oefenen 1gt blok 2 spgrot (rvl)

oefenen !
Spelling, grammatica en over taal blok 2


Op niveau 2e editie,
leerjaar 1
vmbo t/havo
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

oefenen !
Spelling, grammatica en over taal blok 2


Op niveau 2e editie,
leerjaar 1
vmbo t/havo

Slide 1 - Tekstslide

spellingcontrole uitzetten! 
Zet je spellingcontrole uit.
Dat doe je zo:
instellingen van je iPad - algemeen - toetsenbord - alle schuifjes op grijs
De docent komt dit zo controleren.
Je kan alvast beginnen met de toets. 

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica

Slide 3 - Tekstslide

Maak de zin hieronder langer door er twee delen aan toe te voegen. Let op! De zin moet grammaticaal begrijpelijk en correct zijn. Schrijf de hele zin op.

Sharon zwaait ...

Slide 4 - Open vraag

Maak de zin hieronder langer door er twee delen aan toe te voegen. Let op! De zin moet grammaticaal begrijpelijk en correct zijn. Schrijf de hele zin op.

Mijn zus loopt ...

Slide 5 - Open vraag

Breid de zin hieronder uit met een deel 'wanneer' en een deel 'wat'. Bepaal zelf de volgorde van deze delen. Schrijf de hele zin op.

De winkelier bestelde ...

Slide 6 - Open vraag

Breid de zin hieronder uit met een deel 'waar' en een deel 'hoe'. Bepaal zelf de volgorde van deze delen. Schrijf de hele zin op.

De ruiter viel ...

Slide 7 - Open vraag

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin hieronder? Noteer alleen het aantal.

In veel dierentuinen zullen de verzorgers in de maand oktober de winterverblijven inrichten.

Slide 8 - Open vraag

Verdeel de zin hieronder in zinsdelen. Zet streepjes tussen de zinsdelen. Noteer de zinsdelen één voor één onder elkaar en noteer het vraagwoord wat erbij hoort.

In de zomervakantie kocht Saskia in Frankrijk op een rommelmarkt een oud Frans bureautje.

voorbeeld: Saskia (wie)

Slide 9 - Open vraag

Heeft deze zin vier zinsdelen? Noteer ja of nee

Meisjes kopen vaak tijdschriften vol foto's van schitterend opgemaakte filmsterren.

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?

Op een heel oud, armoedig fietsje fietste het jongetje een lange fietstocht van 10 kilometer.

Slide 11 - Open vraag

spelling

Slide 12 - Tekstslide

Is het voltooid deelwoord in de zin goed gespeld? Leg je antwoord uit. Gebruik in je antwoord 't kofschip.

Volgende week vrijdag is er een schoolfeest georganiseert.

Slide 13 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Gisteren ... (ontmoeten) ik mijn stagebegeleider voor de eerste keer.

Slide 14 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Ondanks de regen hebben we heerlijk door het bos ... (wandelen).

Slide 15 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Ik ... (verbazen) me over de wilskracht van het verlegen meisje.

Slide 16 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

De arts heeft de wond heel netjes ... (hechten).

Slide 17 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Dirk ... (bekleden) verschillende managementfuncties voor hij docent werd.

Slide 18 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

De inbreker ... (melden) zichzelf de volgende dag bij de politie.

Slide 19 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

De man had de week ervoor nog een overval ... (plegen).

Slide 20 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Na lang nadenken heeft Julia zich ... (bekeren) tot het boeddhisme.

Slide 21 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Ik ... (vermoeden) al dat ik niet op tijd had gereageerd op die leuke bijbaan.

Slide 22 - Open vraag

Vervoeg in de onderstaande zin het gegeven werkwoord. Gebruik voor de persoonsvorm alleen de verleden tijd. Schrijf alleen het woord op.

Mijn vader was erg ... (verrassen) dat ik de baan alsnog had gekregen.

Slide 23 - Open vraag

Belangrijk! 
Je moet zinnen kunnen ontleden met behulp van de tekens van Paardenkoper. Je ziet ze op de volgende slide. 
Tijdens de toets moet je zinnen overschrijven en de tekens op de juiste plaats zetten. 

Slide 24 - Tekstslide

Aantekeningen              ontleden +  tekens van Paardenkoper. 
pv: maak de zin vragend (   )
wwg: alle werkwoorden uit de zin {    }
ond: wie / wat + wwg (    ) 
lv: wie / wat  + wwg + onderwep  _________________
mv: aan of voor wie/ wat + wwg + onderwerp + lijdend voorwerp =========
bwb: alles wat overblijft   _____________________
splitsbare werkwoorden: belde [op]         schenkt [in]
woorden met te: [te vissen]    [te slapen]                        

 v                       v

Slide 25 - Tekstslide

over taal

Slide 26 - Tekstslide

Noteer de betekenis van het gegeven woord onder de zin.

Gary was nogal dominant aanwezig tijdens de geschiedenisles.
dominant betekent:

Slide 27 - Open vraag

Noteer de betekenis van het gegeven woord onder de zin.

De mountainbike verkeert in een prima conditie.
conditie betekent:

Slide 28 - Open vraag

De vraag op de volgende slide gaat over de tekst hieronder.

Laurens had gehoopt dat er bijzondere dingen gezegd zouden worden tijdens de verjaardag van zijn opa. De oude man heeft in zijn leven veel meegemaakt, dus er was genoeg spannends te vertellen. De toespraken tijdens het feest waren wel grappig, maar jammer genoeg vertelden de sprekers alleen banale dingen.

Slide 29 - Tekstslide

'De toespraken over het feest waren wel grappig, maar jammer genoeg vertelden de sprekers alleen banale dingen'.

Noteer hieronder het antoniem van 'banale'. Noteer daarna de betekenis van 'banale'

Slide 30 - Open vraag

Wat is een pictogram?

Slide 31 - Open vraag

Hieronder staan vier woorden. Welk woord hoort er niet bij? Leg je antwoord uit.

incompleet - informeel - instructeur - instabiel

Slide 32 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat beeldtaal is en geef daarvan een voorbeeld.

Slide 33 - Open vraag

Noem twee voordelen van beeldtaal.

Slide 34 - Open vraag