Functiewoorden

PROGRAMMA
- Lezen/examenbundel
- Functiewoorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

PROGRAMMA
- Lezen/examenbundel
- Functiewoorden

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Uiterlijk 12 maart inleveren
in tweevoud
in hoesje.

Noteer de deadline van je docent 
in je agenda.

Te laat inleveren
heeft invloed 
op je cijfer!

Slide 3 - Tekstslide

Functiewoorden
  • Een tekst heeft een bepaald tekstdoel, en een bepaalde structuur.
  • Binnen die structuur is een tekst ingedeeld in met elkaar samenhangende tekstdelen en alinea's.
  • Tekstdelen en alinea's kunnen ten opzichte van elkaar en het tekstdoel een bepaalde functie vervullen. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Let op!
Er volgen vijf vragen over functiewoorden.
Per vraag heb je tien seconden de tijd.

Slide 6 - Tekstslide

Stelling, argument, tegenargument, aanbeveling en samenvatting zijn voorbeelden van
A
signaalwoorden
B
verbindingswoorden
C
kernwoorden
D
functiewoorden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
Een functiewoord geeft een verband aan, een signaalwoord niet.
B
Een functiewoord staat niet altijd in de tekst, een signaalwoord wel.
C
Er is geen verschil.
D
Er zijn minder functiewoorden dan signaalwoorden.

Slide 8 - Quizvraag

De schrijver maakt een opmerking minder rechtlijnig, door te tonen dat er ook andere gezichtspunten mogelijk zijn. Dit is een...
A
afweging
B
nuancering
C
voorbehoud
D
weerlegging

Slide 9 - Quizvraag

De schrijver doet een uitspraak waarmee hij een argument ontkracht.
A
tegenargument
B
onderbouwing
C
weerlegging
D
afweging

Slide 10 - Quizvraag

De schrijver stemt alleen met iets in als aan een beperkende voorwaarde is voldaan.
A
voorwaarde
B
voorbehoud
C
bezwaar
D
beoordeling

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht functies van tekstgedeeltes
Kijk naar de lijst van functiewoorden op blz. 45-46-47.

Welke functies vind je veelal aan het begin, in het midden en aan het einde van de tekst? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide