Formatieve evaluatie SA H3

Vandaag:
Samenvattingsles Systeem Aarde H3
- Formatieve evaluatie H3 Landschappen en hun gebruikers 
14 vragen waarmee je kan testen in hoeverre je basiskennis over H3 op orde is

- Examentraining H3 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag:
Samenvattingsles Systeem Aarde H3
- Formatieve evaluatie H3 Landschappen en hun gebruikers 
14 vragen waarmee je kan testen in hoeverre je basiskennis over H3 op orde is

- Examentraining H3 

Slide 1 - Tekstslide

LessonUp inloggen
Ga naar lessonup.app op je laptop
Vul onderstaande code in 
Geef je eigen naam (geen nickname, andere namen of emojis)
timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

De tropische bodem is
A
zeer vruchtbaar
B
niet erg vruchtbaar
C
redelijk vruchtbaar

Slide 3 - Quizvraag

In de gematigde zone vindt je loofbomen en naaldbomen
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De bodems in de gematigde zone hebben een redelijke humuslaag en zijn vrij vruchtbaar
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De boreale zone is
A
de overgang tussen de tropen en de subtropen
B
de overgang tussen steppe en de woestijn
C
de overgang tussen de gematigde zone en de koude gebieden

Slide 6 - Quizvraag

De vegetatie bestaat in de boreale zone uit
A
toendra
B
taiga
C
woestijn
D
steppe

Slide 7 - Quizvraag

Steppes komen alleen voor rond de 30-ste breedtegraad
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Bij een milieuramp ligt de oorzaak van de ramp
A
bij de natuur
B
bij de mens

Slide 9 - Quizvraag

Door de opwarming van de aarde verschuiven de klimaatzones
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Vormen van landdegradatie zijn
A
verwering, erosie en sedimentatie
B
mechanische en chemische verwerking
C
bodemerosie, verwoestijning en verzilting
D
erosie door wind, water en ijs

Slide 11 - Quizvraag

In droge gebieden komt er vooral
A
erosie door wind voor
B
erosie door ijs voor
C
erosie door water voor

Slide 12 - Quizvraag

De mens zorgt dat de kans op erosie stijgt door
A
hellingen te ontbossen
B
door de lucht te vervuilen
C
door broeikasgassen uit te stoten

Slide 13 - Quizvraag

De mens draagt bij aan verwoestijning door te intensief gebruik van slechte gronden
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

De mens veroorzaakt verzilting vooral door
A
het oppompen van zout water
B
het verkeerd irrigeren van de bodem
C
het binnenlaten van zout zeewater

Slide 15 - Quizvraag

Verzilting tegen gaan kan door
A
het toepassen van druppelirrigatie
B
het overdag irrigeren van de bodem
C
het overvloedig irrigeren van de bodem

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak opgave 1 en 2 van de examentraining van hoofdstuk 3.
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide