NK1hv-Kapitel 5-2

Herzlich Willkommen!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Rückblick
In de vorige les zijn we begonnen met
Kapitel 5.

We blikken even terug op de start.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het thema van Kapitel 5?

Slide 3 - Woordweb

Hausaufgaben: Lernen
Je moest ook de woordjes van
Seite 168/A Sehen
leren.

Laat zien wat je weet ...

Slide 4 - Tekstslide

Welk woord past?

Es gibt viele verschiedene .....sorten.
A
Getreide
B
Zutat

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past?

Roggen ist die wichtigste ..... für dieses Brot.
A
Geschwindigkeit
B
Zutat

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord past?

Der Teig wird zuerst in einer langsamen ... geknetet.
A
Geschwindigkeit
B
Ausbildung

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord past?

Um als Bäcker zu arbeiten, braucht man eine ... .
A
Getreide
B
Ausbildung

Slide 8 - Quizvraag

Hausaufgaben: Schreiben
Het maakwerk was

Hier staan de antwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Vorausblick
Voor vandaag was het huiswerk 

Vorbereiten/Lesen:
*Seite 169/Grammatik A en B


Slide 10 - Tekstslide

Waarover gaat de Grammatik in Kapitel 5?
A
zwakke en sterke werkwoorden
B
onbepaald lidwoord en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 11 - Quizvraag

Grammatik
Inderdaad! Het gaat over 
het onbepaald lidwoord (olw) (ein/eine + kein/keine) 
en de bezittelijke voornaamwoorden (bez.vnw.)
(mein-dein-sein-ihr-unser-euer-ihr-Ihr)

Op de volgende dia's staan de leerdoelen!



Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
  • betekenis onthouden (mijn = mein, jouw = dein, enz.)

  • ein, kein en bez.vnw. krijgen een -e als ze vóór een vrouwelijk zelfstandig naamwoord (znw) of  een znw meervoud staan

  • koppel bez.vnw. aan persoonlijke voornaamwoord (pvnw) (ich => mein/meine, du => dein/deine, enz.)

Slide 13 - Tekstslide

mijn
haar
onze
jullie
hun
jouw
zijn
uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr
Ihr

Slide 14 - Sleepvraag

Welke vorm?

(mijn) Bruder
A
mein
B
meine

Slide 15 - Quizvraag

Welke vorm?

(jouw) Schwester
A
dein
B
deine

Slide 16 - Quizvraag

Welke vorm?

(zijn) Freundin
A
sein
B
seine

Slide 17 - Quizvraag

Welke vorm?

(haar) Onkel
A
ihr
B
ihre

Slide 18 - Quizvraag

Welke vorm?

(onze) Schule
A
unser
B
unsere

Slide 19 - Quizvraag

Welke vorm?

(jullie) Deutschlehrer
A
euer
B
euere

Slide 20 - Quizvraag

Welke vorm?

(hun) Kind
A
ihr
B
ihre

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm?

(uw) Frau
A
Ihr
B
Ihre

Slide 22 - Quizvraag

ich
sie (ev.)
wir
ihr
sie (mv.)
du
er
Sie
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr
Ihr

Slide 23 - Sleepvraag

Übung macht den Meister!
  • Öffne das Buch auf Seite 152-155
  • Mache diese Aufgaben: 20-21-22-23-24-25
  • Noch mehr üben? 
  • Classroom/Schoolwerk/Kapitel 5

Slide 24 - Tekstslide

Alles fertig und Zeit übrig?
*Öffne das Buch auf Seite 168
*Lerne die Wörter von Block: A Sehen (D-N)
*Übe die Wörter mit CRAM (Classroom/Schoolwerk)
*Suche in Classroom! Da findest du bestimmt was zum Üben.

Slide 25 - Tekstslide

HAUSAUFGABEN
Lernen/Wiederholen
*Seite 168: Wörter A Sehen (D-N)
*Seite 169/Grammatik
Schreiben:
*Seite 152-155/Aufgaben 20- 21-22-23-24-25
Vorbereiten/Lesen:
*Seite 168/B Wortschatz

Slide 26 - Tekstslide