Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het geeft extra informatie over dat zelfstandig naamwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Nederlands
In het Nederlands is het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde voor enkelvoud/meervoud, mannelijk/vrouwelijk. Bijvoorbeeld:
Mijn broer (man. ev.) is groot. Mijn zus (vr. ev.) is groot. Mijn broers (man. mv.) zijn groot. Mijn zussen (vr. mv.) zijn groot.
Slide 5 - Tekstslide
Frans
Maar, let op! In het Frans past het bijv. nw. zich aan aan het zelfstandig naamwoord. Kijk maar:
Mon frère est grand. = man. ev Ma soeur est grande. = vr. ev Mes frères sont grands. = man. mv Mes soeurs sont grandes. = vr. mv
Slide 6 - Tekstslide
hoe maak je het bijvoeglijk naamwoord?
het zelfstandig naamwoord
het bijvoeglijk naamwoord
mannelijk enkelvoud
- (bv: petit)
vrouwelijk enkelvoud
e (bv: petite)
mannelijk meervoud
s (bv: petits)
vrouwelijk meervoud
es (bv: petites)
Slide 7 - Tekstslide
Kies het juiste antwoord. La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand
Slide 8 - Quizvraag
Les filles sont............
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 9 - Quizvraag
Uitzondering 1:
Eindigt een bijvoeglijk nw. al op een –e?
Dan moet je in de vrouwelijke vorm er niet nog een extra –e bij te zetten.
Ties est timide. Sophie est timide. (en niet: Sophie est timidee). Ties est calme. Sophie est calme. (en niet: Sophie est calmee).
Slide 10 - Tekstslide
Uitzondering 2:
Eindigt een bijvoeglijk nw. al op een –s?
Dan moet je er bij man. mv. er niet nog een extra –s bij te zetten.
le garçon français
les garçons français (en dus niet: françaiss)
Slide 11 - Tekstslide
Uitzondering 3:
In het Frans staan de meeste bv naamwoorden achter het zelfstandig naamwoord. In een paar gevallen komt het bijvoeglijk naamwoord (net als in het Nederlands) voor het zelfstandig naamwoord.
Deze staan ook in jullie boek! Leer deze goed uit je hoofd!