1Hh Plot 26 Begrijpend lezen les 7 en 8 herhaling pv tt en vd

Welkom klas 1Hh
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 1Hh

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

taalvoutje
zie jij de fout op de volgende slide?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: betaald. Dit moet zijn: betaalt.
(Hele werkwoord: betalen; de stam: betaal)

Bron: Advertentiekronkels. Met dank aan F. Bierling


programma
  • OO
  • opdrachten inleveren, hoe dan?
  • ww spelling, hoe gaat het?
  • aan de slag; Lezen 1, les 7 en les 8
  • exit poll

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoel
  • je hebt geoefend met ww spelling
  • je weet hoe je opdrachten kunt inleveren via classroom
  • je weet wat voorspellend lezen is en hebt ermee geoefend
  • je bent bekend met de termen tekstdoel, -geraamte, -niveau en leesmanieren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdrachten inleveren, hoe dan?
  • maak de opdracht in bijv Word
  • opslaan/bewaren op google drive
  • ga naar de opdracht in classroom 
  • rechts bovenin staat: opdracht inleveren of maken, klik op die mogelijkheid
  • opdracht ophalen van google drive en 'hang' hem hier 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ww spellingsapp
Beker 2
 planning: deze week af


Hoe staat het ervoor?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tt:
Hans (kleden) ...... zich aan.
A
kleedt
B
kleed
C
kleet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tt:
Hij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantwoordt
C
beantwoord

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tt
De inbreker (bekennen) zijn misdaad.
A
bekend
B
bekendt
C
bekent

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tt
De Turkse minister (rijden) weg uit Rotterdam.
A
rijd
B
rijdt
C
rijt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Hij heeft haar (beschermen)
A
Beschermd
B
Beschermt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juiste spelling voltooid deelwoord.

De overvaller heeft alles snel (bekennen).
A
bekent
B
bekend

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met plot 26
Lezen 1 les 7 
  • maken opdr. 1 t/m 4
Klaar? Kleine pauze
Daarna?
Ga lekker verder met Les 8, opdracht 1 t/m 3. 
Werk in groepjes van vier.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat neem je mee van deze les?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

bedankt voor vandaag!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ww spelling
stappenplan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende vormen kent het vervoegen van een werkwoord in de tt ook al weer? (Zoek het op in je aantekeningen)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee begin je met het
spellen van de persoonsvorm
in de tegenwoordige tijd?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spel je de pv in de tegenwoordige tijd?
  1. Zoek het hele werkwoord.
  2. Haal -en eraf, want dan heb je de stam. Soms kleine wijziging om daar de ik-vorm van te maken.
  3.             
EV
MV
ik
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spel je de pv in de tegenwoordige tijd?
  1. Gebruik het werkwoord lopen als voorbeeld.

            Ik loop (=ik-vorm)   → ik-vorm
           Jij loopt                        → ik-vorm +t 
            Hij/zij/ het loopt      → ik-vorm +t
            Wij/jullie/zij lopen  → hele werkwoord                

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende vormen kent de pv in de tegenwoordige tijd?
antwoord: drie
Welke zijn dat?
EV
MV
ik
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je de verschillende vormen  in de tegenwoordige tijd?
EV
MV
ik,
... jij
ik-vorm
wij
hele ww
jij
ik-vorm + t
jullie 
hele ww
hij/zij/het
ik-vorm + t
zij
hele ww

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je die verschillende vormen in de tegenwoordige tijd?
  1. Gebruik het werkwoord lopen als voorbeeld.
            Ik loop (=ik-vorm)   → ik-vorm
           Jij loopt / Loop jij?   → ik-vorm +t / ik-vorm
            Hij/zij/ het loopt      → ik-vorm +t
            Wij/jullie/zij lopen  → hele werkwoord                

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef eens een voorbeeld
van een voltooid deelwoord

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

voltooid deelwoord?
  • voltooid = wanneer iets is afgerond, het is gebeurd of gedaan
  • het is herkenbaar doordat het voorafgegaan is of wordt gevolgd door een hulpwerkwoord; hebben, zijn, of worden.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo schrijf je een voltooid deelwoord (vd)
  • schrijf het zoals je het hoort, zo eenvoudig mogelijk
  •  gebruik de verlengproef om te weten of de laatste letter een t of d moet zijn
  • vorm: ge + ik-vorm + t/d
  • Twijfel tussen d of t? Gebruik 't ex-kofschip 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
  • scheidbare ww krijgen bij het VD -ge ín het woord.
    Vb: Moet ww spelling volgens jou worden afgeschaft?
  • sommige samengestelde ww zijn niet scheidbaar, het vd krijgt dan ge- ervóór. 
    Vb: Op dit terrein heb ik vroeger gehandbald.
  • werkwoorden die al beginnen met ge-, be-, ver-, ont- en er- krijgen geen extra voorvoegsel.
    Vb: De koploper heeft zijn voorsprong vergroot.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voor jezelf
Kijk twee filmpjes over ww spelling VD + PV VT
Maak aantekeningen tijdens de filmpjes. 
Geef antwoord op de vraag:
Hoe worden deze tijden gevormd?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies