Hoeveel cm² is de oppervlakte van de groene driehoek?